JEROEN OLYSLAEGERS
Hoe past deze roman in het rijtje van Wij en Winst?
JEROEN OLYSLAEGERS: Ik heb nooit een klassieke trilogie voor ogen gehad, wel een echokamer waarin de lezer zelf al luisterend zijn weg moet zoeken. Inhoudelijk is er natuurlijk wel een lijn: hoe het individu tegenover de gemeenschap staat. Voor mij is dat meer dan ooit een brandend thema. Wat zijn wij die gemeenschap als individu verschuldigd? Behoren wij nog wel tot een gemeenschap? En is die gemeenschap niet gebaseerd op exclusiviteit, of zoals ik het in Wij bijna wiskundig schreef: ‘Wij. Gij niet dus.’ Het zijn vragen die doorheen de drie boeken spoken.
De drie romans stralen samen een diepzwarte, bijna sardonische wereldvisie uit. In hoeverre is dat ook de jouwe?
OLYSLAEGERS: Ik ben een heel optimistisch mens. Ik geloof in de menselijke geest en in de creativiteit, de verbeelding en de voorzienigheid van mensen, en ik ben ervan overtuigd dat er geen enkel probleem is dat we niet samen kunnen oplossen. Ik ben dus niet verbitterd of cynisch, maar ik heb wel het gevoel dat ik als romanschrijver af en toe de man ben die op zondagavond de vuilniszakken buitenzet. Dan wil ik iets zeggen over de wereld waarin we leven.
Komt dat sardonische uit de Griekse mythologie waar je regelmatig naar verwijst? Tegelijk met Wil verschijnt ook Mount Olympus, het script voor de gelijknamige theatervoorstelling die je samen met Jan Fabre opzette.
OLYSLAEGERS: Ik denk dat dat te maken heeft met de verteltraditie van mijn familie. Mythologisch denken is de wereld proberen te vatten in een verhaal om haar zo beter te begrijpen. Daarom schrijf ik ook. Voor mij is die mythologie een herbronning. We leven in een bizarre tijd. Overal heerst verwarring. Dan loont het de moeite om met de thema’s uit de Griekse mythologie bezig te zijn, zoals de vraag wat ons bindt en wat ons uit elkaar scheurt. Alle tragedies kun je in feite samenvatten in één zin: er staat een rekening open en die moet worden vereffend. Ecologisch gezien staat er vandaag een reuzegrote rekening open. Die moet worden vereffend, maar we stellen dat collectief uit en houden ons liever bezig met andere zaken waarvan we denken dat het rekeningen zijn. Hier kunnen we iets leren van de Griekse tragedies, omdat zij recht in de ogen van het monster kijken, en daar kunnen we in deze tijden van verdringing best een voorbeeld aan nemen.
In de vorige Knack (nummer 34 van 24 augustus) vindt u een uitgebreider interview met Jeroen Olyslaegers.
(M.V.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier