Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Dertien om niet te zien. De Brad & Matt Pack leeft zich nog maar eens uit als gentlemen thieves, maar meer gangsters en grappen betekent niet noodzakelijk meer spanning en humor. Rien ne va plus, heren.

Steven Soderbergh met George Clooney, Brad Pitt, Matt Damon, Al Pacino, Ellen Barkin

Vorige week hadden we het hier over de subtekst van David Finchers magistrale moordfilm Zodiac. Deze week – we verkeren in een sarcastische bui – vragen we ons af wat de onderliggende thematiek zou zijn van Soderberghs derde, alweer verpletterend lege heistmovie rond glamourgangster Danny Ocean. Dat George Clooney ondertussen over een dozijn misdaadapostelen beschikt en dus Messiasallures begint te kweken? Dat Armanipakken hun drager altijd pico bello doen ogen, zelfs al betreft het een Amerikaanse Ariër genaamd Brad Pitt die voortdurend domme oneliners debiteert en met zichzelf loopt te pronken? Of dat je in Hollywood met de grootste bullshit wegkomt, zolang je maar over een cool imago beschikt, zoals de Brad & Matt Pack oftewel Pitt, Damon, Clooney en co.

U hebt het al begrepen: episode drie uit de Ocean-franchise is allesbehalve groots vertier en waar de makers een rehabilitatie hadden beloofd – blijkbaar vonden ze Ocean’s Twelve zélf ook je reinste flauwekul – krijg je enkel meer van hetzelfde: méér dwaze subplots, méér zelfingenomen grapjes en méér hippe gangsters onder het motto: ‘Nog een paar en we krijgen korting op trein, tram en bus!’ Die proberen dit keer wraak te nemen op Willy Bank (Al Pacino), de steenrijke casinomogol die hun partner in crime Reuben (Elliot Gould) een loer heeft gedraaid tijdens het bouwen van zijn nagelnieuwe goktempel, wat een bijna fatale hartaanval bezorgde.

Dat een en ander uitloopt op een hopeloos ingewikkelde maar suspenseloze wraakoefening waarbij Matt Damon zich verkleedt als Dr. No en Ellen Barkin als geile oude doos, Casey Affleck met pornosnor tussen het Mexicaanse fabrieksproletariaat belandt en daar de povere werkomstandigheden aanklaagt (op zijn minst een béétje ongepast in een Hollywoodproduct waar de glamour van afdruipt) en aardbevingen kunstmatig worden opgewekt – de scenaristen hebben weer te lang in Sin City rondgehangen – is niet eens het ergste. Nog vele malen irritanter zijn Soderberghs stroeve ritmiek, schreeuwerige kleurenpalet en platte scoopfotografie, om van de belegen cocktaildeuntjes van componist David Holmes, die onderhand de volledige Henry Mancini en John Barry-cataloog heeft geplunderd, nog maar te zwijgen.

Alleen Al Pacino, die vrij ingetogen acteert en kennelijk de instructies meekreeg dat het om een misdaadkomedie in sixtiesstijl gaat zoals de originele Rat Packfilm Ocean’s Eleven uit 1960, weet nog een beetje stijl en klasse te genereren, maar zelfs hij kan nauwelijks verhullen wat Ocean’s Thirteen onder zijn klatergouden bedekking écht is: een haastig ingeblikt, slordig uitgeschreven en vreselijk zelfbewust genreoefeningetje dat zo hol is dat je het tot in Las Vegas hoort galmen. Mogen de Mexicaanse arbeiders die hier smakeloos te kijk worden gezet, hun raid op de luxevilla’s van de heren Pitt en Clooney nú inzetten.

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content