Nick Drake
Laatste werk: Pink Moon (1972) 25 november 1974 in Tanworth-in-Arden Leeftijd bij overlijden: 26 Zanger
Volgens zijn schoolrapport: ‘Nick is een uitmuntende leerling, maar niemand lijkt hem echt te kunnen doorgronden.’ Volgens zijn zus: ‘Nick had altijd de behoefte om alleen te zijn. Maar tegelijk snakte hij naar erkenning. Al deed hij niks om die ook te krijgen.’ En volgens zijn eigen songteksten: ‘ Deep in the earth, that’s when they’ll know what you were really worth.‘ Om maar te zeggen: Nick Drakes isolement én zwartgalligheid maakten van hem een potentiële zelfmoordklant. Logisch dat de wetsdokter die diagnose dan ook spontaan stelde, toen moeder Drake haar zoon op de middag van 25 november 1974 dood in zijn kamer vond. Dramatischer kon de scène niet zijn. Op de platenspeler: De Brandenburgse Concerten van Bach. Naast zijn bed: Le Mythe de Sisyphe van Camus, een boek over de absurde zinloosheid van het leven. En op zijn schrijftafel: een brief gericht aan Sophia Ryde, zijn beste vriendin.
Volgens het parket stierf Drake aan een overdosis Tryptizol, een krachtig antidepressivum dat hij al maanden slikte. Zijn ouders en vrienden -hád hij die wel?- vermoedden geen zelfmoord, maar een ongeluk. Drake namregelmatig drugs en slikte ook nog paardenmiddelen als Stelazine en Disipal. Volgens intimi stierf Drake aan een hartstilstand door de cocktail van rotzooi in zijn lijf. Ook Sophia Ryde is die accidenttheorie genegen. Uit de brief die Drake vlak voor zijn dood voor haar geschreven had, leidt ze af dat hij niet aan zelfmoord dacht. We moeten het voor waar aannemen: totnogtoe kreeg niemand hem ooit te lezen.
Drake stierf op zijn 26e, totaal onbegrepen én geïsoleerd van de wereld. Zonde, want de Brit bulkte van het talent. Hij was niet alleen een voortreffelijk atleet en student, op de middelbare school blonk hij al uit op saxofoon, piano, klarinet, cello en gitaar. Maar toen hij zich in Cambridge inschreef voor Engelse literatuur liep het mis. Hij raakte aan de drugs en vulde zijn tijd met het componeren van melancholische gitaarliedjes. Vrienden van toen herinneren hem als ‘een introverte, sociaal gestoorde kerel, die voor de rest wel sympathiek was’. Schoolmakker Julian Lloyd: ‘Op feestjes stond hij vaak tegen de muur mensen te observeren. Plots was hij weg, niemand wist waarheen, niemand had hem opgemerkt. Hij leek wel onzichtbaar. Muziek was zijn passie. Maar zelfs toen wij, zijn beste vrienden, hem vroegen voor ons songs te spelen, keek hij ons niet aan. Hij zong ze als het ware voor zijn gitaar alleen.’
In alle stilte bleef Drake in Cambridge uit de lessen weg om zijn eerste demo Five Leaves Left op te nemen. Het resultaat stuurde hij op naar Island Records. Toen de plaat in 1969 uitkwam, waren de critici enthousiast, maar rinkelde de kassa nauwelijks. Drake mocht weliswaar op tournee als voorprogramma van Fairport Convention, maar kapte er al mee na vier optredens. Ook zijn twee volgende platen Bryter Layter en Pink Moon werden commerciële flops. Door het gebrek aan succes sukkelde Drake in een depressie die hij nooit meer te boven zou komen. Hij waste zich niet meer, had extreem vuile vingernagels en droeg altijd dezelfde lompen. Na mislukte pogingen om in Amerika door te breken en in Parijs te componeren, trok de bard gefrustreerd weer in bij zijn ouders in het dorpje Tanworth-in-Arden. Daar sloot hij zich compleet af van de buitenwereld. De zeldzame keren dat hij zijn kamer verliet, haalde hij stommiteiten uit. Eén keer werd hij opgepakt door de politie omdat hij al een uur aan het zebrapad stond te wachten om over te steken. Een andere keer stapte hij in zijn wagen en reed gewoon zijn benzinetank leeg. Op de plek waar hij gestrand was, zo’n 100 kilometer van huis, belde hij zijn vader om hem daar op te pikken.
Nick Drake was zo ambitieloos, mediaschuw en low profile dat zijn dood het nieuws nauwelijks haalde. ‘Het lijkt alsof hij in rook is opgegaan. Drake liet zo weinig sporen na, alsof hij nooit bestaan heeft.’ Tragisch genoeg kreeg hij postuum wél de erkenning die hij verdiende. Van zijn drie platen – goed voor 31 liedjes – verkocht hij in zijn leven nooit meer dan 10.000 exemplaren. Alleen al zijn best of ‘Way to Blue’ uit 1994 ging vijf keer meer over de toonbank. Maar wie vreest voor tonnen postume merchandising genre Jeff Buckley kunnen we geruststellen: van Nick Drake zijn geen concertopnames, onuitgegeven demo’s of tv-interviews bewaard.
THIJS DEMEULEMEESTER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier