‘MEGA SUPER SCHAAMLIJK’
Wie Aanrijding in Moscou en Adem had gezien, wist dat het eraan zat te komen: de doorbraak van Anemone Valcke. Met Offline is die nu ook een feit. Jong, naturel en nadrukkelijk Gents: de Vlaamse film heeft er een vree heftige actrice bij. ‘Tijd om het wijf in mezelf los te laten.’
‘Die onderbrekingen ook zo beu? Wist je dat je voor tien euro per maand onbeperkt en zonder onderbrekingen naar je favoriete muziek kunt luisteren, waar en wanneer jij het wil?’ Voor de ziljoenste keer probeert de verkoopstem van Cathérine Kools ons een abonnement op Spotify te verpatsen. Anemone Valcke zit in haar living op de grond voor een kattenkrabpaal, die voor de gelegenheid dienst doet als laptopsteun voor haar MacBook. Het venster van Spotify is opengeklikt; Valcke is op zoek naar de ideale soundtrack voor een interview.
‘Hoe zet je die reclame eigenlijk af?’ vraagt ze.
‘Tien euro per maand betalen.’
‘Zot. Ga ik nooit doen.’
Het duurt even voor ze de juiste plaat te pakken heeft. Frank Oceans Channel Orange,El Camino van The Black Keys en – jawel – Zjef Van Uytsel worden geprobeerd, maar voldoen niet. ‘Niet kalmerend genoeg. Ik heb net staan stofzuigen met 2001 van Dr. Dre op maximum: ik heb rust nodig. Anders kan ik niet nadenken.’ Het is de shufflegeneratie live aan het werk – ‘Waarom naar één genre luisteren? Zo saai.’ Uiteindelijk zal het Chopin worden. ‘Ik zit in mijn klassieke periode. Frédéric hier helpt me concentreren.’
Was ook gepast geweest: Triggerfinger, de band die de soundtrack leverde voor Offline, waarin Valcke haar eerste grote hoofdrol speelt. Het is het verhaal van een hersteller van wasmachines die na zeven jaar gevangenis de draad van zijn leven weer wil oppikken. Verteerd door eenzaamheid en zijn verleden bouwt hij een bijzondere relatie op met een cam girl, een studente die al even hard worstelt met het leven en achter haar webcam een duit probeert bij te verdienen. Het is een goede Belgische film geworden, en dat is vooral te danken aan het acteerwerk. Wim Willaert schittert als de bajesklant, Anemone Valcke doet niet onder als cam girl Vicky. De – excuses voor het woord – chemie tussen de twee tilt de film naar een hoger niveau.
Nu ze voor me zit, met dikke winterkousen en wollen overgooier, is het moeilijk om in haar Vicky te zien, het getroubleerde meisje dat in felrode lipstift zwoel staat te wezen voor de lens van de webcam. Ze ziet er jonger uit in het echt. ‘Misschien komt dat door mijn beugel? Die had ik toen nog niet. Ik heb hem pas sinds een maand: mijn vorige tandarts was meer kunstenaar dan orthodont. Eerlijk waar: zijn praktijk was ook zijn galerie.’
Misschien komt het ook omdat ze nog altijd maar 22 is – iets wat een mens al eens zou vergeten na een blik op haar cv. Op haar zestiende speelde ze mee in Aanrijding in Moscou; op haar achttiende was ze Eline in Hans Van Nuffels Adem, waarvoor ze een Vlaamse Filmprijs voor beste actrice in een bijrol kreeg. Maar de impact van een hoofdrol is toch nog iets anders. Het was ontroerend in al zijn eerlijkheid: Anemone Valcke die bij de première van Offline op het Filmfestival van Gent geen woorden vindt en in tranen uitbarst voor een volle zaal.
ANEMONE VALCKE: Ik schaam me nog altijd dood als ik eraan denk. Nu, we hebben achteraf wel een staande ovatie gekregen. (lacht)
Het was een samenloop van omstandigheden. Net voor de film stopte, begon de vrouw van Peter (Monsaert, regisseur, nvdr.) te huilen omdat de film aan haar en hun kinderen was opgedragen. Ik probeerde haar te troosten, maar werd zelf tranerig. En precies op dat moment moest ik naar voor om op de vragen van Patrick Duynslaegher te antwoorden. ‘Hoe heb je je ingeleefd in je rol?’ vroeg hij, maar ik kon niet antwoorden. Het gevolg: ik heb staan blèten als een kind voor een zaal van 300 mensen.
Als het een geruststelling kan zijn: het was schoon om te zien hoe weinig blasé een jonge actrice kan zijn tijdens een première.
VALCKE: Ik heb er weken naartoe geleefd – het was bijna als een trouwdatum. Een vriendin van mij had mijn kleed gemaakt voor de rode loper; al mijn familie en vrienden waren uitgenodigd. Vree heftig. Ik was ook zenuwachtig naar de reacties: Offline was mijn eerste hoofdrol. Dan geef je toch een stukje van jezelf bloot dat je nog niet hebt laten zien.
Maar het heeft ook wel met de aard van de film te maken, denk ik. Twee weken voor de première had ik de film voor het eerst gezien en toen was ik er al niet goed van. Ik was helemaal mee met de film. Ik had niet eens meer door dat ik het was die dat meisje speelde. Achteraf, terwijl ik over straat liep, was ik ook weer Vicky. Wim Willaert, die bij me was, had net hetzelfde: hij liep zelfs met de motoriek van Rudi, zijn personage. Megaraar. Het heeft drie uur geduurd voor ik uit die trip was, nog eens drie dagen voor ik het helemaal van me af had geschud.
Er is iets speciaals voor mij aan deze film. De dag na de première ben ik ook ziek geworden. Alsof mijn lijf tegen zoveel emotionaliteit en drama in opstand kwam. Want dat was het wel: heel erg dramatisch. (lacht)
‘Vicky lijkt hard op Anemone: extravert, grote mond, maar tegelijk heel gevoelig’, zei Peter Monsaert. Maakte ook dat het zo confronterend?
VALCKE: Peter heeft me nog maar in één film geregisseerd, dan lijkt dat misschien zo. Maar naar mijn gevoel was dit de eerste keer dat een rol vree ver van mijn eigen lag. Het enige wat ik met haar gemeen heb – buiten die grote mond dan – is dat zoeken in het leven. Maar ik denk dat dat heel normaal is op je 22e.
Na Aanrijding in Moscou was ik bang om telkens opnieuw gecast te worden als de farse, net niet lesbische puber. Elke rol die mij aangeboden werd die een beetje in die richting neigde, heb ik afgewimpeld. Wat ik het leukste vind aan acteren, is net dat opzoeken van kanten van jezelf die je niet kent. Mijn vader suggereerde ooit dat ik eens op Erasmus moest gaan. ‘Dan ga je jezelf wel tegenkomen.’ Ik heb geantwoord: ‘Papa, ik zit op een theaterschool: ik kom mezelf elke dag tegen.’ Je fysieke grenzen, je angsten, je emoties: acteren kan bijzonder confronterend zijn, en dat staat me er ook zo in aan.
Nog een quote van Monsaert: ‘Anemone wórdt een personage. Ze beleeft wat ze speelt.’
VALCKE: Ik hou er niet zo van als je acteurs zíét acteren. Wim Willaert, mijn tegenspeler in Offline, vertelde me dat hij een scène moest spelen met een collega waarin ze moesten autorijden. ‘Dat is toch moeilijk, hé, spelen dat je aan het autorijden bent?’ zei die andere. Wel, ik snap dat niet. Het is een andere manier van spelen, die ik niet onderuit wil halen, maar het is niet mijn manier van acteren. Acteren moet voor mij actie en reactie zijn. Iets intuïtiefs. Als je te bewust gaat spelen, wordt zelfs iets banaals als autorijden moeilijk.
Zijn er acteurs naar wie je opkijkt?
VALCKE: Wat Heath Ledger in The Dark Knight deed met The Joker was bewonderenswaardig – hoe hij in zoveel tristesse schakelt tussen emoties is fantastisch – maar dat is ondertussen een reuzengroot cliché. Hans Teeuwen vind ik een onderschat acteur. Hoe hij op het podium tussen personages kan switchen, dat is iets wat weinigen hem nadoen. Dat is precies wel iets dat ik belangrijk vind, tussen emoties wisselen. (lacht)
Dat intuïtieve waar je het over had, moet wel in het Gents gebeuren, lijkt het. De eerste keer dat je ons opviel, was toen je in Aanrijding in Moscou het woord ‘schaamlijk’ uitsprak met een pijnlijk schurende g. Geen enkele actrice klonk ooit Gentser dan jij.
Valcke: ‘Mega super schaamlijk’, om precies te zijn. (lacht) Toen de film uit was, moest ik van veel mensen dat zinnetje uitspreken. In het scenario stond er ‘gênant’, maar dat kreeg ik niet geloofwaardig uitgesproken. ‘Eigenlijk gebruikt niemand in Gent dat woord’, zei ik tegen Christophe Van Rompaey. ‘Doe maar’, zei hij. Het heeft gewerkt, blijkbaar.
Heb je dat nodig?
VALCKE: Het voelt sowieso beter aan als ik in mijn eigen dialect kan spelen. Je kunt meer jezelf blijven in de rol die je speelt. Maar het moet niet, nee. In Loslopend wild, een nieuwe comedyreeks op Eén, spreek ik Algemeen Nederlands, omdat dat beter bij de personages past: dat was ook geen probleem. Geef mij een paar uur en het komt er even natuurlijk uit.
Ik kan het dus wel: mooi Nederlands met een rollende r en vlekkeloze tweeklanken, zoals het hoort. Als je wilt, kan ik het hele interview in AN doen. Ik ben heel bewust in het Algemeen Nederlands opgevoed. Mijn vader, zelf een ingeweken West-Vlaming, heeft altijd veel belang gehecht aan verzorgde taal. Hij is directeur van Design Vlaanderen, een job waarvoor hij veel moet speechen op vernissages en bij openingen van galerieën. Alleen: als je in het centrum van Gent opgroeit, lukt dat toch niet. Toen hij me inschreef aan de Bollekensschool, hier in Gent, vroeg hij hoe het met het Nederlands gesteld was op school. ‘Ongs Neejderlands is ‘ier vree goe, meneer’, was het antwoord. (lacht)
DE DODENMARS VAN CHOPIN KLINKT DOOR DE BOXEN. ‘TE DRAMAtisch?’ vraagt Valcke. ‘Misschien wel, ja. Een begrafenissfeer lijkt me niet bevorderlijk.’ Ze staat op en begint in haar cd-collectie te neuzen. ‘Zal ik wat Vivaldi opzetten? Of misschien eerder Beyoncé, bij wijze van tegengewicht? Ah nee, wacht, ik heb het.’ Ze diept een plaat van Dirk Van Esbroeck en Juan Masondo op, en schuift hem in de cd-speler. Ik wil vragen hoe een 22-jarige bij de pionier van de Nederlandstalige folk terechtkomt, maar voor ik iets kan zeggen, trekt er een melancholische gloed over haar ogen. Lied van welk verdriet klinkt door de boxen.
VALCKE: De muziek van mijn jeugd. Als ik Van Esbroeck hoor, zie ik mijn mama en papa in de zetel zitten met een fles wijn voor zich en kaarsjes rondom. Vree gezellig.
Het was het vaste ritueel op zaterdagavond toen mijn ouders nog samen waren. Mijn papa maakte coq au vin of varkenshaasje, daarna voerden mijn zus en ik een voorstelling op – een modeshow, een dansje, een toneeltje, dat soort dingen. Het was altijd iets met schminken en verkleden – onze grote gouden verkleedkoffer staat nog altijd bij papa. En daarna luisterden we naar kleinkunst. Meezingen met de muziek, tot ik in slaap dommelde in de zetel. Het zijn herinneringen die ik koester.
Grappig wel: dat verkleden doe ik nog altijd graag. Geef mij bontmantels, glitterschmink en hoge hakken, en ik ben in mijn element. Ik hou van het ritueel. Andere kleren aandoen en iemand anders worden.
Je hebt het niet van vreemden: je moeder is Tine Verbeurgt, een van ’s lands meest gevraagde costumières.
VALCKE: Mama heeft lang als costumière voor Wittekerke gewerkt; daarna is ze zelfstandige geworden en is de bal aan het rollen gegaan. Aanrijding in Moscou, Loft, Code 37, Met man en macht, The Spiral: ondertussen heeft ze zoveel films en reeksen gedaan dat ik zelf niet meer goed weet welke precies.
Als kind ging ik veel mee naar de Manhattan-studio’s in Leuven, waar Wittekerke werd opgenomen. Altijd een winner om vriendinnetjes van school mee naartoe te nemen. (lacht) Ik herinner me een heel grote ruimte met alleen maar kleren. Een fantastische plek om met je barbies te spelen, weet ik nog. Ik maakte huizen van de kleren, en daar verstopte ik me in. Akke van W817(acteur Aron Wade, nvdr.) liep daar ook soms rond – daar was ik helemaal ondersteboven van. Ik kon het maar niet plaatsen dat dat niet Akke was. (lacht)
Je stiefvader is dan weer Christian Vervaet, regisseur van onder meer De vijfhoek en de tv-film De gek op de heuvel. Het lijkt het soort huishouden dat je in een bepaalde richting duwt.
VALCKE: Het was wel een speciaal huishouden, ja. (pdw) kwam veel over de vloer – mijn mama heeft de kostuums van Spike nog gedaan. Maarten Moerkerke, de regisseur van Deadline 14/10, heeft nog op mij gebabysit. Ik denk niet dat veel kinderen dat kunnen zeggen. (lacht)
Maar het is niet dat ik daarom voorbestemd was om actrice te worden. Mijn oudere zus heeft een diploma communicatiemanagement en internationale politiek: die wil een totaal andere richting uit. Actrice willen worden heeft gewoon altijd in mij gezeten. Ik was acht toen ik vastbesloten was om naar het conversatorium te gaan – ik kon het niet eens uitspreken toen. In het middelbaar wilde ik niets liever dan naar de kunstschool gaan – het was mijn vader die me, gelukkig, verplichtte om Latijn te volgen. En mijn ingangsexamen aan het KASK heb ik op mijn zestiende al gedaan, twee jaar voor ik er kon beginnen.
Wat trekt je er zo in aan?
VALCKE: Wat ik daarstraks zei: dat het je zo met jezelf confronteert. Het is elke keer opnieuw een persoonlijke zoektocht. Als ik morgen iemand speel die iemand vermoordt, moet ik ergens in mezelf die emotie vinden. Ik doe dat graag. En los daarvan is het ook gewoon wat me het meest voldoening geeft. Naar de film gaan is leuk, een goed boek lezen is wijs, vrijen is vree wijs. Maar soms heb ik het gevoel dat ik meer voldoening haal uit acteren dan uit vrijen. Je lacht, maar het is wel zo. Dan voel ik dat ik leef. (herpakt zich) Ja lap, nu ben ik helemaal in clichés aan het praten.
Ik ben wel blij dat ik dat zo snel gevonden heb, dat het actrice was wat ik wilde worden. Veel van mijn vrienden weten nog altijd niet wat ze willen. Ze hebben een diploma rechten of psychologie, maar hebben geen idee waar ze met hun leven naartoe willen. En dus blijven ze maar zoeken.
Zoeken: Je hebt dat woord vaak gebruikt in dit gesprek.
VALCKE: Ik denk dat ik daarin een kind van mijn tijd ben. Door alle prikkels die je van buitenaf krijgt, is het moeilijker je weg te vinden. Elke dag zijn er op Facebook vijfhonderd mensen die laten weten dat hun leven super is, met de juiste foto’s en de slimst geschreven comments erbij om het te bevestigen. En tegelijk is de prestatiedruk enorm toegenomen. Je moet een droom hebben, je moet ergens voor gaan. Een job hebben waarbij je van negen tot vijf een gat graaft en dan naar huis gaat: het lijkt alsof dat niet eens meer mag. En dan krijg je een generatie die jarenlang loopt te zoeken naar wat ze nu eigenlijk willen. Misschien is dat wel wat me zo in acteren aanstaat: dat je voor dat zoeken naar jezelf betaald wordt. (lacht)
ZE GAAT EEN LAATSTE KEER NAAR HAAR LAPTOP EN ZET GET ME Bodied van Beyoncé op. De melancholische blik verdwijnt, haast automatisch beginnen haar schouders op de beat mee te bewegen. ‘Tijd om de diva in mij weer wat ruimte te geven’, zegt ze lachend. ‘Het wijf in mezelf even loslaten.’
Hans Van Nuffel, die haar regisseerde in Adem, had het op voorhand al gezegd: de grote troef van Anemone Valcke zijn haar vele gezichten. Met Offline hebben we er nog maar één gezien: we zijn benieuwd naar de rest.
OFFLINE
Vanaf 14/11 in de bioscoop.
DOOR GEERT ZAGERS – FOTO’S ATHOS BUREZ
Anemone Valcke : ‘TOEN IK OFFLINE VOOR HET EERST ZAG, WAS IK HELEMAAL MEE. IK HAD NIET EENS MEER DOOR DAT IK HET WAS DIE DAT MEISJE SPEELDE.’
Anemone Valcke : ‘NAAR DE FILM GAAN IS LEUK, EEN GOED BOEK LEZEN IS WIJS, VRIJEN IS VREE WIJS. MAAR SOMS HEB IK HET GEVOEL DAT IK MEER VOLDOENING HAAL UIT ACTEREN DAN UIT VRIJEN.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier