Existentiële detectives, de vernietiging van het ego, het universum als deken: je moet al een bijzondere kijk op de wereld hebben om daar een komedie rond te bouwen, maar ‘I HEART Huckabees’-regisseur David O. Russell is dan ook niet de eerste de beste. Door Ruben Nollet

‘i HEART HUCKABEES’ – VANAF 27/4 IN DE BIOSCOOP

Dat de therapeutengekte in Amerika bizarre vormen aanneemt, wisten we, maar zo gek als regisseur David O. Russell het voorstelt, hadden we het nooit verwacht. In zijn nieuwe absurde komedie I Heart Huckabees laat hij voorwaar een koppel ‘existentiële detectives’ opdraven (Lily Tomlin en Dustin Hoffman): zij zijn ervan overtuigd dat ze hun klanten het definitieve antwoord op al hun levensvragen kunnen geven, als ze hen dagdagelijks mogen observeren – tot op het toilet toe, jawel.

Realiteit of fictie, willen we van de regisseur weten, maar de vraag blijft in onze keel haperen als we hem ontmoeten in een hotel in Londen. Russell ziet er immers net zo uit als het hoofdpersonage in zijn film, de neurotische poëet Albert Markovski (Jason Schwartzman) – lang zwart haar, grijs pak, wit hemd. Geen toeval, zo blijkt: ‘Je mag Albert Markovski gerust mijn alter ego noemen’, zegt Russell als we er hem op wijzen. Compleet met existentiële twijfels? ‘Wie heeft die niet?’, antwoordt hij retorisch.

Er schuilt godbetert een filosoof in u!?

Russell: ( lachend) Ik heb meer dan film alleen gestudeerd, mijn beste! Ik heb een tijdlang school gelopen aan de universiteit van Colombia.

Dat heb ik gelezen, ja. Naar verluidt zijn die ‘existentiële detectives’ uit de film gebaseerd op een van uw profesoren.

Russell: Dat klopt, en wel op Robert Thurman, de vader van Uma! Hij is decaan van de godsdienstfaculteit en doceert Indo-Tibetaanse godsdienst. Jawel, mijnheer, ik heb alle westerse filosofen bestudeerd.

En? Iets van opgestoken?

Russell: ( droogjes) Ik vond ze naargeestig. Filosofie interesseert me alleen als ik de ideeën praktisch kan toepassen. Oosterse wijsgeren zijn op dat vlak veel bruikbaarder. Zelf heb ik me een tijdlang op het zenboeddhisme geïnspireerd. Dat is directer, minder verfijnd – het basisidee is dat je elke ontgoocheling frontaal moet aanvaarden.

Altijd handig voor een filmregisseur. Luis Buñuel was blijkbaar ook een inspiratiebron voor deze film.

Russell: Dat is hij altijd geweest. Ik vind ‘m subliem. Hij stelde zich in al zijn films min of meer dezelfde vraag: wat is conventionele werkelijkheid, en wat maakt de ware kern uit van ons wezen? Beide bestaan naast elkaar, en als ze elkaar ontmoeten, krijg je humor. In Le charme discret de la bourgeoisie zit een scène waar een stel dames thee zit te drinken. Plots staat een soldaat recht om een droom te vertellen. Dat is wat een existentiële detective ook doet. Hij opent plots een deur naar een andere werkelijkheid. (lachje) Die vertrekpunten of deuren boeien me enorm: daar dienen drugs voor, seks, muziek en alle andere geneugten in dit leven. Ze helpen je bewustzijn te verruimen, al moet je er wel voorzichtig mee omgaan.

In ‘I par Huckabees’ zit ook een pak frustratie. Is het een politieke film?

Russell: De frustratie heeft alles te maken met de situatie in mijn land. In Amerika heb je een conflict tussen twee denkwijzen die al duizenden jaren oud zijn. De ene is gebaseerd op zekerheid en enggeestigheid, en veroorzaakte 500 jaar geleden al de Inquisitie. De andere stelt een open geest voorop – dezelfde open geest die mensen tijdens de Inquisitie op de brandstapel deed belanden. De tweede denkwijze heeft het moeilijk, omdat er intelligentie voor nodig is. Het vraagt een inspanning, dus regeert de enggeestigheid. Het is geen toeval dat Republikeinen door de band geen grappige mensen zijn. Ze durven zichzelf niet kwetsbaar opstellen – humor trekt het tapijt vanonder je voeten weg. Onze enige hoop op verandering is: systematisch ons ego ontmantelen, onszelf in vraag durven stellen.

Wij houden het in ons achterhoofd!

Ruben Nollet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content