De Zwitserse regisseur van ingetogen hits als ‘Monster’s Ball’, ‘Finding Neverland’ en ‘The Kite Runner’ die een brutale James Bondblockbuster inblikt? Het klinkt nogal onwaarschijnlijk. Toch heeft Marc Forster zich niet door de Bondmachine laten muilkorven. ‘Ik weet dat ik enkel kan verliezen, maar toch heb ik er mijn eigen artfilm vangemaakt.’

Door dave Mestdach

‘Casino Royale’ – de vorige Bond – was een doorslaand succes. Maakte dat de druk niet extra groot?

Marc Forster: Het was duidelijk niet de bedoeling om een minder succesvolle film te maken. (Lacht) Maar uiteindelijk heb ik mezelf gewoon de vraag gesteld: ‘Welke Bondfilm zou ik zelf graag zien?’ Op dat miljoenenpubliek kan ik me niet richten. En voor mij moest het een artfilm worden. Bond is al commercieel genoeg! Will Ferrell, met wie ik Stranger Than Fiction heb gemaakt, zei me al lachend: ‘Doe me een lol en richt de franchise na 21 films niet ten gronde.’ (Lacht)

Je arty aanpak zal toch niet naar de zin van producers Barbara Broccoli en Michael G. Wilson zijn geweest. Naar verluidt vonden ze Quentin Tarantino – die in de running was om ‘Casino Royale’ te regisseren – alte kunstzinnig.

Forster: Dat verhaal klopt niet. Tarantino wilde zelf de rechten op Casino Royale kopen om er zijn ding mee te doen. Wat wel klopt, is dat ik het aanbod van Wilson en Broccoli eerst heb geweigerd. Thuis werd ik gek verklaard, maar ik vond mezelf niet de geschikte regisseur. Ik was gewend om met kleine budgetten te werken en final cut te hebben. Ik vind trouwens nog altijd dat ik vooral veel te verliezen heb. Als het fout gaat, kan dat mijn carrière schaden. Als het wel een succes is, opent het misschien deuren om grote Hollywoodfilms te maken, maar dat interesseert me niet. Een van de redenen dat ik toch ‘ja’ heb gezegd, is dat ik niet als Orson Welles wilde eindigen. Die liet ooit optekenen dat het hem enorm speet dat hij nooit een commerciële film had gemaakt. Toch was het pas nadat ik Daniel Craig had ontmoet en het fiat had gekregen om mijn eigen crew samen te stellen, datik het écht zag zitten.

In welke zin is ‘Quantum of Solace’ jouw film?

Forster: Ik heb de Bond behouden waar ik zelf van houd. Daarvoor ben ik teruggegaan naar de vroege jaren zestig en de designs van Ken Adam. Die look wilde ik. Daarnaast heb ik ook naar North by Northwest gekeken van Hitchcock en naar The Parallax View van Alan J. Paku-la. De sfeer en de stijl van die films heb ik geïncorporeerd binnen een moderne, eenentwintigste-eeuwse visie op Bond.

Kon dat wel met een budget van 200 miljoen dollar en een rist megalomane sponsordeals?

Forster: Ik heb nooit shots ingepast onder druk van sponsors. Die druk was er simpelweg niet. Als een horloge in beeld komt, is dat omdat het in het verhaal past. Elk shot moet zinvol zijn om het personage uit te werken of een emotie over te brengen.

Maar je zult toch compromissen hebben gesloten?

Forster: Toen ik toestemde, heb ik de wereld van Bond moeten aanvaarden: de slechteriken, de auto’s, de meisjes. Er zijn dus gadgets en het blijft fun. Ik voelde me soms als een filmmaker die onder een politiek regime met een strenge censuur moest werken. Daarbinnen probeer je dan creatief te zijn. En toch. De enige echte compromissen die ik heb gesloten, waren van financiële aard. Zo heb ik tot mijn frustratie de boat chase in Panama moeten schrappen want te gecompliceerd en te duur. Visueel zou het nochtans fantastisch zijn geweest. Ik zie het nog altijd voor me. (Lacht)

Fout getimede stunts, gewonde stuntmannen, een Aston Martin die het Gardameer in sukkelde: er is nogal wat fout gelopen op de set. Moet je dan je gehele visie aanpassen om het budget weer in evenwicht te krijgen?

Forster: Zolang je op schema zit, laten ze je met rust. Er waren 103 draaidagen voorzien en dit is de eerste Bondfilm waar er uiteindelijk geen dag is bijgekomen. Daar ben ik trots op. Verder is het financiële plaatje niet mijn zaak. Ik weet bijvoorbeeld niet hoe de deal met Aston Martin in elkaar zit. Krijgen we die auto’s of moeten we ervoor betalen? Trouwens: die Aston Martin die tijdens de opnames in het meer reed, was niet eens van ons. Ik weet het: zoveel Aston Martins zie je niet in het dagelijkse verkeer, laat staan dat je ze naast een Bondset het Gardameer ziet induiken, maar ik zweer het je: we hadden er niets mee te maken. (Lacht)

Doet de nieuwe James Bond niet al te hard zijn best om op Jason Bourne te lijken?

Forster: Ik denk dat beide franchises thematisch zeer verschillend zijn. Bourne heeft een puur karakter en is op zoek naar zijn eigen identiteit. Bond daarentegen is hoegenaamd niet zuiver op de graat. Hij is cynisch en heeft zijn eigen belang voor ogen. Het onderscheid tussen Bond en de slechterikis niet altijd even uitgesproken. Ook in werkelijkheid is het vandaag niet meer duidelijk voor wie politici, bedrijfsleiders en dus ook geheim agenten nu eigenlijk werken. Dienen ze zichzelf of de bedrijven of beschermen ze toch nog steeds het land? Die onduidelijkheid maakt dat het personage van Bond nog steeds interessant is en dat is ook de politieke dimensie die ik er absoluut in wilde.

Je hebt het eerste script door ‘Crash’- en ‘Million Dollar Baby’-auteur Paul Haggis laten herschrijven. Wat was er mis mee?

Forster: Ik voelde het verhaal niet aan. Ik was enkel overtuigd van enkele locaties, het feit dat het over natuurlijke grondstoffen moest gaan en de politieke context. Op basis daarvan heeft Paul een eerste draft geschreven. Ik heb zelf besloten hem er bij te halen omdat hij ook al voor Casino Royale fantastisch werk had geleverd. Hij heeft dialogen herschreven en wat personages toegevoegd, hij wilde niet op de actiescènes werken. Het moest ook allemaal snel gaan gezien hij zijn eigen nieuwe film ( ‘In the Valley of Elah’; nvdr) moest promoten. Daniel en ik zijn dan van zijn versie vertrokken om Bond nog maar eens opnieuw uit te vinden.

Wie is Bond voor jou vandaag?

Forster: Zijn moeder was een Zwitserse. Dat weet ik zeker. (Lacht) Neen, het mysterie rond Bonds afkomst ligt mee aan de basis van zijn succes. Ergens wil je niet weten wie hij werkelijk is. Toch wilde ik een glimp van zijn emotionele leven laten zien. Daarom heb ik Camille – een van zijn girls – als een soort spiegelbeeld opgevat. Ze kampt ook met wraakgevoelens, is een koele moordenaar en heeft emotionele wonden, maar in tegenstelling tot Bond weet zij haar emoties wél te uiten. Via haar personage krijg je als het ware te horen wat Bond denkt en voelt. Vooral de gevoelens zijn dus realistischer dan in Casino Royale.

Is het niet gevaarlijk om Bond nog realistischer te maken?

Forster: Zeker. Het is op een dun koord balanceren tussen het nodige escapisme en het echt houden. Oordeel zelf maar of het gelukt is.

Zou je nog een Bondfilm overwegen?

Forster: Nee. Ik wil weer een kleine film maken. Bond was fun, maar je hebt geen leven meer. Mijn vrienden klagen steen en been. Het was keihard werken, al was het emotioneel minder zwaar dan mijn vorige film The Kite Runner (een drama over Afghaanse vluchtelingen naar de bestseller van Khaled Hosseini; nvdr). Als de kleur van een gordijn op de set van Bond me niet aanstond, werd het meteen weggehaald. Op de set van The Kite Runner was er zelfs geen glas water te krijgen. Ik zat helemaal alleen in het westen van China zonder props, producers of wat dan ook. Van daaruit ging het dan naar Afghanistan en Pakistan. Vergeleken daarmee was Bond draaien een luxevakantie. (Lacht)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content