La La Land
Alfred Hayes toast op de dronken droomfabriek die Hollywood heet in het even bittere als ontnuchterende Ten overstaan van de hele wereld. Here’s looking at you, kid!
Heeft u er weleens van gedroomd om ‘het te maken in Hollywood’? Om uw ster te zien glimmen op de Walk of Fame? Om in Beverly Hills tussen de rich and famous te wonen? Lees dan, vooraleer u een enkeltje Los Angeles boekt en uw droom er wegsmelt onder de Californische zon, eerst dit ontluisterende relaas over de destructieve lokroep van de roem. En over het troosteloze lot dat je als ambitieuze wannabe mogelijk te wachten staat wanneer je té graag en té veel wilt ‘in een stad waar iets meestal snel gebeurt of helemaal nooit.’
Alfred Hayes wist alvast wat en wie hij in 1958 zo pijnlijk levendig beschreef in zijn doemromance waarin een verzopen scenarist en een wanhopige aspirant-actrice, beneveld door drank en ambitie, in mekaars armen strompelen. Jarenlang was Hayes namelijk zelf als scenarioschrijver in Hollywood aan de slag, weliswaar vaker met succes dan zonder. Zo schreef de in Londen geboren maar in New York getogen auteur onder meer het scenario voor Fred Zinnemanns Teresa, waarvoor hij een Oscarnominatie kreeg, en voor Fritz Langs Human Desire. En dat nadat hij in Rome, waar hij na de oorlog was blijven hangen, al twee klassiekers van het Italiaanse neorealisme had mee gepend: Vittorio De Sica’s Ladri di biciclette en Roberto Rossellini’s Paisà.
Geen wonder dat de verteller in deze puntige, amper 128 pagina’s tellende roman – hij heeft geen naam, wel een vaag, bezwaard verleden – niet kan worden vrijgepleit van enige zelfgenoegzaamheid. Zelfs niet wanneer hij, tijdens een strandfeestje, een meisje uit de golven van de Stille Oceaan vist, na wat een dronken zelfmoordpoging blijkt te zijn. Het is het bijna fatale startschot voor een affaire die al snel noodlottige proporties aanneemt wanneer de waanzin zich tussen beide minnaars nestelt en duidelijk wordt dat leegtes zich in Tinseltown niet zomaar door een scharrel of een borrel laten vullen.
Hayes, die naast scenario’s ook drie dichtbundels en zeven onterecht in de vergetelheid geraakte romans naliet, beschrijft de achterkamers van het Hollywood van de jaren vijftig. En dus wordt er veel gerookt en zo mogelijk nog meer gezopen. Maar het drinken is dwangmatig, de gesprekken blijken biechten en de ambities manieën. Hayes schetst de contouren van zijn personages en hun milieu niet alleen met veel psychologisch inzicht, maar ook met strakke, scrupuleus gekozen lijnen. Ook in de nieuwe vertaling van Marcel Misset is de cadans koortsig, alsof je van filmscène naar filmscène walst, en zijn de zinnen kort en rauw maar plastisch en precies, met veel aanhalingstekens. Het is alsof Hayes, als de droge dichter van onze desillusies, inzoomt op elk detail en elke nuance, om op die manier de oppervlakkigheid van zijn verbleekte paradijsvogels nog breder én dieper uit te smeren.
Was u een van die romantische zieltjes die de bioscoop al zingend en dansend buitenkwam na het zien van La La Land, die musical over twee dromers in het Hollywood van toen? Spoel uw naïviteit dan in één teug weg met Hayes’ beklemmende, maar gelukkig ook diabolisch entertainende gids door de coulissen. Bij voorkeur met de jaloezieën dicht, cool jazz op de pick-up en een fles Jack Daniel’s in de hand. Cheers!
TEN OVERSTAAN VAN DE HELE WERELD ****
Alfred Hayes, Lebowski (oorspronkelijke titel: My Face for the World to See), 128 blz., ? 17,50.
DAVE MESTDACH
CENTRALE ZIN Ze was hier gekomen met de gebruikelijke voornemens: ‘Om mijn gezicht te tonen, ten overstaan van de hele wereld’, zei ze, iets citerend wat ik niet thuis kon brengen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier