Knokpartijen met Hells Angels, drugsverslavingen, opstappende groepsleden, een ‘leren sm-rokjes’-fase en sommige van de meest vernietigende kritieken ooit afgevuurd: Depeche Mode heeft het de voorbije 29 jaar allemaal overleefd. Vandaag – en 100 miljoen verkochte platen later – staat het Engelse trio er beter voor dan ooit. ‘Ik kan me niet eens meer herinneren wanneer een plaat maken nog zo vlot is verlopen.’
Het kan niet anders of Sounds Of The Universe, de recentste en twaalfde cd van Depeche Mode, luidt een nieuw én rustiger tijdperk in. Rechtkrabbelen, stof afkloppen en doorgaan: sinds bandleider Vince Clarke nog vóór de eerste plaat Speak & Spell (1981) vertrok om Yazoo op te richten, is dat het onuitgesproken motto van Depeche Mode. Ook toen geluidsarchitect Alan Wilder in 1995 de deur achter zich dichtsloeg – gefrustreerd door het gebrek aan waardering van de andere drie – en de band geconfronteerd werd met een alcoholverslaving (songschrijver/gitarist Martin Gore), een klinische depressie (toetsenist Andy Fletcher) en zelfs een twee minuten durend virtueel sterfgeval (zanger Dave Gahan).
En zo heeft Depeche Mode – ooit vier knullige teenyboppers die zelfs door de meiden van Bananarama voor wimps werden versleten – zich de afgelopen drie decennia gestaag omgevormd tot een invloedrijk elektropopinstituut, dat zich qua aanzien met U2, The Cure en R.E.M. kan meten. Kortom, je weet altijd wat gezegd als je Martin Gore de hand mag schudden.
Leuk om de man te ontmoeten aan wie we niet alleen Nine Inch Nails, maar helaas ook Marilyn Manson te danken hebben.
Martin Gore: (Lacht) Ik kan ze nochtans allebei wel pruimen,. Met techno heb ik het veel lastiger: het meeste daarvan klinkt in mijn oren totaal ongeïnspireerd. Soms denk ik dat we daarmee een monster gebaard hebben.
Jullie begrepen niet waarom techno- stamvaders zoals Juan Atkins en Derrick May zo hoog met Depeche Mode opliepen, niet?
Gore: Tja, zwarte kids uit Detroit die naar bleke Engelse synthpop luisterden? Daar konden we niet bij. Nu, het was veeleer de manier waarop we muziek maakten die hen aansprak, want op persoonlijk vlak hadden we niets gemeen. We zijn midden jaren 80, op aandringen van het tijdschrift The Face, eens bij Derrick May thuis in Detroit geweest. Dat viel tegen: wij dachten toen alleen aan de volgende party, en hij dronk niet, want ál die technogastjes waren gezondheidsfreaks. Datkwamen we te weten toen hij ons naar een grote technoclub meevoerde.Wij spurtten er naar de toog – bleek dat een sapjesbar! Tussen techno en ons is het nooit meer goed gekomen. (Lacht)
Depeche Mode bestaat binnenkort dertig jaar. Zijn jullie geboren over- levers of gelukzakken?
Gore: Toch veeleer het tweede. Al zijn we ook altijd harde werkers geweest: we hadden nooit zo’n brede fanbasis kunnen opbouwen zonder ettelijke keren de wereld rond te toeren. Bovendien hebben we steeds ons best gedaan om innovatieve en hedendaags klinkende platen uit te brengen. Of dat elke keer gelukt is, laat ik in het midden. Maar ik stel wel vast dat we meestal de oude fans konden plezieren én nieuwe konden aantrekken.
Als ik de bio mag geloven, hebbenjullie nu in de studio zowaar plezier gemaakt. Hoe is het zo ver gekomen?
Gore: Euhm, drie jaar geleden ben ik gestopt met drinken. Niet alleen voel ik me daardoor beter in mijn vel, het heeft ook de troebele relaties binnen de band doen opklaren. Kijk, Dave had zijn heroïneverslaving al overwonnen. Dat betekent dat hij en ik nu iets heel intens met elkaar gemeen hebben, waardoor onze verstandhouding hechter is dan ooit. Daarnaast heeft het feit dat hij de laatste jaren ook nummers aandraagt voor mij als songschrijver de druk wat van de ketel gehaald. Vroeger begonnen we aan een plaat met vijf songs, en moesten we halverwege de boel stilleggen omdat ik er nóg vijf moest schrijven.
Had je het er moeilijk mee toen Dave plots een deel van die koek opeiste?
Gore: Hmm, op zich niet. Maar je kent Dave: toen we aan Playing The Angel wilden beginnen, stormde hij met veel bravoure binnen en wilde hij plots de helft van de nummers leveren. Na 25 jaar waarin hij op dat vlak geen klop had gedaan! Mij al die tijd een dictator noemen, ja, omdat ik hem zogezegd niet toeliet zichzelf te ontplooien. Dus: van mij mochten zijn songs op de plaat, maar dan wel in kleine doses.
Kunnen jullie tegenwoordig om jullie zware verleden lachen? Ik hoor het je zo tegen Dave zeggen: ‘Weet je nog die keer in Madrid dat we door Hells Angels in elkaar werden geslagen omdat jij weer een grote bek had opgezet?’
Gore: (Lacht) Zulke dingen zijn bespreekbaar geworden, ja. Gisteren nog lagen we in een deuk toen we het verhaal van één van Daves arrestaties oprakelden, nadat hij een kerel van de security een kopstoot had gegeven. (Lacht) Dat was Depeche Mode toen. In Madrid viel het voor mij nog mee: ik heb me meteen laten vallen, waardoor ik er enkel een blauw oog aan heb overgehouden. Of ik het Dave ooit vergeven heb? Mmmja, uiteindelijk wel. (Flauwe glimlach)
Wanneer en waarom heb je besloten je alcoholverslaving aan te pakken?
Gore: Halverwege de vorige tournee realiseerde ik me dat ik zoveel dronk dat ik er mijn lichaam mee in de vernieling hielp. Op zich goot ik niet eens zo overdreven veel achterover, alleen: op tournee is het iedere dag zaterdagavond, begrijp je? Op den duur voelde ik me zo beroerd dat ik me tijdens een toeronderbreking van drie weken compleet droog heb gezet. Dat was zo’n… openbaring dat ik meteen definitief ben gestopt. Een van de vele voordelen was dat ik weer wat greep kreeg op mijn emoties. Al geef ik ruiterlijk toe dat ik, als het op het uiten ervan aankomt, nog steeds een beetje, euhm, achterlijk ben.
In de bio staat ook dat het, in deze fase van jullie carrière, belangrijk is om met een producer als Ben Hillier te werken: iemand die het af en toe grondig met jullie oneens is. Heb je Alan Wilders nummer dan niet meer?
Gore: (Lacht) Wat ik daarmee bedoelde, was dat iemand die géén deel van de band uitmaakt ons veel beter kan helpen om knopen door te hakken als we onderling niet overeenkomen. Alan heb ik trouwens al in geen jaren meer gezien of gehoord. Hij leeft nogal teruggetrokken, heb ik de indruk.
Wat flitst er door je hoofd als je dit ziet: een foto uit midden jaren 80, waarop je in zwart leren sm-rokjeposeert – handboeien incluis?
Gore: Dat ik er de ene keer al beter uitzag dan de andere. (Lacht) Maar ik heb nergens spijt van. Zelfanalyse is aan mij niet besteed, maar ik denk dat ik toen wilde provoceren. En ik vermoed dat het veel mensen heeft geholpen om zich wat kleding betreft te bevrijden. Ik kan me voorstellen hoe iemand als Marilyn Manson als kind die foto’s zag, en er nog een flinke schep bovenop wilde doen.
Stoorde het je dat Depeche Mode toen door de Engelse pers als volstrekt verwaarloosbaar werd gezien,terwijl jullie in Amerika een grotealternatieve band waren?
Gore: Pff. Als de ene recensent je single fantastisch vindt, en de andere er een hoop stront in ziet, bewijst dat enkel hoe zinloos en subjectief kritieken zijn. We namen ze niet al te ernstig.
Sommigen waren puur venijn.In 1984 schreef ‘Time Out’ over jullie single ‘Master and Servant’: ‘Whatdo you expect from this lame bunchof dickheads?’
Gore: (Schatert) Zo lees je ze niet meer! Och, ik begreep het wel. We maakten toen nog pure pop, en ons imago was tamelijk rampzalig. Een videoclip schieten in een stal terwijl we elk een kip strelen? Oké! Een cricketuniform aantrekken voor een fotosessie? Best! (Hoofdschuddend) We gingen op élke vraag voor promotie in, of die nu van televisie of een tienerblaadje kwam. We hadden niemand die ons tegen onszelf kon beschermen. In tegenstelling tot al de groepjes van vandaag, die vanaf hun eerste scheet door een heel managementteam worden begeleid. Wij waren een simpele workingclassband die van het ene op het andere moment in de spots werd geduwd. Maar goed, zoals ik zei: no regrets.
Wat ik je wilde vragen: hoe ernstig moeten we jouw donkere, melodramatische songs nemen als jij die live zingt met een mohawkmuts en vleugels aan, zoals op de vorige tournee?
Gore: (Schouderophalend) Ik ben opgegroeid in de glamperiode, ik heb dus wel affiniteit met dat flamboyante showaspect. Marc Bolan, David Bowie, Gary Glitter: ik krijg die niet uit mijn bloed. Trouwens: ik had onlangs een meeting met de mensen die mijn nieuwe podiumoutfit maken. Ik verklap niets, maar garandeer je wél dat je niet naast me zult kunnen kijken. (Lacht)
Depeche Mode speelt deze zomer op TW Classic. Wat herinner je je nog van je eerste optreden op die wei in 1985, op het toen nog door rock gedomineerde Torhout/Werchter?
Gore: Dat we het er zonder kleerscheuren hebben afgebracht, hoewel de Belgische pers onze naam zowat uitkotste. De teneur: ‘Elektro-nische muziek is geen échte muziek!’ Ik weet nog dat we aan boord van een Sabenatoestel in hun magazine aan het bladeren waren, en dat we zelfs dáárin werden afgekraakt! (Lacht)Het zal wel dat rokje geweest zijn.
SOUNDS OF THE UNIVERSE
Op 20/4 uit bij Mute.
Door Kurt Blondeel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier