KILLER MATT
Hij stript zich de ziel uit het lijf in Magic Mike, doet je grijnzen en gruwelen in Killer Joe en speelt nu een homoseksuele speurder in het mysterydrama The Paperboy. Of: hoe Matthew McConaughey in 2012 naast posterboy ook acteur werd. ‘Ik wil een paar films nalaten waar mijn kinderen trots op kunnen zijn.’
Matthew McConaughey? Is dat niet die blonde hunk met zijn parelwitte glimlach, brede borst en perfecte sixpack? Die belachelijk knap gesculpteerde Texaan uit belachelijk futiele romcoms als The Wedding Planner, Failure to Launch of Fool’s Gold? Die gladde, strak in het maatpak zittende kerel van die peperdure reclamespots voor Dolce & Gabbana?
Yup, that’s our Matt alright. Maar McConaughey (42) is tegelijk ook Killer Joe, de meest venijnige filmschurk van het jaar. De ouder wordende en met zichzelf worstelende stripper uit Steven Soderberghs Magic Mike. En nu ook: de homoseksuele speurder uit The Paperboy, een door Precious-revelatie Lee Daniels geregisseerde portie pulpfiction waarin hij samen met een jonge journalist (Zac Efron) en een blonde bimbo (Nicole Kidman) een ter dood veroordeelde redneck (John Cusack) van de elektrische stoel tracht te redden.
Wie McConaughey steevast reduceerde tot male movie meat – iets waar hij in het verleden vooral zelf bedreven in bleek – zal zijn mening na die gewaagde hattrick dan ook moeten herzien. En nog is het niet gedaan. Zo duikt hij straks op als mysterieuze outlaw in Mud, de derde langspeler van indietalent Jeff Nichols. En daarna in The Wolf of Wall Street, het corporate crime drama dat Martin Scorsese momenteel aan het aanblikken is. Hoog tijd voor een gesprek met McConaughey 2.0.
In The Paperboy speel je alweer een niet voor de hand liggend personage – zeker als A-list-ster. Heb je geaarzeld?
MATTHEW MCCONAUGHEY: Helemaal niet. Een homomagazine vroeg me: stond een homo spelen op je verlanglijstje? Dat vond ik pas raar. Als acteur tracht ik personages een menselijk en geloofwaardig gezicht te geven. And I just dig as deep as I can. Hun seksuele geaardheid is bijkomstig, al is het in dit geval natuurlijk wel een belangrijk plotelement. Omdat het gaat over het conservatieve Zuiden van de jaren zestig. Ik heb met enkele oudere homovrienden gesproken die die tijd nog hebben meegemaakt en van hun verhalen hier en daar wat overgenomen.
Na Killer Joe en Magic Mike lijkt het wel alsof je je gladde sterimago van je af wilt schudden.
MCCONAUGHEY: Ik wil niks afschudden. Het is gewoon een nieuw hoofdstuk van hetzelfde boek. Ik wil dingen opschudden. Ik hou van personages die verrassen, zelf hun lot in handen nemen en buiten de lijntjes kleuren. En daar ben ik de voorbije jaren ook bewust naar op zoek gegaan. Alleen moet je het geluk hebben dat je dergelijke rollen aangeboden krijgt. Ik blijf William Friedkin dan ook ongelofelijk dankbaar dat hij voor Killer Joe de perfecte, perverse sociopaat in me zag, al weet ik nog altijd niet of hij dat als een compliment bedoelde. (lacht)
Je was het dus beu om als romantische posterboy te worden getypecast?
MCCONAUGHEY: Ik heb geen spijt van de romcoms die ik heb gedaan, als je dat bedoelt. Ze waren fun om te doen, veel mensen hebben zich ermee geamuseerd en ik werd er goed voor betaald. Alleen besef je: ik ben de veertig voorbij. Ik wil een paar films nalaten waar men binnen twintig, dertig jaar nog naar kijkt om artistieke redenen en waar mijn kinderen trots op kunnen zijn. Die pijpscène met die kippenbout uit Killer Joe leg ik hen later nog wel uit. (lacht)
Je blijft wel een fysiek acteur die er niet mee inzit om zijn lijf te showen, in jouw geval ook begrijpelijk.
MCCONAUGHEY: Ik ben altijd een atleet geweest. Ik heb altijd graag gesport en ik kom uit een gezin waar elkaar aanraken heel gewoon is. Om je affectie te tonen als man, echtgenoot of vader. Je hebt acteurs die werken met hun kop. Anderen werken met hun stem. Nog anderen met hun heupen, of hoe je het ook wilt noemen. Ik behoor vooral tot die laatste categorie. Ik liep al in bloot bovenlijf rond toen niemand nog foto’s van me nam en ik zal nog steeds in bloot bovenlijf rondlopen als niemand nog foto’s van me wil nemen. (lacht)
The Paperboy is gebaseerd op de gelijknamige bestseller van Pete Dexter, die aanvankelijk door Pedro Almodóvar zou worden verfilmd.
MCCONAUGHEY: Klopt. Ik heb het boek grondig bestudeerd en ook de versie van Almodóvar, omdat ik het journalistieke traject van mijn personage volledig wilde doorgronden en alle aspecten ervan begrijpen. Lee (Daniels, nvdr.) heeft er zijn eigen draai aan gegeven, wat logisch en ook natuurlijk is. Als Afro-Amerikaans regisseur is het normaal dat hij ook de rassenproblematiek van de late sixties wilde aankaarten.
Is er wat dat betreft veel veranderd sinds 1969? Onder Obama bijvoorbeeld?
MCCONAUGHEY: Er is veel positiefs gebeurd, maar het is wel gevaarlijk om te denken dat racisme niet meer bestaat sinds Obama aan de macht is. Er is nog steeds heel wat werkloosheid onder de zwarte bevolking en dat verander je niet in vier jaar. Er is nog werk aan de winkel.
THE PAPERBOY
Nu in de bioscoop.
DOOR DAVE MESTDACH
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier