NATALI BROODS ‘LATEN WE EERLIJK ZIJN: GELUK IS SAAI’

© ATHOS BUREZ

‘Een van de weinige Vlaamse actrices met star quality’, zei Tom Lenaerts over haar, iets wat hij haar prompt liet etaleren in Met man en macht. En het moet gezegd: tussen Jan Decleir en Josse De Pauw excelleren met alleen maar naturelle, het is niet iedereen gegeven. Mogen wij u – opnieuw – voorstellen: Natali Broods. ‘Zal ik Barry White wat zachter zetten?’

Goedenavond, wij gaan u vanavond vertellen over wat er allemaal gebeurd is op vlak van kunst, politiek en filosofie van de renaissance tot 1913.

De zin staat gearceerd in fluo oranje. ‘Zwart’ staat er in blokletters boven, de naam van de voorstelling van De Koe waar die uit komt. Het script is met plastic ringen ingebonden, als een cursus uit het laatste jaar van het middelbaar; het hoofd van Natali Broods hangt erboven als dat van een blokkende student. Het is de minst romantische kant van het metier acteur: het instuderen van de tekst. Een vreemd, haast demystificerend zicht: je realiseert je niet als kijker dat acteurs, als ze niet tot diep in de nacht discussiëren over Tsjechov in de Witzli-Poetzli, thuis aan de eettafel in de weer zijn met een fluostift, terwijl Barry White op de achtergrond zingt.

NATALI BROODS: Veel mensen lijken te denken dat die hele lappen tekst vanzelf komen. Wel, ik kan je verzekeren: dat doen ze dus niet. Het is studeren in de meest klassieke zin, met ezelsbruggetjes, fiches en markeerders – het enige wat ontbreekt om mijn schoolherinneringen compleet te maken, is een tintenkiller. (lacht) En dan is dit nog in het Nederlands. Vorige week speelden we in Portugal met Tg Stan de Franse versie van De eenzame weg – Le Chemin solitaire. Dat is echt van buiten blokken, de woorden erin stampen. Om ze daarna weer te vergeten. Want dat is hoe goed je het moet kennen: zo goed dat je het weer kunt vergeten.

Hoe is je Frans?

BROODS: Middelbare-schoolniveau. Ondertussen is het gebeterd, maar zeker in het begin was dat niet evident. Ik herinner me nog de eerste keer dat ik Les Antigones speelde: na de voorstelling kwamen er mensen naar me toe om een praatje te slaan – in het Frans dus. ‘Je vais aux toilettes’, was het enige dat ik kon uitbrengen. Een hele voorstelling blokken: geen probleem. Maar een serieuze babbel doen in het Frans, dat lukte niet.

Hoe komt een Belgisch gezelschap trouwens in Portugal terecht?

BROODS: Stan heeft lang aan de weg getimmerd. Eerst was het de bedoeling naar Wallonië te trekken met Le Chemin solitaire, maar dat bleek heel ingewikkeld. Uiteindelijk is Stan in Parijs beland, waar het stuk een enorm succes was. Het is ook niet de eerste keer. Met Les Antigones / 2 Antigone hebben we grote tournees gedaan door Frankrijk – we hebben zelfs in Caïro en Damascus gespeeld. Alleen is dat hier niet zo bekend: de pers pikt dat blijkbaar niet op.

We zouden het wraakroepend moeten vinden, het schrille contrast tussen de berichtgeving over elke speciale vermelding die een Vlaamse kortfilm krijgt op het Jiddisch Spirit Filmfestival in Chocowakije, en het gebrek aan aandacht voor de volle zalen die onze theatergezelschappen in Europa wachten. Alleen: het zou niet helemaal eerlijk zijn. De aanleiding om bij Broods op de koffie te komen, was niet de tournee in Portugal van Le Chemin solitaire of de vervolmaking van de trilogie De wederopbouw van het Westen: Wit / Rood / Zwart – vandaar het van buiten te leren script – maar haar rol als Greet Van Opstal in Met man en macht, de immer triest ogende vrouw van Carl Backx, gespeeld door Tom Van Dyck. Een tv-reeks, godbetert, maar wel een hele goeie. Een reeks die ons er nog eens aan herinnerde hoeveel theatertalent er hier rondloopt – en wat voor een fijne cast je daarmee kunt samenstellen.

Niemand die die vaststelling beter belichaamt dan Natali Broods. Ooit treffend omschreven als een kruising tussen Charlotte Gainsbourg en Béatrice Dalle, maar op haar 36e vreemd genoeg nog altijd een gezicht waarvan je je afvraagt van welke rol je haar ook weer kent. Haar doorbraak zouden we de vertolking van Greet Van Opstal niet noemen – dat zou haar cv te kort doen – maar het is wel de rol die ons eraan deed denken wat voor een schone actrice ze is. Iets wat met de bariton van Barry White op de achtergrond nog net iets meer opvalt.

BROODS: Zal ik de muziek zachter zetten? Dan kunnen we beginnen.

Een voor de hand liggende vraag: wat vond je van Met man en macht?

BROODS: Ik ben er heel blij mee. Wat mensen vergeten, is dat je als acteur maar een stukje van het geheel ziet tijdens de opnames. Ik had nauwelijks scènes met Stijn Van Opstal of Peter Van den Begin, dus vraag je je wel af hoe het als geheel zal samenkomen. En dat bleek wonderwel te kloppen: het is een mooie mozaïek van verhalen geworden.

Ik heb ondertussen al kunnen nadenken waarom ik het zo goed vond, en ik denk dat ik wel een antwoord heb: je hebt het gevoel dat alle personages ook een leven hebben buiten de reeks. Het zijn mensen. Bij veel reeksen merk je dat het hele script door dezelfde persoon is bedacht en geschreven – over alles ligt dezelfde saus. Bij Met man en macht heb je dat niet. Elk personage heeft zijn eigen verleden, elk personage spreekt anders, elk koppel functioneert op zijn eigen manier. En dat zonder dat alles expliciet uitgelegd moet worden. Er zit een heel fijn fragment in aflevering drie, wanneer Koen De Graeve tegen mij zegt dat hij bij zijn ouders gaat eten. ‘Ah, parelhoen met kroketten en fruit’, antwoord ik. Ik vond dat heel mooi: het verleden dat die twee personages hebben, is duidelijk, zonder dat het in een flashback nog eens expliciet getoond moet worden. Ze hebben een leven buiten beeld: het is straf hoe Tom en Tom daarin geslaagd zijn.

Om het compliment te retourneren: gevraagd naar waarom hij jou absoluut in de cast wilde, antwoordde Tom Lenaerts in één zin. ‘We zijn voor kwaliteit gegaan.’

BROODS: (lacht) Fijn om te horen. Je voelde ook tijdens het maken dat ze met heel veel zorg en liefde met hun acteurs – hun A-cast, zoals zij het noemden – omgingen. Ze gaven veel vertrouwen, al van in het begin. Ik herinner me nog dat Tom Van Dyck me belde om me te vragen voor de rol. ‘Moet ik dan op auditie komen’, vroeg ik. Waarop Tom Lenaerts de telefoon overnam en zei: ‘Maar nee, Natali, zijt gij zot? Dat doen wij niet. Wij doen geen castings.’ Heerlijk was dat.

Heb je dat nodig?

BROODS: Een veilige omgeving? Ik denk het wel, ja. Je mag jezelf zijn, je moet je niet beter voordoen, je moet jezelf niet meer bewijzen – en dus durf je veel verder te gaan in je rol. Voor mij werkt dat het best, die aanpak.

Regisseurs hebben wel iets speciaals met jou. Guido Henderickx wilde absoluut jou voor S, Tom Barman vond het personage Natalie uit om jou in Any Way the Wind Blows te hebben, Fien Troch en Kaat Beels hebben jou nadrukkelijk gevraagd om in hun debuutfilms mee te spelen. Er zijn aardig wat rollen speciaal voor jou geschreven.

BROODS: Ik heb een stuk of zes langspelers mogen doen en alleen voor tante Rosie in De helaasheid der dingen heb ik casting gedaan. Ik doe het ook niet graag. Er zijn rollen waarvan ik denk dat het niet slecht is dat ik kom laten zien dat ik dat ook kan spelen, maar ik heb geen zin om met tachtig in de rij te gaan staan. Kom dan in het theater kijken, denk ik dan. Meer regisseurs zouden dat trouwens moeten doen. Het is uiteindelijk toch hetzelfde vak.

Hoe komen al die regisseurs bij jou terecht?

BROODS: Wat zeker meespeelt: na S had Guido Henderickx geopperd dat het geen slecht idee was om in kortfilms mee te doen van regisseurs in opleiding aan Sint-Lucas. Hij vond het belangrijk dat acteurs dat doen voor de filmmakers van de toekomst. Er zat wel iets in, dus heb ik dat ook gedaan: de jaren nadat ik was afgestudeerd, heb ik in de ene kortfilm na de andere gespeeld. Ik ben er Pieter Van Hees tegengekomen, Kaat Beels, Fien Troch… Wij zijn samen opgegroeid in het vak, dat schept een band. En het heeft ook wel wat gevolgen gehad. Fien heeft me gevraagd voor Een ander zijn geluk, met Kaat heb ik vorig jaar Swooni gemaakt, en dit jaar nog begin ik aan de opnames van The Wasteland, het derde deel in Pieters trilogie.

‘Investeren in jezelf’, heet dat dan. Matthias Schoenaerts heeft hetzelfde gedaan: kortfilm na kortfilm van regisseurs in wie hij geloofde.

BROODS: Dat wist ik niet. Maar je doet het nu als een strategischer plan klinken dan het op dat moment leek. Ik heb even vaak gedacht: wat sta ik hier te doen? De omstandigheden bij die studentenfilms waren niet altijd even idyllisch, om het zacht uit te drukken. Ik bedoel maar: ik heb ook twee dagen lang van ’s morgens tot ’s avonds gratis in lingerie op een peepshow in een uithoek van Vlaanderen gestaan bij -4 graden, enkel verwarmd door twee giftig rokende benzinebranders. Om na de opnames vast te stellen: euhm, ging er niet iemand me naar huis brengen?

De verwachtingen waren hoog toen je afstudeerde. ‘De beste actrice van haar generatie’, kwam ik in een oud stuk over jou tegen.

BROOD: Dat is toen geschreven, ja.

‘Een kruising van Charlotte Gainsbourg en Béatrice Dalle’ ook.

BROOD: Het is een mooie tegenstrijdigheid om mee vergeleken te worden. Als Gainsbourg speelt, vergeet ze te spelen. Dat vind ik geweldig. Dalle is dan weer precies het tegenovergestelde: een heel exuberante actrice die keihard in de emotie gaat. Maar ik heb haar wel al lang niet meer zien acteren. Haar naam zegt vooral iets over hoe oud die uitspraak is. (lacht)

Tien jaar later valt het op dat je nooit meer it-girl bent geweest dan toen. Je hebt een bewonderenswaardig cv in het theater en de film, maar toch blijf je voor het grote publiek een van-waar-ken-ik-die-nu-weergezicht.

BROODS: En dan blijkt meestal nog dat ze mij van David kennen. (lacht) Ik vind het niet erg, hoor. Ik heb het gevoel dat om een it-girl te zijn – en laat ons eerlijk zijn: we spreken wel over Vlaanderen – je serie na serie moet blijven doen. En film na film, en dan heb ik het over grote films, niet een iets kleinere als Swooni. Je moet zichtbaar blijven op tv. Als je na een reeks teruggaat naar het theater, dan word je weer vergeten.

Ik speel te graag theater om dat te doen. Het gaat me niet eens om het spelen alleen, maar alles wat errond hangt. Samen op tournee zijn, samen een voorstelling in elkaar boksen, de vrijheid om alles te kunnen kiezen zoals jij het wilt, zonder regisseur: na elke opname voor tv of film ben ik ook blij als ik weer bij De Koe aan de slag kan. Dat is de laatste jaren echt wel mijn thuis geworden.

Vergis ik me, of heb je het gastrollencircuit in de Vlaamse tv-misdaadfictie aan je laten voorbijgaan?

BROODS: Bwaaa… Ik heb ook ne Witse gedaan. Flikken. Code 37.

Ne Witse?

BROODS: Onder acteurs wordt daar wel over gepraat. ‘Hoeveel Witses heb jij gedaan?’ We hadden het er laatst over toen we terugkwamen van Groningen. Iedereen vertelde wat hij al gespeeld had. ‘Ik was een kinderverkrachter in de ene reeks, ik ben gestorven in de andere en ik was de dader in nog een andere.’ Waar ik nooit bij had stilgestaan: de bekendste gastacteur is meestal ook de dader – ze vragen je niet als veredelde figurant.

‘Alles wat we schrijven en spelen, houdt verband met wie we op dat moment zijn’, zei je in een interview over De Koe, waarvan je samen met Peter Van den Eede en Willem de Wolf de kern vormt. Wat zegt Zwart over wie je op dit moment bent?

BROODS: Hoe moet ik daaraan beginnen? (denkt na) Je hebt daarstraks de openingszin gelezen, over hoe we vertrekken van de renaissance en tot 1913 gaan. Dat is letterlijk de geschiedenis die we proberen te vertellen aan de mensen. Hoe al die filosofieën, stromingen en utopieën in de kunst en politiek opkwamen, in elkaar overgingen, verdwenen en weer terugkeren. Maar omdat we ook met zijn drieën maar mensen zijn, is het maar de vraag of het ons lukt. Dat is in een notendop het verhaal.

En om dan op je vraag te antwoorden: er zijn een aantal sombere dingen gebeurd tijdens het maken van Zwart – mijn grootmoeder, die dan ook nog eens in 1913 geboren was, is gestorven. Maar ik heb niet het gevoel dat het een donkere periode was in mijn leven. Ik denk dat Zwart daar ook over gaat. Dat zwart niet de depressie en de neergang moet betekenen, maar evengoed kan staan voor de zwarte motor die ons weer doet opstaan als mens. Er zit iets in ons dat je niet kunt duiden, maar dat alsmaar doorgaat. (plots) Klink ik nu heel abstract?

Halverwege ben je me kwijtgeraakt.

BROODS: Misschien is het gemakkelijker om het gewoon te zien. (lacht) Want begrijp me niet verkeerd: het is ook een heel vrolijke voorstelling.

Het valt me op dat je in eerdere interviews veel grote woorden gebruikt om de dingen te beschrijven. Verlangen, spijt, wroeten, vechten, het leven: de dingen lijken nooit makkelijk te verwoorden in jouw leven.

BROODS: Ik vrees het, ja. Ik kan het niet anders benoemen. Misschien sta ik daar wel te veel bij stil. Ik denk dan dat dat voor iedereen zo is, maar waarschijnlijk klopt dat helemaal niet. Herken jij dat niet?

Ik heb zelden het gevoel op een tweesprong in mijn leven te staan.

BROODS: Nee? Dat gaat gewoon? En dingen als: wat ga ik studeren? Waar ga ik werken? Zou ik niet eens alles overboord gooien en opnieuw beginnen? Heb je dat ook niet?

Nope.

BROODS: Haha. Fantastisch. Ik denk dat ik zo bewust mogelijk probeer te leven, zodat ik achteraf nergens spijt van kan hebben. Nu goed, je mag het leven niet zo gecontroleerd aanpakken: er gebeuren uiteindelijk toch altijd dingen die je niet voorzien had.

Wat ik me meer en meer begin af te vragen: in welke mate ben je in Met man en macht getypecast als de immer twijfelende Greet Van Opstal?

BROODS: Nogal sterk, vrees ik. Ik huil veel minder dan haar, maar die onzekerheid zit ook in mij. Dat is een stuk van mezelf dat ik heb uitvergroot. Niet dat het problematisch is, maar ik zit wel met veel twijfels in mijn hoofd. Is dit nu wat ik wil? Is dit de juiste manier om het te doen? Of op dit moment: ga ik niet heel labiel uit dit interview komen? (lacht)

Ik zou wel eens graag voelen hoe iemand anders leeft. Of dat dan zoveel simpeler is. Mijn vriend zegt dat hij af en toe wel eens mij zou willen zijn. Ik leef meer in pieken. Ik kan in één dag tijd heel hoog en heel laag gaan. Het hangt misschien ook samen met het acteren. Ik klink aan de telefoon heel anders voor een voorstelling dan erna, zegt mijn vriend.

‘Ik wil dat jullie ongelukkig worden in dit beroep’, zei Damiaan De Schrijver tegen jou bij je ingangsexamen aan Studio Herman Teirlinck. En?

BROODS: Diep ongelukkig heeft het me niet gemaakt, maar ik snap wel wat hij bedoelt. Er zijn een aantal kanten aan het beroep die je onzeker maken. Een voorstelling die goed marcheert, dat maakt me heel blij. Maar je moet jezelf wel elke keer opnieuw onderuithalen om iets te maken. Wat hij, denk ik, ook bedoelde was dat je een zekere innerlijke onrust nodig hebt als acteur. Dat je een beetje ongelukkig moet zijn om te kunnen excelleren. Het is wat maakt dat je die noodzaak voelt om dingen te maken. Daarom cultiveer je het ook een beetje, die onrust. Alleen staat er geen uit-knop op. Soms zou ik wel eens willen dat ik het even op pauze kan zetten en normaal leven. Het stopt nooit.

Stel dat je nog één rol mag spelen, wat kies je dan?

BROODS: Ik ben een grote fan van de Deense cinema. Films als After the Wedding. Dat lijkt me wel iets: in een film van Susanne Bier meespelen. Zo’n ongelooflijk dramatische rol, dat zou ik wel graag doen.

Om een of andere reden leek je me ook niet het type dat ooit iemand complexloos gelukkig zal spelen.

BROODS: Nee. Ik denk dat er iets triestigs over me hangt, wat maakt dat ik niet snel gevraagd word voor een rol in een deurenkomedie. Ik moet oppassen wat ik zeg – straks vragen ze me helemaal niet meer – maar ik denk ook dat dat me niet zo goed zou afgaan. Ik vind het leuker om complexe ongelukkigheid te spelen.

Laat ons eerlijk zijn: dramatisch gezien is geluk ook gewoon saai. Als het goed gaat, is het al snel niet interessant om te tonen. Ken je de openingszin van Anna Karenina? ‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, maar elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.’ Geef toe: daar zit iets in.

MET MAN EN MACHT

Elke maandag om 21.05 uur op VIER.

Met dank aan hotelterminus.be. Make-up & hair: Adelien De Puysseleyr voor MAC.

DOOR GEERT ZAGERS – FOTO’S ATHOS BUREZ

NATALI BROODS: ‘MET MAN EN MACHT IS ZO GOED OMDAT JE HET GEVOEL HEBT DAT ALLE PERSONAGES OOK EEN LEVEN HEBBEN BUITEN DE REEKS. STRAF HOE TOM EN TOM DAARIN GESLAAGD ZIJN.’

NATALI BROODS: ‘VOOR HET GROTE PUBLIEK BLIJF IK EEN VAN-WAAR-KEN-IK-DIE-WEERGEZICHT. EN MEESTAL KENNEN ZE ME DAN NOG VAN DAVID. IK VIND DAT NIET ERG.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content