Rudy Tambuyser
Rudy Tambuyser Muziekjournalist

‘Naar een opname luisteren is zoals ontucht plegen bij een foto van Marlène Dietrich’, aldus de grote dirigent Sergiu Celibidache. Platen zijn een plezier, maar ook een plaag. Voor je het beseft, kom je je deur niet meer uit. Deze klassieke platen moeten u binnen de twee weken in de zaal krijgen.

DE KLASSIEKE PLAAT BEETHOVEN, SYMFONIE NR. 5 IN C, OPUS 67

European Chamber Orchestra, Harnoncourt (Teldec)

HET CONCERT

SYMPHONIE-ORCHESTER DES BAYERISCHEN

RUNDFUNKS, JANSONS

27/3, 20 uur, PSK, Brussel, bozar.be

Of de Vijfde Symfonie van Beethoven het belangrijkste muziekwerk aller tijden is – zoals de romantische schrijver E.T.A. Hoffmann destijds beweerde – is niet zo belangrijk. Alleszins behoren haar eerste maten tot de bekendste uit de muziekgeschiedenis, en is ze wellicht het beste voorbeeld van wat men ’thematische arbeid’ noemt: het variatiegewijs opbouwen van een grote structuur uit weinig basismateriaal. De menselijke geest is fractaal gericht, die van Beethoven ook. Sinds haar première in 1808 heeft het de Vijfde nooit aan bewondering en aandacht ontbroken, wat de krachttoer van oudemuziekpionier Nikolaus Harnoncourt en het European Chamber Orchestra in 1991 alleen maar groter maakte: Beethovens symfonieën niet alleen nieuw, maar ook ‘juist’ en definitief doen klinken. Is deze lezing u onbekend, moet u Beethoven allicht nog ontdekken – en weet u meteen hoe eraan begonnen. Op 27 maart kunt u bij Bozar de Vijfde luxueus live bijwonen in een zowat dubbel zo grote bezetting, maar klachten zijn misplaatst: Mariss Jansons is een grote chef, en het orkest van de Beierse radio kent zijn meester niet. Tenzij Jansons, natuurlijk.

DE KLASSIEKE PLAAT CHOPIN, NOCTURNE IN C, OPUS 48 NR. 1

Vlado Perlemuter (Nimbus)

HET CONCERT

LEIF OVE ANDSNES

4/4, 20 uur, Concertgebouw Brugge, concertgebouw.be

Nocturne betekent niet voor niets nachtmuziek: een vrij gecomponeerd miniatuur, introspectief, aristocratisch gedistantieerd en ietwat melancholisch. Schemering die klaarder doet zien, of toch die indruk geeft. Chopin heeft die opvatting niet uitgevonden, maar ze in zijn 19 nocturnes wel tot een definitieve kwaliteit gebracht. Welke de mooiste is, dat hangt ervan af welk seizoen en hoe donker het is – binnen of buiten je hoofd. Slechts één nocturne maakt altijd en overal kans, en dat is het opus 48 nr. 1 in do klein. Een vrije, wat verwaaide melodie waaruit resignatie spreekt, krijgt eventjes de ambitie om een polonaise te worden (de militair geïnspireerde dans, niet het hoempatreintje voor zatte feestneuzen) en komt die ambitie slechts huiveringwekkend tumultueus te boven. Slechts één volmaakte lezing is mij bekend: die van Vlado Perlemuter, hoe dan ook een pianist die de ware liefhebber moet leren kennen. Leif Ove Andsnes waagt een zonder twijfel verdienstelijke poging op 4 april in Brugge. In een fantastisch programma overigens: u krijgt verder nog Beethovens sonates opp. 54 en 101, Chopins Fantaisie en werk van Liszt en Bartók.

RUDY TAMBUYSER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content