La Ville magique voert je mee naar de duistere krochten van de moderne stad. Met Metropolis en de torens van De Chirico als hoogtepunten.

Niemand die zo bedreven was in het schilderen van broeierige melancholie als Giorgio de Chirico (1888-1978). Met torens en donkere slagschaduwen toverde de Italiaan pareltjes van verlatenheid tevoorschijn. Zijn zonovergoten, eenzame pleinen zijn honderd jaar oud, maar ze ogen alsof ze pas onlangs geschilderd werden. De tijd heeft er geen vat op en dat is nog altijd alleen de allerbesten gegund. Met zijn zomerse doeken werd De Chirico de stichter van de metafysische kunst. Velen voelden zich geroepen om op dezelfde manier te schilderen – niet het minst onze landgenoot Paul Delvaux – maar de Italiaan bleek moeilijk te evenaren. Zijn metafysische taal werd een voedingsbodem voor het surrealisme. En dan zeggen we nog niets over de talloze kunstenaars, filmmakers en architecten die tot op vandaag uit zijn werk putten.

Le Retour du poète leidt je blik naar een mooie witte toren met een roodbruin koepeltje. Ernaast, tegen een azuurblauwe hemel, rijst een fabrieksschoorsteen hoog op. De donkere gevels op de voorgrond vormen een lijst rondom de torens. Ze contrasteren scherp met het okergele pleintje dat onwerkelijk leeg is en lijkt te smelten in de namiddagzon. Op de voorgrond rijdt een trein voorbij, zoals die wel vaker een doek van De Chirico doorkruist. De horizon die bovenaan blauw is en onderaan bijna wit haalde de kunstenaar bij de gebroeders Van Eyck. Ook in het onsterfelijke Lam Gods vind je zo’n atmosferisch waas. De techniek schept diepte en ziet er realistisch uit. En het is een goed voorbeeld van hoe kunstenaars bij hun voorgangers gaan lenen.

Het sprankelende Le Retour du poète is misschien wel het pronkstuk op La Ville magique in LaM, nabij Rijsel. De tentoonstelling over de stad focust vooral op het interbellum. De moderne metropool wordt er uit de doeken gedaan als een spiegel van angst en verbeelding. Veel film – het onsterfelijke Metropolis van Fritz Lang uit 1927 – en surrealistische fotografie worden afgewisseld met schilderkunst tot pakweg 1950. Je loopt iets te veel tegen minder overtuigende doeken aan en dat maakt de expo een tikkeltje langdradig. Jammer, maar een frisse opbouw en oerdegelijk werk van Magritte, Man Ray en Brassaï kunnen het evenwicht min of meer herstellen.

GEZIEN OP LA VILLE MAGIQUE, LILLE MÉTROPOLE MUSÉE D’ART MODERNE, D’ART CONTEMPORAIN ET D’ART BRUT (LAM), TOT 13/1

ELS FIERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content