Van Barton Fink over The Dude tot Llewyn Davis: aan kleurrijke protagonisten geen gebrek in de wondere, licht misantropische wereld van Joel en Ethan Coen, al zijn hun randpersonages minstens even memorabel. Zes onvergetelijke Coen-creaturen.

LOREN VISSER M. EMMET WALSH in BLOOD SIMPLE, 1984

Hij trekt vliegen aan, zweet als een rund, is voor geen vettig haar te vertrouwen en barst zelfs dodelijk verwond uit in een sardonische bulderlach. Privédetective Loren Visser – vertolkt door de sublieme karakterveteraan M. Emmet Walsh – is het eerste sardonische creatuur van de Coens, een geïnspireerde perversie van de archetypische antiheld uit de noirwerelden van James Cain en Raymond Chandler. In deze grimassende debuutfilm wordt hij ingehuurd door een Texaanse bareigenaar die zijn vrouw van overspel verdenkt. Vissers motto en bij uitbreiding dat van de Coens: ‘Nothing comes with a guarantee‘.

BERNIE BERNBAUM JOHN TURTURRO in MILLER’S CROSSING, 1990

I’m praying to you! Look in your heart! I’m praying to you! Look in your heart! I’m praying to you! Look in your heart!…‘ De wellicht meest pathetische smeekbede uit de Coen-cataloog en bij uitbreiding de hele filmgeschiedenis komt op naam van Bernie Bernbaum, een gluiperige Joodse bookmaker die de Ierse gangster Tom Regan alsnog hoopt te doen afzien van zijn plannen om hem dichter tot bij Jahweh te knallen. Of conform Bernies opportunistische wereldbeeld: dichter tot het gouden kalf. Een sublieme neonoir over de rivaliteit tussen een Ierse en Italiaanse misdaadclan tijdens de grote Drooglegging, met Bernie – vertolkt door Coen-habitué John Turturro – smekend, huilend en sjacherend in het dubieuze midden.

WARING HUDSUCKER CHARLES DURNING in THE HUDSUCKER PROXY, 1994

Het volumineuze hoofd – géén Coen-film zonder dikkerdje – van speelgoedgigant Hudsucker Industries pleegt zowaar onverwachts zelfmoord door zijn vadsige lijf van de 44e verdieping te gooien. Daarmee zegt Waring Hudsucker echter nog geen definitief adieu aan deze indertijd geflopte screwballkomedie met bretellen en hoelahoep. Hij komt terug als de engel die volslagen idioot en nieuwbakken bedrijfsleider Norville Barnes vanuit het hiernamaals mag bijstaan met wijze raad. Het is slechts een van de vele geweldige bijrollen van karakterreus Charles Durning, ook te zien in O Brother Where Art Thou. Eind 2012 jaar overleed hij in zijn slaap, niet door van een kantoorgebouw te springen.

JESUS QUINTANA JOHN TURTURRO in THE BIG LEBOWSKI, 1998

You said it, man. Nobody fucks with the Jesus!‘ Tenzij misschien achtjarige jongetjes. Het is veroordeeld pedofiel Jesus Quintana duidelijk menens wanneer hij met haarnetje en purperen pak de bowlingbaan betreedt om er zich te meten met eeuwige slacker Jeff ‘The Dude’ Lebowski en diens buddy’s. Bij de release werd deze hilarische pastiche op het LA-detectivegenre zelfs naar coeneske normen té maf bevonden. Maar net dankzij The Dude, Jesus, Duitse nihilisten, vaginale performancekunstenaressen en nog wat vreemde vlerken groeide The Big Lebowski uit tot een cultklassieker nog voor iemand ‘Dios mio, man‘ kon roepen. Turturro droomt al jaren van een spin-off naar zijn personage, al luidt het antwoord van de Coens vooralsnog: ‘Yeah, well, that’s just like your opinion, man‘.

ANTON CHIGURH JAVIER BARDEM in NO COUNTRY FOR OLD MEN, 2007

Je hebt sociopathische killers die haren te berge doen rijzen, je hebt er die haren doen uitvallen, en dan heb je ook nog Anton Chigurh die zo’n bizar haar heeft dat je echt niet weet of je nu moet grijnzen of gruwelen. Zelf is deze zwijgzame engel des doods meer in moord dan in mode geïnteresseerd, want hij knalt zo ongeveer iedereen af die zijn pad kruist in deze geweld(dad)ige adaptatie van Cormac McCarthy’s misdaadroman – behalve dan wanneer hij een muntje opgooit en het lot zijn opgejaagde slachtoffer gunstig gezind blijkt. Javier Bardem won een Oscar en een Golden Globe voor zijn incarnatie van deze ijzingwekkende killer met het onvergelijkelijke pagekapsel – een look die de Coens haalden van een foto van een bordeelbezoeker uit de seventies.

ROLAND TURNER JOHN GOODMAN in INSIDE LLEWYN DAVIS, 2013

John ‘Roseanne’ Goodman – de favoriete fattie van de Coens – was ex-bajesbuddy en crimineel op de vlucht in Raising Arizona. Hij was ook de diabolische handelsreiziger die Barton Fink het – euh – hoofd op hol bracht. Hij was de Joodse Vietnamveteraan die – bij voorkeur gewapend -The Dude bijstond in The Big Lebowski. Hij was de eenogige Bijbelverkoper in O Brother Where Art Thou, de Coen-lezing van Homeros’ Odyssee. En in deze folkballade mag hij muziekgoeroe, junk en voodooman Roland Turner incarneren, een mysterieuze mix van Dr. John en William Burroughs, inclusief purperen pak, wandelstok én koddige coiffure uiteraard.

(DAVE MESTDACH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content