MEER VAN HETZELFDE, MAAR NU MET GEWELD
Hoe verteert de modale Chinees de razendsnelle veranderingen in zijn land? Geen prof, journalist of dissident die je zo onderhoudend op de hoogte houdt als regisseur Jia Zhangke. In het in Cannes bekroonde A Touch of Sin onderzoekt de meesterchroniqueur vier abrupte uitbarstingen van geweld. ‘China wordt met de dag complexer.’
Sinds mei prijkt in Jia’s vitrinekast naast de Gouden Leeuw die hij in 2006 voor Still Life kreeg ook de prijs voor het beste scenario die A Touch of Sin in Cannes kreeg. Unknown Pleasures (2002), The World (2004), Still Life, 24 City (2008): al zijn films gaan over het ongeluk, de onzekerheid en de verwarring die de huidige Chinese scharnierperiode tekenen. Maar Jia mag dan maar één thema hebben, hij maakt nooit dezelfde film. Geen geflirt met documentaire of melancholie deze keer, A Touch of Sin vrijt de wuxia of Chinese martialartsfilm op.
‘Ik ben blij dat je over wuxia begint. Ik ben zelf een grote fan van de genrefilms die Hongkong in de jaren zestig en zeventig voortbracht. Op de middelbare school verslond ik ze. Niet eens in bioscopen maar in kleine kamers waar video’s gedraaid werden en waar je voor een spotprijs binnen mocht’, vertelt Jia Zhangke, zelfverzekerd als altijd. ‘Alvast één parallel met A Touch of Sin is dat die oude martialartsfilms ook vertelden over individuen in sociaal woelige tijden die in opstand kwamen tegen de verdrukking en zich genoodzaakt zagen om naar geweld te grijpen. Bovendien zijn martialartsfilms voor Chinezen een manier om over politiek te discussiëren. Een van mijn favoriete regisseurs, King Hu (van het invloedrijke A Touch of Zen, nvdr.), smokkelde altijd een politieke boodschap in zijn martialartsfilms. Die truc heb ik van hem overgenomen. Het verschil is dat ik niet erg subtiel ben geweest. Ik ben rechtdoor gegaan.’
China beschrijven is rock-‘n-roll geworden voor deze sociaalrealist. Het contemplatieve van vorige films heeft hij ingeruild voor woede. ‘Deze keer kon ik niet om actiescènes heen. Het gaat over geweld en dat wettigt een radicaal andere aanpak. Ik moest wel een nieuwe filmtaal ontwikkelen.’ Voor die actiescènes haalde hij er een expert bij. ‘Het leek ons het best om onderscheid te maken tussen scènes met vuurwapens en die met messen. Voor die laatste wilde ik meer de vibe van een martialartsfilm. Als er vuurwapens aan te pas kwamen, drong zich een directe aanpak op: die scènes brengen we zonder boe of bah in beeld. Geweld is niet normaal. Het is iets dat plots losbarst, er zit altijd een dramatisch element aan. Ik wil dat mensen de wreedheid van geweld begrijpen. Ik wil dat ze er zo door geraakt zijn dat ze de drang voelen om iet te doen aan de status-quo.
‘Eigenlijk begrijpen we geweld nog niet’, denkt de regisseur. ‘Soms zijn we gewelddadig zonder het te beseffen. We staan bijvoorbeeld zelden stil bij wat we dieren en de natuur in het algemeen aandoen. Volgens mij is geweld zowel een karaktertrekje van de mens als iets dat door externe factoren uitgelokt wordt. Aan dat laatste kun je iets doen. Als China niets doet aan de sociale problemen en het onrecht, mag het zich aan meer geweld verwachten van het soort dat A Touch of Sin laat zien.’
Jia Zhangke is behoorlijk kritisch, maar houdt vol dat kritiek spuien om de kritiek niet aan hem is besteed. ‘De Chinese samenleving wordt met de dag complexer. Er gebeuren goede dingen, er gebeuren slechte. Je ziet tegelijk hoop en wanhoop. Ik ben me bewust van die complexiteit en doe hard mijn best om niets te eenvoudig voor te stellen.’
A Touch of Sin volgt vier mensen die om uiteenlopende redenen naar grof – en schokkend – geweld grijpen. ‘Allemaal gebaseerd op ware gebeurtenissen. De voorbije drie, vier jaar waren er in de Chinese samenleving verdacht veel abrupte geweldexplosies. Een detail uit zo’n gebeurtenis bracht me op het idee van deze film: terwijl een cliënt van een massagesalon de receptioniste verkrachtte, sloeg hij haar herhaaldelijk met een stapel bankbiljetten.’ Het werden dus vier verhalen, over evenveel facetten van geweld. ‘Over de kloof tussen arm en rijk en het toenemende sociaal onrecht; over mentaal geweld, de eenzaamheid die mensen ervaren als ze geen uitweg zien; over mensen wier waardigheid hen ontnomen werd en die geen andere manier meer hebben om die terug te winnen – dat verklaart menige tragedie – en ten slotte over zelfdestructie, wat vaak ook complexer is dan je denkt. De druk die de hele samenleving of de familie op een individu legt, kan daarin een rol spelen. Zoals die moeder in de film die in een telefoongesprek met haar zoon die zo ver van huis was er maar op bleef hameren dat hij meer geld moest sturen?’
Jia toont niet alleen vier facetten van geweld in zijn nieuwe film, hij neemt je ook mee naar vier totaal verschillende plekken in zijn onmetelijke thuisland. ‘Shanxi, waar ik zelf geboren ben, ligt in het noorden. Het is een wilde, verlaten streek die niet zou misstaan in een western. Ik was geschokt toen ik er terugkeerde. De kloof tussen rijk en arm is er enorm geworden. Rijken kunnen zich een privéjet veroorloven, de armen hebben nog minder dan niets. Verder was ik ook niet goed van de destructie van de natuur: vooral de koolmijnen zijn een ecologische catastrofe. Het tweede verhaal speelt zich af in de stad Chongqing, in het zuidwesten, nabij de beruchte Drieklovendam (zie ook Still Life, nvdr. ). De derde locatie, Hubei, ligt in Centraal-China. In het slot zie je Guangdong, een stad aan de zuidkust met veel fabrieken en ‘internationale’ bedrijven die enorm veel migranten aantrekt.’
Niet voor het eerst focust hij op reizigers, ontheemden, Chinezen die nergens nog thuis zijn. ‘Die migratiestromen zijn gewoon opvallend. Op zoek naar werk en een beter leven verlaten de mensen hun geboorteplaats. Mensen trekken van het platteland naar de steden en van het arme en achtergebleven westen en noorden naar het oosten. Zo ontstaan nieuwe sociale connecties. Ik hoop dat mijn film laat zien dat heel verschillende mensen uit heel verschillende regio’s zonder het te weten verbonden zijn: ze worstelen met dezelfde problemen, met dezelfde gevoelens van ontheemding en ontevredenheid. Trouwens, ook in de martialartsfilms zijn de protagonisten traditioneel onderweg naar nieuwe plekken, op zoek naar nieuwe opportuniteiten.’
Jia Zhangke heeft de smaak te pakken. Als alles goed gaat, wordt zijn volgende film een volbloed wuxia. ‘Al die actiescènes worden een enorme uitdaging. Het verhaal speelt zich een eeuw geleden af, toen China ook drastische veranderingen onderging. Ja, het thema is weer hetzelfde.’
A TOUCH OF SIN
Vanaf 11/12 in de bioscoop.
DOOR NIELS RUËLL – FOTO FILIP VAN ROE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier