Plaat na plaat wordt duidelijker dat met de Engelse Laura Marling de Joni Mitchell van haar generatie opstaat, even wijs, elegant en geïnspireerd als haar voorbeeld. Met Short Movie heeft Marling haar persoonlijkste werk gemaakt, uitgezweet na een zwerftocht door Amerika. ‘Ik weet nu dat ik nooit nog stil wil staan.’

Vijf lp’s heeft Laura Marling nu al uit en nog altijd is de witte van Eversley (in het Engelse graafschap Hampshire) maar 25. Met de eerste vier – pastorale (maar, à la Mitchell, allerminst traditionele) folkplaten – vestigde ze haar reputatie als een van de meest begenadigde songschrijvers van haar generatie. Zomaar even drie daarvan werden genomineerd voor de prestigieuze Mercury Prize.

Maar Short Movie is anders dan zijn voorgangers. Niet alleen is Marling – een beetje – elektrisch gegaan, ze was ook gedwongen met zichzelf in het reine te komen en haar geestelijke evenwicht terug te vinden, het gevolg van de creatieve kortsluiting die haar een tijdlang gijzelde na haar vorige plaat Once I Was an Eagle (2013). Ja, Short Movie is een autobiografisch werkstuk. No big deal, ware het niet dat het de eerste keer is dat Laura Marling dat zonder slag of stoot toegeeft. Een gids door haar nieuwste plaat, aan de hand van enkele tekstfragmenten.

Is it still OK that I don’t know

how to be, at all?

(uit False Hope)

LAURA MARLING: In False Hope beschrijf ik de angst die me overviel toen ik drie dagen vastzat in een New Yorkse flat terwijl orkaan Sandy de stad teisterde. Dat besef van mijn eigen fragiliteit en onzekerheid had ik opnieuw toen ik na Once I Was an Eagle aan een nieuwe plaat begon te schrijven. Ik was het noorden kwijt. Ik vond nergens houvast. Ik woonde weliswaar al anderhalf jaar in LA, maar ik voelde me meer dan ooit een vreemde. I wasn’t rooted anywhere, niet geografisch en niet emotioneel. Ik wist hoegenaamd niet waar ik zou uitkomen met die nieuwe songs, een onduidelijkheid die ik bij mijn andere platen nooit heb ervaren. En ik ben nooit een twijfelende persoon geweest. Dat was een aanwijzing dat er iets scheef zat. Weet je, ik ren nooit vol van nieuwsgierigheid naar mijn ouders of zussen om hun mening te horen wanneer ik een plaat af heb. De enige keer dat ik dat wel heb gedaan, was toen. Ik vermoed dat ik van iemand wilde horen dat het wél goed was. Maar dat is niet gebeurd. (glimlacht) Het wás ook een slechte plaat. Diep vanbinnen wist ik dat zelf ook. Dus heb ik ze weggegooid. Waarna ik me natuurlijk helemáál verloren waande.

I got up in the world today

Wondered who it was I could save

Who do you think you are?

Just a girl that can play guitar

(uit Short Movie)

MARLING: Ik voelde dat ik leeg was, dat ik niets meer bij te dragen had aan de wereld. Dat gevoel was me vroeger ook al wel eens komen aanwaaien, maar nooit zo sterk en dwingend. Ik was ervan overtuigd dat de tijd gekomen was om met muziek te kappen. Ik maakte al plannen om naar de universiteit te gaan. Of weer in een restaurant te gaan werken, zoals ik al eerder had gedaan toen ik krap bij kas zat. Ja, ik heb me inderdaad kandidaat gesteld voor een poëzieworkshop in het noorden van de staat New York, maar ik werd afgewezen: ik had mijn eigen naam niet gebruikt, en dat vonden ze verdacht. (lachje) Ik kan het hen niet kwalijk nemen, hoor. Uiteindelijk heb ik ergens anders een cursus over de geschiedenis van de Duitstalige poëzie gevolgd. Waaruit ik heb onthouden dat ik de concentratie en het academische brein mis voor zulke dingen. In feite zocht ik wanhopig naar een doel, iets waar ik mijn schouders onder kon zetten en dat me mijn gevoel van eigenwaarde kon teruggeven. De songs op Short Movie zijn zo voortgevloeid uit wat ik over mijn eigen onzekerheid en kwetsbaarheid – nieuwe gewaarwordingen voor mij – heb geleerd.

Living here is a game I don’t know how to play

How you’re not somebody until somebody knows your name

(uit Don’t Let Me Bring You Down)

MARLING: Wat me eerst zo aanlokkelijk leek aan LA was de anonimiteit. Ik snakte naar die ruimte om mezelf verder te ontplooien: wie ben ik, wat wil ik… LA – nou ja, Californië in zijn geheel – is een briljante plek daarvoor. De eerste zes maanden heb ik in pure euforie doorgebracht. Nieuwe mensen, nieuwe dingen, nieuwe plekken, nieuwe ervaringen. Ik was daas van opwinding. Maar toen het stof ging liggen en het voelde alsof ik me daar aan het vestigen was, besefte ik dat ik stilaan de vragen moest beantwoorden die me naar daar hadden gedreven. En dat was een harde dobber. Op slag kwam de echte wereld op me af. Ik was een typische twintiger op drift die niet weet wat met het leven aan te vangen. Als ik er op voorhand vijf minuten over had nagedacht, had ik perfect kunnen voorspellen dat die anonimiteit op een dag in verstikkende eenzaamheid zou omslaan. Heel dat Amerikaanse avontuur heeft me nederiger gemaakt. Waarom Los Angeles? Puur toeval. Ik had een tournee door de States afgerond, helemaal op mijn eentje. Ik was verliefd geworden op een jongen, we trokken naar LA, waar we nagenoeg meteen uit elkaar gingen. Ik had net een auto gekocht, mijn koffers stonden daar, dus ik dacht: ik blijf. Ik zal niet ontkennen dat de zon er iets mee te maken had. (lacht)

Keep your eyes wide

(uit Gurdjieff’s Daughter)

MARLING: Veel van deze nieuwe songs heb ik geschreven op een elektrische gitaar: een kersenrode Gibson 335 uit 1972, die mijn vader me had uitgeleend. Het was de enige gitaar die ik in LA had. Mijn relatie met een akoestische gitaar is er een van (doet een moeder na die met gesloten ogen een baby vasthoudt). Zacht en licht. Maar ik ben nu gaan houden van elektrisch spelen. Ik vind het fijn om die trillingen tegen mijn borstkas te voelen. Groot en stoer en koud en zwaar. Het is een geluid dat van overal lijkt te komen. Deze songs vroegen om meer openheid en hardheid. Dit is geen LA-plaat, maar een Amerikaanse plaat. Het geluid van de snelwegen zit erin vervat, het verkeer, het lawaai van bouwwerven. Het is een weerslag van mijn reis door Amerika, mijn ontmoetingen met mensen. Ik had het even gehad met het zelfonderzoek op mijn sofa. Ik heb veel en lang met bepaalde vreemdelingen gepraat. Dat gebeurt nu eenmaal als je samen in de auto zit. Dat riep veel vragen op en leverde weinig antwoorden, maar gelukkig wel veel inspiratie.

I’m taking more risks now

I’m stepping out of line

I put up my fists now

Until I get what’s mine

(uit How Can I)

MARLING: Ken je Alejandro Jodorowsky? Een spirituele Chileense auteur en filmmaker. Er zit veel van hem in deze plaat. Ik vind Jodorowsky een interessante combinatie van postfreudiaanse analyse, mysticisme, allegorie, Zuid-Amerikaanse excentriciteit en genie. Hij volgt zijn eigen weg, en dat is een eigenschap die ik mateloos bewonder in mensen. Want iedereen doet toegevingen, en die beknotten en manipuleren je. In hoeverre ben ik trouw gebleven aan mijzelf? Wel, nobody fucks with my music. Ik beslis zelf over wat ik wil en niet wens te doen, in mijn muziek en in mijn leven. Dat is een enorm privilege. Tegelijk voel ik me beperkt door de cultuur waarin ik ben grootgebracht. Niet dat dat ik die verfoei, integendeel. Niet alles wat je maakt tot wat je bent, moet je verwerpen. Maar ik wil ooit pure vrijheid van expressie beleven, en niet alleen op het gebied van songschrijven. In LA heb ik massa’s artiesten ontmoet die er genoegen in scheppen op een zo verblindend mogelijke manier ‘week’ te zijn. Daar zaten heel wat vreemde vogels tussen – en dat bedoel ik niet neerbuigend -, mensen die niet beschroomd zijn om als het ware hun vel af te stropen om te laten zien wie ze écht zijn. Ik heb me nooit laten meeslepen door die drang, maar ik genoot ervan hen bezig te horen over hun inherente menselijkheid, hun diepe droefheid of angst. Geen geprojecteerde, ingefluisterde angst, maar een volkomen natuurlijke. Kijk, dat soort conversaties mis ik, nu ik weer in Londen woon. (lacht) Of ik in mijn eigen songs mijn vel zou afstropen? Ik geloof dat ik precies de mate van kwetsbaarheid etaleer die ik aankan. Op het podium voel ik me héél kwetsbaar. Maar ik heb geluk: het publiek dat voor mij samendromt, respecteert en begrijpt me. Dat is bijna ongelofelijk. Als ik, God verhoede, ooit voor een vijandig publiek zou komen te staan, dan zou ik geen twee seconden standhouden.

If you try and take it all in

And realize you can’t begin again

You must keep moving

(uit Strange)

MARLING: De boodschap in Strange is: plooi je niet te zeer naar bepaalde normen, zet jezelf niet klem in een patroon, wees niet te hard voor jezelf. Besef dat je menselijk bent en stomme fouten maakt. Wat ik fundamenteel vreselijk vind aan onze maatschappij is dat we onszelf geen afwijkend gedrag toestaan, dat we dat als zonde beschouwen. Dat is het kind met het badwater weggooien, want alleen overdaad is een zonde. Terwijl we net fouten móéten maken om menselijk te zijn. We aanvaarden veel te gemakkelijk dat het leven erin bestaat het juiste hokje voor jezelf te kiezen. Hoe verder ik me in de magie van het universum begeef – en ik ben me wel degelijk bewust van wat je zou kunnen denken over iemand die zo’n zin over haar lippen krijgt (lacht) – hoe meer ik geniet van het feit dat ik het allemaal nooit zal doorgronden. Neem surrealistische schilders zoals Leonora Carrington of Salvador Dalí. Wat zij afbeelden, bestaat niet, maar waar komt het dan vandaan? Met songs schrijven is het precies hetzelfde. Het verschaft me vreugde dat ik in wezen niet weet wat me overkomt als ik dat doe. Mysticisme fascineert me enorm. En dus ook het occulte. Ik hou van de relaxte levensstijl in LA, van de nabijheid van natuurparken, de oceaan, de bergen, de woestijn. Maar LA heeft ook een sinistere, duistere kant. Het boeit me dat de Noord-Amerikaanse indianen zich nooit hebben gevestigd op de plek die nu LA is, vanwege een vloek die op die streek rust, some bad juju or whatever. Ik hou bijvoorbeeld ook van sciencefiction. Ik geloof liever in magie dan in kapitalisme. Dát is de wereld waarin ik wil leven. Daarom heb ik ook tarot leren lezen.

It’s a short fucking movie, man

(uit Short Movie)

MARLING: Dat is een uitdrukking die ik wel vaker heb gehoord in de States. Maar de hippie die ik in Mount Shasta heb ontmoet, in het noorden van Californië, tegen de grens met Oregon, gebruikte ze om de haverklap. Ik zat alleen in een bar toen hij naast me kwam zitten. Uiteraard was ik op mijn hoede, maar uiteindelijk hebben we een heel lange conversatie gehad, en nadien zijn we met elkaar in contact gebleven. Op dat moment was ik al twee maanden op mijn eentje aan het toeren in de States. Ik was de grip op wat ik aan het doen was al een tijd kwijt. Ik was moe, futloos. Die man was ook op reis, op weg naar San Francisco. Een typische oude Californische hippie. Hij hoorde me uit over mijn leven, en ik zei dat ik een vreemde voor mezelf was geworden, dat ik niet wist wat ik daar zat te doen, blablabla. Hij vroeg me hoe oud ik was en wat ik al had gedaan in mijn leven. En door zijn reactie slaagde ik erin mijn bestaan in zijn context te zien. Plots, en helder. Hij vond dat ik al heel veel had gerealiseerd, ‘maar hey, it’s a short fucking movie, doe vooral voort’. Weliswaar ben ik meteen daarna voor zes maanden gestopt, zes maanden waarin ik ervan uitging dat ik even jong moest zijn, uitgaan, vrienden maken en feestjes afdweilen. (hoofdschuddend) Wat een bullshit. Al die tijd heb ik niets uitgevreten. Dat wil ik nooit meer meemaken. Ik weet nu dat ik nooit nog stil wil staan. Het maakt me niet uit waar mijn wortels liggen, waar ik thuishoor. Ik ben geworteld in de zin die ik aan mijn leven geef. En welke richting ik ook verkies, ik hoef me nergens voor te schamen. Zei de flegmatieke Engelse. (lacht) Ik zou niet weten wanneer ik dát zou hebben beseft als ik gewoon in Londen was gebleven.

SHORT MOVIE

Uit op 23/3 bij Caroline Benelux.

DOOR KURT BLONDEEL

LAURA MARLING: ‘ZES MAANDEN BEN IK ERVAN UITGEGAAN DAT IK EVEN JONG MOEST ZIJN, VRIENDEN MAKEN EN FEESTJES AFDWEILEN. WAT EEN BULLSHIT.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content