HHHH / HHH

(Criterion) / (Columbia)

Please sir. I want some more’ De smeekbede van het fameuze weesje om nog een extra portie voedsel – wat hem meteen een flink pak slaag oplevert – blijft tot de verbeelding spreken. De allereerste Oliver Twist-verfilming dateert al van 1912 en sindsdien volgden er minstens twintig bewerkingen voor bioscoop of televisie. Bij minstens één ervan zou de oude Charlie Dickens zich waarschijnlijk omdraaien in zijn graf: de Canadese regisseur Jacob Tierney verplaatste in Twist (leuke dubbele bodem, die titel) het actieterrein van het negentiende-eeuwse Londen van jonge zakkenrollers naar de gore buurten van hedendaags Toronto waar straatjongens hun vege lijf te koop aanbieden.

Zo bont als deze queer-versie maakt Roman Polanski het niet in zijn klassieke, bijna academische bewerking die vanaf volgende week bij ons in de bioscoop loopt (zie ook reportage pagina 8). Ter vergelijking zijn op dvd alvast de twee beste adaptaties te bewonderen.

Niemand verbeterde ooit de versie die David Lean maakte in 1948 en waarin de expressionistische visuele stijl en de verbluffende effecten van licht en schaduw voor een weergaloos picturaal festijn zorgen. Het bekende verhaal van de weesjongen die na jarenlange mishandeling in een jeugdbende van tasjesdieven terechtkomt en op zoek gaat naar zijn ware afkomst, krijgt hier de intensiteit van een nachtmerrie. En Alec Guinness zet, alle kritiek op het vermeende antisemitisme ten spijt, een definitief portret neer van de joodse woekeraar Fagin, een van de meest dubbelzinnige karakters uit de Engelse literatuur.

Uitgerekend in het revolutionaire jaar 1968 kwam een ander begenadigd Brits vakman op de proppen met een muzikale versie van Oliver Twist die ook een ode is aan ouderwetse ambachtelijke kwaliteiten. Met de kwelende kinderster Mark Lester en de uitbundige dans- en zangnummers verliest het grauwe Londen van Dickens zijn scherpe en deprimerende kantjes. Maar het is vooral dankzij de decoratieve kwaliteiten dat deze musical met een vrij middelmatige score van Lionel Bart hoge ogen gooit. De beroemde production designer John Box bouwde het Londen van weleer, overschaduwd door de St. Paul’s Cathedral, na in de Shepperton Studio’s en dat is toch nog wat anders dan het CGI Londen in de nieuwe versie van Polanski. Vooral wanneer de briljante cameraman Oswald Morris zijn uitgekiend licht laat schijnen op de schilderachtige sloppenwijken en grillige steegjes en kanalen.

(P.D.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content