LUST FOR LIVE

SCHUMANN, STRIJKKWARTET IN F OPUS 41, 2
Rudy Tambuyser
Rudy Tambuyser Muziekjournalist

‘Naar een opname luisteren is zoals ontucht plegen bij een foto van Marlène Dietrich’, aldus de grote dirigent Sergiu Celibidache. Platen zijn een plezier, maar ook een plaag. Voor je het beseft, kom je je deur niet meer uit. Deze klassieke platen moeten u binnen de twee weken in de zaal krijgen.

DE KLASSIEKE PLAAT: SCHUMANN, STRIJKKWARTET IN F OPUS 41, 2

Zehetmair Quartett (ECM)

HET CONCERT

ZEHETMAIR QUARTETT

12/3, 20 uur, Concertgebouw, Brugge, concertgebouw.be

‘Bevlogen zijn’ en ‘ze zien vliegen’ mogen dan twee verschillende vaardigheden zijn, ze komen toch met enige regelmaat samen voor. Een frappant, romantisch voorbeeld is zeker Robert Schumann, wiens triest levenseinde – achteraf bezien – werd voorafgespiegeld door de ongezonde scheppingskoorts waarvan hij op gezette tijden het slachtoffer werd. Op zijn beurt is het jaar 1842 daarvan een uitstekend voorbeeld: sinds twee jaar mocht Schumann, na een lange strijd met zijn voormalige pianoprof, diens dochter Clara de zijne noemen. Ze was echter een grote klaviersoliste en vaak op reis. Tijdens zo’n eenzame periode gooide Schumann zich op het strijkkwartet: hij las de hele Haydn, Mozart en Beethoven en schreef zijn drie strijkkwartetten opus 41 in luttele weken. Om het genre daarna nooit meer aan te raken. Een van de beste platen die ik nieuw heb weten te verschijnen, is de opname daarvan door het Zehetmair Quartett, genoemd naar zijn primarius. Op 12 maart brengt het in Brugge Schumanns tweede mee. Verder schaft de pot Schubert en Hindemith, die blijkbaar goed in de markt ligt dezer dagen. Ik klaag alvast niet.

DE KLASSIEKE PLAAT: BEETHOVEN, SONATE VOOR VIOOL EN PIANO IN ES, OPUS 12, 3

David Oistrakh, Lev Oborin (Philips)

HET CONCERT

VILDE FRANG, MICHAIL LIFITS

19/3, 20 uur, Miryzaal, Gent, debijloke.be

Met Beethoven ben je nooit helemaal klaar. Deze keer duikt hij in deze rubriek op met de derde van zijn tien sonates voor viool en piano, om twee redenen. Eén: een gelegenheid om u te wijzen op het bestaan van de stilaan vergeten integrale opname van die sonates door David Oistrakh en Lev Oborin, mag ik niet laten voorbijgaan. Oistrakh won de eerste Elisabethwedstrijd (toen nog Ysaÿewedstrijd) in 1937, Oborin de eerste Chopinwedstrijd, in 1927. Ze namen deze waanzinnig goede integrale op in de jaren zestig, als oude maar nog vingervlugge wijzen. Ze kost niks en ze laat zich niet verbeteren. Twee: de jonge, Noorse violiste Vilde Frang intrigeert me nu al zo lang dat ik haar wel eens live aan het werk wil zien, of horen. Al moeten we beseffen dat het in de sonate in Es vooral de pianist is, die zijn open doekje krijgt. Michail Lifits wordt naar verluidt ‘de nieuwe Wilhelm Kempff’ genoemd. Of hij dat plezant vindt, weet ik niet. Het doet me er wel aan denken dat Kempff en Yehudi Menuhin ook een mooie Beethoven-integrale maakten in de jaren zeventig. Kiezen is verliezen, zeker?

RUDY TAMBUYSER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content