Ik denk in stripverhalen. Na dertig jaar Kiekeboe zie ik de wereld in hokjes, en hoor ik gesprekken in tekstballonnetjes. Een neveneffect van vier strips per jaar tekenen, of twee stroken per dag. ‘De Vloek van Vandersteen’ noemen striptekenaars het wel eens onder elkaar. Want hij zette indertijd die standaard, met dat waanzinnige tempo van hem. Ik heb de voorbije dertig jaar ontzettend veel aan Kiekeboe gegeven. Maar ik heb er ook veel voor terug gekregen, dus je hoort me niet klagen.
Tekenen heeft me aan grijsheid doen ontsnappen. Ik kom uit een nest van brave, hardwerkende mensen, die elke frank in drieën beten. Mijn ouders vonden ‘normaal’ al meer dan gek genoeg, veel plaats voor fantasie was er niet. Maar dat compenseerde ik met mijn Kuifjes, mijn Suske & Wiskes en mijn Nero’s, waarin wél alles kon en wél alles mocht. Tekenschool mocht van mijn ouders pas na mijn humaniora, dus leerde ik mezelf alles uit de strips die ik las. Want ik moest en ik zou striptekenaar worden – een Plan B had ik simpelweg niet.
Baasjes lijken op hun honden, en misschien gaat dat ook wel op voor striptekenaars en hun personages. Er zit veel Kiekeboe in mij, veel meer dan ik zelf soms wil toegeven. Het valt me bijvoorbeeld op dat hij de actie eerder ondergaat dan ze zelf in gang te steken. Dat wordt mij ook wel eens verweten.
Ik lach steeds minder met ouder worden, vandaar dat ik mezelf zo ernstig tekende. Ik betrap mezelf steeds vaker op een droevige blik, hoewel daar maar zelden een reden toe is. Ik kan het soms enorm missen: de onbezorgde en complexloze loltrapperij van toen ik jonger was. Maar misschien is ouder worden wel: beseffen dat er eigenlijk niet zo heel erg veel te lachen valt.
Populaire strips zijn altijd een beetje verdacht, wegens niet artistiek genoeg. Maar ik schaam me niet om mijn verkoopcijfers, integendeel. Bij zure kritieken denk ik altijd aan die geweldige oneliner van Hal Roach, de producer van mijn grote helden Laurel & Hardy: ‘Niemand vond het goed, behalve het publiek.’
Mensen gelukkig maken: dat vind ik het allerhoogste. Elke keer als ik Youp van ’t Hek bezig zie, of Toon Hermans, of Freek De Jonge, denk ik: ‘Dit is waar het allemaal om draait. Mensen doen dromen en lachen, zodat ze even alles vergeten.’ Als er iets is wat ik mijn lezers met Kiekeboe altijd heb willen geven, dan was het wel dat. Het gelukzalige gevoel dat ik zélf had toen ik als kind op woensdagmiddag strips zat te lezen.
Rob Merhottein alias Merho is de geestelijke vader van Kiekeboe, die deze week zijn dertigste verjaardag viert. In het Belgisch Centrum van het Beeldverhaal in Brussel loopt nog tot 18/3 de tentoonstelling ‘De Wereld Volgens Merho’. Meer info: www.kiekeboe30.be.
Opgetekend door Wouter Van Driessche
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier