Ik heb dit zelfportret geschilderd op het absolute dieptepunt van mijn leven. Een jaar of drie geleden was dat, in wat naar het schijnt ‘een midlifecrisis’ heet. Na mijn 45e begon ik plots over mijn schouder te kijken. De balans op te maken. Voor het eerst in mijn leven. Maar daar werd ik in een mum van tijd ontzettend ongelukkig van. ‘Ik heb getekend in plaats van te leven’, stelde ik tot mijn ontzetting vast. ‘Ik heb dertig jaar lang van negen uur ’s ochtends tot halfelf ’s avonds aan een bureau gezeten, terwijl er een hele wereld te ontdekken was.’ Intussen ben ik gelukkig aan de beterhand, dank u. Ik heb mijn zegeningen nog eens nageteld – mijn vrouw, mijn twee kinderen, mijn werk dat ik nog altijd met hart en ziel doe – om dan te besluiten dat het grotesk zou zijn om te klagen.
Ik was kwaad en ontgoocheld toen ik dit schilderde, en dat is er heel goed aan te zien. De papiertjes achter mijn gezicht zijn schetsboeken die ik in een vlaag van woede aan flarden scheurde. Omdat ik het gevoel had dat al die stripfiguurtjes me hadden weggehouden van de échte, driedimensionale mensen. Mijn portret is ook heel ruw geschilderd met acryl- en olieverf, veel ruwer dan wat ik van mezelf gewend ben. Ik vind het nochtans wel bij mezelf passen, die ruwe textuur. Veel beter dan de gelakte schilderijen die ik meestal maak. Ik ben helemaal geen mens met een glad olifantenvel, waar alles afglijdt. Ik draag mijn hart aan de buitenkant.
‘Flapoor’ noemden ze me op school, vandaar dat ik zo’n gigantische oren heb op dit schilderij. Ik werd gepest als kind, ja. En geen klein beetje. Maar als ik foto’s terugzie uit die tijd, met dat idiote haar dat mijn vader zelf knipte, kan ik ook wel begrijpen waarom. Fysiek kon ik me niet verweren tegen mijn klasgenootjes, en verbaal stelde ik ook al niks voor – nog steeds niet, trouwens. Mijn enige verweer was: me afzonderen in een hoekje met mijn potlood en mijn schetsboek. Als kind tekende ik mijn ingebeelde vriendjes, en als puber mijn ingebeelde vriendinnetjes, waaruit dan later Sam is ontstaan.
‘Jij bent ooit die richting ingeslagen – Doorlopen!’ Ken je die sketch van Freek de Jonge? Zo voelt mijn carrière wel wat aan. In mijn jonge jaren was ik een beloftevolle kunstschilder, maar dat werd al heel snel overschaduwd door de eerste strips die ik maakte: Icarus en Pest In Het Paleis. En die strips werden dan op hun beurt weer vergeten toen ik pin-ups begon te tekenen, waardoor ik bij veel mensen altijd een blotemadammentekenaar zal blijven. Ik ben trots op alles wat ik doe, begrijp me niet verkeerd. Maar ik zou het soms fijn vinden om alles te mogen zijn wat ik ben, en niet een heel klein stukje daarvan.
Jan Bosschaert (50) is schilder, illustrator en striptekenaar. Hij is vooral bekend van de populaire strips ‘Sam’ en ‘De Vernepelingskes’ en van zijn illustraties voor jeugdschrijver Marc De Bel. Jaren geleden kreeg hij al de Bronzen Adhemar voor zijn hele oeuvre. Info: www.janbosschaert.be.
Opgetekend door Wouter Van Driessche Foto: Ellie Van den Brande
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier