LES ADIEUX

'VOUS N'AVEZ ENCORE RIEN VU'

Geen mooiere afscheidsplechtigheid dan ’s werelds grootste filmfestival. Met zijn negentigste verjaardag in het verschiet vindt Alain Resnais het tijd voor zijn pensioen. Claude Miller en Raúl Ruiz zijn overleden, maar nog niet helemaal dood: hun laatste films moeten nog in première gaan. Portret van drie doorgewinterde veteranen die met veel egards uitgewuifd worden.

ALAIN RESNAIS

Eeuwig jonge éminence grise (89)

DEBUUTFILM

Hiroshima Mon Amour (1959)

AFSCHEIDSFILM IN CANNES

Vous n’avez encore rien vu (competitie)

ZEI OOIT

‘Ik grijp nooit de film vast, het is de film die mij vastgrijpt.’

Als kind hoorde Alain Resnais de familiedokter zijn ouders waarschuwen: hun fragiele zoon zou zijn twintigste verjaardag niet halen. Resnais panikeerde niet. ‘Ik wist dat het een pessimistische dokter was.’ In juni viert hij zijn negentigste verjaardag. Drie jaar geleden gaf het Festival van Cannes hem al een Prix Exceptionnel du Jury voor zijn competitiefilm Les herbes folles en ‘het geheel van zijn oeuvre’. Zonder zich iets van die voortijdige begrafenis aan te trekken, stortte de toen 87-jarige zich op een nieuwe film. Vous n’avez encore rienvu dingt straks naar de Gouden Palm.

De plot? Een overleden theaterregisseur vraagt in een postume verklaring alle acteurs die in een van zijn versies van Euridyce speelden, om samen naar een captatie van de repetities te kijken. Maar de film is meer dan de synopsis. De Fransman veegt de vloer aan met narratieve conventies: werkelijkheidsniveaus, tijd en ruimte zijn er om mee te spelen. Het uitproberen van nieuwe vormen is zijn tweede natuur. ‘Alain, waarom maak jij geen films zoals de anderen?’, vroeg zijn moeder ooit. ‘Omdat de anderen die al maken’, antwoordde hij.

Aan zijn eerste speelfilm ging tien jaar aan documentaires vooraf. Nuit et brouillard (1955) ging de geschiedenis in: als een van de eerste docu’s over de Duitse uitroeiingskampen is het ook een van de sterkste. Omdat hij voor zijn scenario’s een beroep deed op schrijvers als Marguerite Duras en Alain Robbe-Grillet, boegbeelden van de nouveau roman, rekenden sommige filmtheoretici hem niet tot de nouvelle vague, maar tot de nouveau cinéma. Vernieuwend was hij zeker.

De virtuoze verstrengeling van drie tijdsdimensies liet menig toeschouwer van L’ Année dernière à Marienbad (1961) verward achter. Voor Resnais ‘lag de betekenis in de constructie zelf’. Klinkt ingewikkeld? Dat is het in veel gevallen ook. Toch is hij meer dan de architect van onoplosbare legpuzzels voor intellectuelen. Experimenten leidden ook tot heel speelse, zwierige resultaten. In On connaît la chanson (1997) bijvoorbeeld lippen de acteurs fragmenten uit bekende Franse liedjes na telkens hun personage niet in staat is om zijn gevoelens uit te drukken. Zijn experimenteerdrang verdween niet met de jaren. Terwijl concurrenten en generatiegenoten wegvielen of uitverteld bleken, ging Resnais rustig door met het maken van ongrijpbare, onvergelijkbare films. Tot nu dus.

CLAUDE MILLER

Filmer in hart en nieren (70)

DEBUUTFILM

La meilleure façon de marcher (1976)

AFSCHEIDSFILM IN CANNES

Thérèse Desqueyroux (slotfilm)

ZEI OOIT

‘Proberen te filmen wat verborgen is,

die pretentie heb ik.’

Voor de Franse filmgemeenschap belooft het slotgala van het Festival van Cannes een emotionele bedoening te worden. Bij wijze van eerbetoon sluit Cannes af met Thérèse Desqueyroux, de film met Audrey ‘Amélie Poulain’ Tautou die Claude Miller nog net kon monteren, voor kanker hem begin april velde. Miller heeft zich nooit op de hoogte kunnen hijsen van Robert Bresson, Jacques Demy, Marcel Carné, Jean-Luc Godard of François Truffaut, stuk voor stuk regisseurs voor wie hij in zijn jonge jaren heeft gewerkt.

Van 1968 tot 1975 was hij de vaste productieleider van Truffaut, een periode waarnaar de journalisten nog verwezen toen Miller al een heel end ver was in zijn eigen filmografie. Zijn hele carrière probeerde hij de persoonlijke film met de publieksfilm te verzoenen. Een paar keer is hem dat gelukt, maar even vaak ook niet. Een constante in zijn filmografie is net de afwisseling van hoogtes en laagtes, ook omdat hij afhankelijk was van de scenario’s.

La meilleure façon de marcher (1976), zijn eerste langspeelfilm, smaakte naar meer. Nummer twee Dites-lui que je l’aime (1977), een liefdesdrama met Gérard Depardieu en Miou Miou, flopte. Miller hield zich een jaar of drie koest met tv-reclame om in 1981 te triomferen met Garde à vue, een sterke policier waarin Lino Ventura en Michel Serrault kat en muis spelen en Romy Schneider haar mooie, mysterieuze zelve mag zijn.

Miller vocht niet enkel voor zijn films, ook in de debatten over de Franse film liet hij zich gelden. Hij was de ancien van de Club des 13, dertien regisseurs die drie jaar geleden een vurig pleidooi afstaken voor de ‘cinéma du milieu’: films die het slachtoffer zijn van de steeds sterkere tweedeling tussen artistieke films en entertainment.

Dat betekent echter niet dat Cannes hem ook niet om artistieke redenen een eerbetoon verschuldigd is. Het festival kende zijn psychologische thriller La classe de neige in 1998 de Prix du Jury toe. Wie straks zeker een traantje zal wegpinken, is Charlotte Gainsbourg. De zingende actrice was op piepjonge leeftijd verbijsterend in twee van Millers beste films: L’Effrontée (1985) en La petite voleuse (1988). In die laatste film speelde ze een wilde, kwade, stelende meid. Het scenario vond Miller in de laden van Truffaut.

Stellen dat Raúl Ruiz een krasse knar was, is een understatement genre: Lionel Messi kan tegen een bal trappen. Ruiz, een zware roker en drinker, kreeg in 2010 vlak voor de opnames van Mistérios de Lisboa te horen dat hij een levensbedreigende tumor had en draaide prompt zijn magnum opus. Het resultaat is een weelderig, labyrintisch kostuumdrama dat zindert van de passie en sensationele verwikkelingen. De film heeft alles van een orgelpunt en testament, maar wat deed Ruiz na een levertransplantatie en drie maanden ziekenhuis? Wat hij zijn leven lang gedaan had: hij draaide nóg een film. De honderd-en-zoveelste. La noche de enfrente gaat in wereldpremière tijdens de Quinzaine des Réalisateurs. Ruiz zal er niet bij zijn. Een longcomplicatie werd hem in augustus fataal.

Kon je hem veertig jaar geleden bezwaarlijk een knar noemen, kras was hij toen al. Voor zijn carrière als filmregisseur schreef de Chileen naarstig avant-gardetoneelstukken en Mexicaanse soapseries. Om het interessant te houden, verwerkte hij hele lappen Ezra Pound, T.S. Eliot of Alfred Prufrock in de dialogen. Niemand had er erg in. Zijn eerste film, het artistieke subversieve en door de nouvelle vague beïnvloede Tres tristes tigres won in 1968 een Gouden Luipaard in Locarno.

Begin jaren zeventig was hij de filmadviseur van president Salvador Allende, waardoor hij zich na de staatsgreep van generaal Pinochet in 1973 genoodzaakt zag op de vlucht te slaan. Zijn reisdoel was Parijs, waar hij een leven en carrière uitbouwde. Alleen maakte hij een omweg langs Marokko, waar hij via een Duits-Uruguayaanse Jood een opdracht versierde om voor de Duitse tv in Honduras te filmen. Zijn honderd films zijn niet uit de lucht komen gevallen. Voor Ruiz was de kleinste kans genoeg om een film te maken. Hij draaide in de meest uiteenlopende landen, zelfs België ( Le professeur Taranne, 1987). Thrillers, avonturenfilms, telenovelles, melodrama, komedies, traktaten: alles kon. Soms zelfs tegelijk en niet eens noodzakelijk met een afgewerkt scenario.

Met zijn voorkeur voor barokke beelden, bizarre humor, feuilleto- neske toestanden, labyrintische verhaallijnen, versplinterde identiteiten en surrealistische of magisch-realistische toetsen wist hij vooral de avant-garde te bekoren. Maar met Le temps retrouvé, een voortreffelijke adaptatie van Marcel Proust, overtuigde hij in 1999 nog het meest het grote publiek. Het succes leidde even tot grotere budgetten, maar wezenlijk veranderde er niets. Hij filmde en filmde. Alleen de dood kon deze verteller doen verstommen.

RAÚL RUIZ

Onvermoeibare verteller (70)

DEBUUTFILM

Tres tristes tigres (1968)

AFSCHEIDSFILM IN CANNES

La noche de enfrente (Quinzaine des Réalisateurs)

ZEI OOIT

‘We leven op krediet en dat brengt

de huidige samenleving zeer dicht

bij Balzac: een wereld waarin

niets concreet en alles speculatie is

of een spel met spiegels.’

DOOR NIELS RUËLL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content