Zet ‘Six Feet Under’ het begrafeniswezen op een positieve manier in de kijker?

Todd Van Beck: De personages hebben er toch voor gezorgd dat het beroep een menselijk gezicht kreeg. De show toont dat je als begrafenisondernemer een betrekkelijk normaal mens kunt zijn. In die zin helpt de serie die industrie vooruit op het vlak van perceptie. We hebben er een erezaak van gemaakt om de dood in het verdomhoekje te duwen. Als Six Feet Under ervoor kan zorgen dat er minder vrees is ten opzichte van dat onderwerp, is dat een goede zaak. Angst voor iets zo zeker als de dood is niet correct. Honderd jaar geleden praatten mensen veel over de dood en duurden begrafenissen soms wel enkele dagen. Nu zijn we geobsedeerd door seks, maar niemand wil het nog hebben over de dood.

Geeft de reeks een nauwkeurig beeld van de industrie?

Van Beck:Six Feet Under geeft een vrij realistisch beeld van een familie begrafenisondernemers. Voor mij is het eerder het verhaal van een disfunctioneel gezin in Amerika dat toevallig een funerarium heeft. De makers van de serie hebben er heel goed aan gedaan om de disfunctionele aspecten van de familie niet te linken aan de vreemde of huiveringwekkende sfeer die rond een funerarium hangt. Wij persoonlijk woonden bijvoorbeeld ook in een volstrekt normaal huis, het was gewoon toevallig het huis van een rouwdienst. De personages zijn stuk voor stuk nette mensen die bezorgd zijn om hun familie. Ze kennen hun verantwoordelijkheden, maar ze hebben ook een sociaal leven. Het enige dat me stoorde, was hoe ze de materiele voorzieningen van de rouwruimte hebben getoond: dat was niet erg accuraat – zelfs de oude funeraria zien er nog moderner uit.

Voel je affiniteit met de personages?

Van Beck: Soms heb ik zoiets van been there, done that. Elke aflevering begint met een sterfgeval en vertelt ook hoe ze sterven. Telkens als de serie begint, welt er iets in me op, omdat ik me een oproep herinner van een familie die ik hielp. Het begin van het programma geeft een wonderbaarlijk inzicht in het begrafenisleven. Sommige vrienden en collega’s vertelden me zelfs dat ze niet eens beseften in hoeveel gedaantes de dood komt. Er is één manier om geboren te worden, maar er zijn een miljoen manieren om te sterven. Six Feet Under zal ze nooit allemaal kunnen brengen, maar ze geven alvast een gevoelige beschouwing van hoe mensen deze wereld verlaten.

Mensen sterven in de serie door onthoofding, stikken in een hotdog en worden geëlektrocuteerd door hun kat. Zijn die scenario’s even vergezocht als ze klinken?

Van Beck: Dat is niet eens zo vreemd, hoor: in feite vallen die nog best mee. Ik heb zaken meegemaakt die je maag zouden doen omkeren. Ik kan je wel geen details geven, die zaken zijn strikt vertrouwelijk. Maar in sommige gevallen zou je hoofdschuddend wegwandelen.

Hoe realistisch zijn andere series waarin de dood een prominente rol speelt, zoals ‘C.S.I.’ en ‘Crossing Jordan’?

Van Beck: Ik denk dat Six Feet Under realistischer is dan die andere. Ik heb jarenlang met lijkschouwers gewerkt. Het is nooit zo dramatisch en fascinerend als in C.S.I. en Crossing Jordan. Ze buigen zich echt niet iedere week over een zaak die Agatha Christie had kunnen bedenken.

Door Marc Peyser

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content