‘Ik geef toe: het is een beetje een cliché. Er zijn véél pubers die zich in hun kamer opsluiten en de literatuur ontdekken. Maar zo is het nu eenmaal echt gegaan, zo en niet anders. Ik kan me niet herinneren dat ik als kind al iets met boeken had. Ik ben pas beginnen lezen toen ik een jaar of dertien-veertien was. Maar van dan af is het nooit meer opgehouden, en ben ik heel snel verslaafd geraakt aan boeken. Op mijn zestiende had ik al drie lidkaarten in de bibliotheek van Zottegem, mijn thuisstad. Een op mijn eigen naam, een op naam van mijn vader en een op naam van mijn moeder. Zo kon ik vijftien cd’s en boeken per week ontlenen, en zelfs dat was bij momenten maar net genoeg. Zoals de meesten begon ik met Tom Lanoye en Herman Brusselmans, en schakelde ik vandaar over naar het ietwat zwaardere werk. Gerard Reve, Willem Frederik Hermans, Harry Mulisch, Jeroen Brouwers, Hugo Claus… Het Verdriet Van België was het eerste boek dat me heel diep raakte, zowel qua stijl als qua verhaal. Niet dat het mijn leven blijvend veranderde, maar het hakte er wel serieus op in. Tegenwoordig krijg ik dat gevoel vooral van de grote Amerikaanse schrijvers, genre Paul Auster en Philip Roth. Van Disgrace van J.M. Coetzee was ik onlangs ook ongelooflijk onder de indruk. Dun boekje, stilistisch heel erg sober, maar wel verpletterend goed. Zo heb ik mijn literatuur ook het liefst, heb ik al gemerkt: sober, zonder al te veel franjes, en to the point.’

‘Sinds een paar jaar ga ik niet meer naar de bibliotheek, maar koop ik mijn boeken zelf. ‘Helaas’, zou ik bijna moeten zeggen, want ze maken een gigantisch gat in mijn budget. Ik denk dat ik intussen een duizendtal boeken heb, twee grote bibliotheekkasten vol. Maar ik blijf er meer kopen dan ik kan lezen, gewoon omdat ik er niet kan aan weerstaan. Literatuur is niet alleen voedsel voor mijn ziel, boeken verzamelen biedt me ook troost. Niks zo mooi als een muur vol verhalen, vind ik. Daar gaat echt leven van uit, en liefde, en warmte. Ik heb ook grenzeloos veel respect voor schrijvers, alleen al omdat ze zoveel energie in al die verhalen investeren. Een boek schrijven lijkt me een enorme opgave, alleen al door de eenzaamheid en het gevoel dat het echte leven intussen aan je voorbij gaat. ’t Lijkt me in elk geval één van die dingen die je zoveel gemakkelijker niet dan wél kunt doen.’

‘Of ik nooit zin heb gehad om zélf een boek te schrijven? Grappig dat je dat vraagt, want ik heb er net één geschreven, mijn eerste poging tot debuut. Een paar weken geleden heb ik mijn manuscript naar een paar uitgeverijen gestuurd: De TestosteronBoeddha, op hoop van zege. Ik durf mezelf nog geen schrijver noemen nu, niet zolang ik niet weet of het uitgegeven wordt. Maar ik hoop het wel op een dag van mezelf te kunnen zeggen: ‘Ik ben schrijver.’ Dat zou, naast muziek maken, een tweede jeugddroom zijn die in vervulling gaat.’

Jan De Campenaere is de man achter de toetsen, de snaren en de microfoon bij Venus In Flames.‘Als puber had ik drie bibliotheekkaarten, goed voor vijftien stuks per week. Maar zelfs dat kon maar net volstaan. ‘

Opgetekend door Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content