Reality heeft een bastaardkind gebaard: uitlachtelevisie. Zijn we daarmee weer een stap dichter bij de afgrond?

Het is nog even wachten op de herziene uitgave van de Dikke Van Dale, maar nu al lijkt het erop dat het tv-jaar 2003 een nieuw woord heeft opgeleverd: uitlachtelevisie. Ergens in oktober dook de term op in de kolommen van kranten en magazines, om een soort tv te omschrijven waarin mensen grandioos in de zeik worden genomen, om het kijkvee te amuseren. We hebben het woord vooral te danken aan twee programma’s, Big Brother 4 en Olivier De Rijke. Big Brother besloot voor zijn vierde seizoen om de regels van het spel ietwat te veranderen. Terwijl vroeger de minst populaire gast door de kijkers uit het huis werd gestemd, moest ditmaal iedere week de favoriet van de mensen thuis de Big Brother-container verlaten om naar een geheime plaats te worden gebracht. Alleen: de overblijvers werden in de waan gelaten dat zij het populairst waren, en die keken dus al likkebaardend uit naar de finale. Alwaar ze hoorden dat Big Brother hen in het ootje had genomen. Lachen, gieren, brullen kortom. Ook in Olivier De Rijke was het volop gniffelen, toen een twintigtal jongedames met dollartekens in de ogen een vrijgezel opvrijden, in de hoop hem en zijn denkbeeldig fortuin aan de haak te kunnen slaan.

Natuurlijk is uitlachtelevisie veel breder dan die twee programma’s. Wie heeft er niet plat gelegen bij de eerste afleveringen van Idool 2003, of bij de blik achter de schermen van Miss België en andere Beauty’s? En reality-shows als Expeditie Robinson, Temptation Island of Bachelor bevatten ook meer dan genoeg scènes (wij denken hier in de eerste plaats aan het infame chocomousse-incident) die je doen schuddebuiken. Het is ook geen fenomeen dat zich beperkt tot de commerciële zenders. De cultureel correcte BBC bijvoorbeeld helpt in programma’s als What Not To Wear en Would Like To Meet mensen aan een nieuwe look of een flitsende date, maar dan wel nadat de argeloze kandidaten door experts de grond in zijn geboord. Ook de tijd dat David uit het tweede seizoen van De Mol de pispaal van Vlaanderen werd, ligt nog niet zo ver achter ons. Maar Big Brother4 en Olivier De Rijke hadden wel de primeur dat het uitlachen er systematisch gebeurde, en zelfs deel uitmaakte van het programmaconcept.

Wie het woord uitlachtelevisie in de mond neemt, doet dat niet zonder bijbedoelingen: de achterliggende boodschap is dat we ons grondig zorgen moeten maken over deze evolutie. Sommigen grijpen graag de gelegenheid aan om nog maar eens de doem van de westerse maatschappij te voorspellen. Mediawatcher Chris Van Camp of cultuurfilosoof Bo Corijn bijvoorbeeld zien in dat soort televisie het zoveelste exploot van gewetenloze programmamakers, die de onschuldige gewone man naar de studio lokken en hem dan in zijn onderbroek zetten, voor heel kijkend Vlaanderen. Het is hoog tijd dat we die mensen eens in bescherming nemen, zo klinkt het dan ferm. Hoe goedbedoeld dergelijke redeneringen ook zijn, ze getuigen vooral van misprijzen tegenover de kandidaten. Want wie is die gewone man eigenlijk waar men het altijd over heeft, die als een lammetje wordt geslacht omwille van de kijkcijfers? In Olivier De Rijke of Bachelor bijvoorbeeld liep het vol van de knappe, welbespraakte en hoog opgeleide jongedames, die in duidelijke bewoordingen konden uitleggen waarom ze zich hadden ingeschreven. Omdat ze op tv wilden, omwille van de – brrr – uitdaging, omdat ze een relatie te verwerken hadden, desnoods, maar ‘onder druk van de makers’? Dat hebben we niet gehoord. De kandidates zijn slim genoeg om te weten waar ze aan beginnen, om te beseffen dat deelnemen aan dit soort programma’s een risico inhoudt.

Sinds de televisie vijftig jaar geleden zijn intrede deed in Vlaanderen, is hij al met alle zonden van de wereld beladen. Ontlezing, epilepsie, de opkomst van de horrelvoet, het kijkkastje is de schuldige. Toen Big Brother begon, werd het geroep alleen maar luider: wat zouden de deelnemers niet moeten verdragen, en hoe groot zou hun teleurstelling achteraf wel niet zijn, als het BV-schap zo vluchtig blijkt! Nu zijn we zowat vijf jaar en een resem reality-shows later, en bent u al veel geknakte zielen tegengekomen? We hebben (een kwartiertje maar, langer was niet te harden) naar Big Brother All Stars gekeken, en daar zaten alle ‘slachtoffers’ op een rijtje, allemaal nog even ergerlijk, allemaal met dezelfde praatjes: weinig verslagenheid gezien, laat staan wat broodnodige deemoedigheid. Na afloop van Big Brother 4 reageerde Kevin, de enig overgebleven ‘loser’, ook uitermate sportief op de verrassing: hij vond het vooral knap dat de makers het programma zo’n wending hadden gegeven, en hij had ook al iets in het snotje.

In De Laatste Show doken dan weer drie deernes uit de jongste Temptation Island op, die het meidengroepje Seduced hadden opgericht en hun eerste singletje kwamen voorstellen. Ook geen misnoegdheid te merken daar. Wellicht zullen ze gigantisch floppen en daarna weer in de anonimiteit verdwijnen, maar reality-tv is ook een beetje een talentenjacht: als je wilt, kun je de aandacht wat rekken, en als je talent hebt, kan het nog iets langer duren, maar voor de meesten houdt het op nadat ze het podium hebben verlaten. Is dat wreed? Misschien. Maar dat ze het circuit van playbackshows en achterafzaaltjes in volkscafés hebben overgeslagen, zullen ze bij Seduced vast niet zo erg vinden. En als we iemand in bescherming zouden nemen, dan toch liever de gewone man die al deze spin-offs over zich heen krijgt.

Veel mensen gruwden vroeger van de lichtheid van tv, en waren er trots op te zeggen dat ze nooit keken. Nu kijken ze wel, maar kunnen ze de programma’s die ze zien niet meer relativeren. Dat zorgt ervoor dat een intelligent mens als Bo Corijn bij Jan Leyers in De Nachtwacht komt vertellen dat Big Brother, De Mol, Robinson, Olivier De Rijke en soortgenoten onze maatschappij naar de knoppen helpen, dat ze de regels van de omgang op hun kop zetten en van liegen en bedriegen een streefdoel maken. Nu spreken wij niet meteen uit ervaring, maar we durven er toch geld op te verwedden dat Olivier De Rijke niet de eerste jongeman is geweest die heeft gelogen over zijn beroep of de dikte van zijn portemonnee om een meisje te versieren.

Door Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content