Komedie van de macht – Op zijn zevenenzeventigste is Chabrol nog steeds de meester, getuige zijn wrange doorlichting van de affaire-Elf.
Film:*** Extra’s: (Movie Affairs)
Als ik de tel niet kwijt ben is L’Ivresse du pouvoir al de 55e film van Claude Chabrol in vijftig jaar (en sindsdien voegde hij met La fille coupée en deux alweer een nieuwe titel toe aan zijn uitpuilende filmografie). Sinds hij in 1957 debuteerde met Le beau Serge (en daarmee het startschot gaf van de Franse nouvelle vague) vergaarde Chabrol een vakmanschap waar weinigen kunnen aan tippen.
Het gemak en de schijnbare nonchalance waarmee Chabrol kennelijk aan de lopende band films aflevert wordt zeker gevoed door de unieke productieomstandigheden. Het is bekend dat de Franse veteraan zijn locaties kiest in functie van de gastronomische genoegens in de streek. Liefst omringt hij zich ook door een groepje getrouwen en medeplichtigen; zo is L’Ivresse du pouvoir al zijn zevende film met Isabelle Huppert in de hoofdrol. En daarvoor maakte hij ook twintig films met Stéphane Audran, met wie hij ook meer dan tien jaar getrouwd was. Zijn recente films zijn trouwens een echte affaire de famille, met zijn vrouw Aurore Chabrol als scriptgirl, zijn acterende zoon Thomas Chabrol in cruciale bijrollen en zijn musicerende zoon Matthieu als componist. Wat helemaal niet wil zeggen dat Chabrol puur op routine drijft. De oude meester weet nog altijd verrassend alert uit de hoek te komen.
Dat blijkt nu ook weer uit L’Ivresse du pouvoir, dat aanvankelijk lijkt af te stevenen op een typisch chabroliaanse spotprent over een corruptieschandaal: de affaire-Elf, het Franse oliestaatsbedrijf waarvan de managers tussen 1989 en 1993 miljarden francs verduisterden, als smeergeld gebruikten of in de wapenhandel stopten. Gaandeweg blijkt Chabrol meer geïnteresseerd in de troebelen van zijn protagoniste, de onderzoeksrechter belast met de ophefmakende zaak, dan met de politieke machinaties van een multinational. Chabrol concentreert zich volledig op de professionele en persoonlijke problemen van de taaie juge d’instruction Jeanne Charmant-Killman. Zoals vertolkt door Isabelle Huppert ziet ze er bedrieglijk fragiel uit (haar bleke gelaatskleur in scherp contrast met het schreeuwende scharlakenrood van handschoenen en handtas) maar het enthousiasme waarmee ze als een grootinquisiteur alle corrupte pdg’s ten val wil brengen, wijst op een bijna pathologische machtswellust.
Een tijd lang is het sarcastisch lachen geblazen met de theatrale comédie du pouvoir die Chabrol opvoert, maar geleidelijk sluipt er een bittere toon in het leedvermaak. De kruistocht van de onderzoeksrechter heeft niks meer met idealisme of rechtvaardigheidsgevoel te maken, maar alles met klassenoorlog. Uiteindelijk brengt ze meer schade toe dan ze recht laat geschieden, een proces dat Chabrol met geamuseerd cynisme gadeslaat.
Patrick Duynslaegher
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier