Met Martin Scorsese’s Hugo kreeg Georges al een hommage op het witte doek, het Franse elektroduo Air eert hem nu ook muzikaal. Jean-Benoît Dunckel en Nicolas Godin over Le Voyage dans la Lune, hun soundtrack bij Méliès’ iconische ruimteklassieker uit 1902.

‘Hugo’ gezien inmiddels?

JEAN-BENOIT DUNCKEL: Zeker. Een mooie kerstfilm. Niet meteen wat je van Scorsese verwacht: het eerste deel blijft heel mainstream, maar het tweede deel is fantastisch. Dan gaat het echt over Méliès’ leven, films en artistieke frustraties. Grappig trouwens dat er tegelijk met onze plaat ook een film over hem werd gemaakt.

Eerst hadden jullie enkel een score geschreven bij de film, die amper veertien minuten duurt. Waarom hebben jullie dan toch beslist er een volledige plaat aan te wijden?

DUNCKEL: We wilden een muzikaal verhaal vertellen. Zoals een stille film enkel op beeld teert, zo wilden wij narratief enkel op geluid teren. Onze plaat is weliswaar gevoed door Méliès, ze moet ook op eigen benen kunnen staan.

Hebben jullie veel research verricht?

NICOLAS GODIN: Daar hadden we de tijd niet voor. De plaat is geschreven en opgenomen op drie weken. Dat heeft ons gedwongen om instinctief te werken, wat prima paste bij het concept. Indertijd was de muziek bij stille films ook vaak geïmproviseerd. De plaat klinkt spontaan en vrij, neutraal bijna. Er zaten geen intellectuele concepten achter die het creatieproces konden afremmen. Pas na de wereldpremière vorig jaar in Cannes – waar de gerestaureerde kleurversie van Le Voyage werd vertoond – hebben we de kans gehad om ook Méliès’ andere filmpjes te bekijken en boeken over het pionierstijdperk van de cinema te lezen.

Doorgaans sleutelen jullie zowat vier jaar aan een plaat. Was het bevrijdend om onder zo’n strakke deadline te werken?

DUNCKEL: Zeker. We hebben ons drie weken in onze eigen studio opgesloten. Die studio hebben we intussen al een paar jaar en hij laat ons toe volledig onafhankelijk te werken. Het voordeel is dat je alles in je eigen tempo kunt uitproberen, zonder dat er iemand van de platenfirma op zijn horloge staat te kijken. Studiotijd kost nu eenmaal handenvol geld. Het nadeel is dat je soms eindeloos blijft prutsen aan details om uiteindelijk toch dezelfde plaat te maken. Dit project heeft ons stevig wakker geschud. Merci Méliès! (Lacht)

Hoe verschilt dit album dan van vorige platen als ‘Moon Safari’ en ‘Talkie Walkie’ of jullie soundtrack voor ‘The Virgin Suicides’?

GODIN: We werken alsmaar meer met echte instrumenten en liveopnames. De opname is belangrijker geworden dan de mixage. Bovendien hebben we in onze eigen studio niet zo veel machinerie, want daarvoor is hij te klein. Ik denk dat we nog even melancholisch klinken als vroeger, maar de sound is percussiever en directer. Als je ouder wordt, verandert ook je muzikale smaak. Ten tijde van Moon Safari luisterden we veel naar Vangelis, Tangerine Dream, Kraftwerk, Francis Lai, The Beatles en allerlei sixtiespop. Nu luisteren we ook naar klassieke componisten als Philip Glass en Steve Reich, maar ook naar techno, Justice en Aerial Pink. En naar Au Revoir Simone en Beach House natuurlijk, die aan deze plaat hebben meegewerkt. Zolang muziek maar nostalgie uitademt: nostalgie zit nu eenmaal in ons DNA.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content