Jambers in de politiek

Ik was niet van plan het bespreken van verkiezingsprogramma’s over de verkiezingen te tillen. Eerlijk gezegd ben ik blij dat we ervan af zijn. Van het gepraat door elkaar, van de duiding van de duiding door twee heren op leeftijd en van Jambers die een paar weken lang de schaduw van Antwerpse politici speelde en zich achter de schermen van de politiek wrong in de hoop iets te tonen wat al niet elders gezegd, getoond, becommentarieerd was. Het beste aan dit programma was dat Jambers zichzelf beheerste. Hij leunde achterover op de achterbank van menige politieke dienstwagen en legde een Peeters of De Wever vragen voor die ze elders ook al hadden gekregen.

Maar er was die ene scène die me niet losliet. Omdat ze pijnlijker dan gewild de vervreemding van de politicus in beeld bracht. Het was de scène ten huize van Bart De Wever waarin de vader die zichzelf in een interview in Humo omschreven had als ‘jager-verzamelaar die ’s morgens de grot verlaat’, terwijl zijn vrouw de ‘CEO van het gezin is die de grot bewaakt’, zich in de grot bevond en een huiselijk tafereel bijwoonde. Daar stond hij in de keuken. Enigszins onwennig. Als iemand die er niet echt bij hoorde. Alsof het lang geleden was dat hij daar nog geweest was. Alsof hij verlangde om ook weer snel die grot te verlaten.

Alles, leek Bart De Wever te denken, was eenvoudiger dan gezinsactiviteiten. Daar zat hij. De succesvolle politicus als vervreemde vader.

De man die naast jager-verzamelaar ook burgemeester is, partijvoorzitter en volgens kwatongen schaduwpremier roerde aan het aanrecht in een kop koffie. Een deel van het gezin zat aan tafel en at. Als dit alles voorbij was, orakelde hij, zou hij eindelijk eens tijd maken. Om zijn nageslacht te leren kennen? Om met zijn vrouw te citytrippen? Nee, deze jager-verzamelaar is een man met een missie die zijn tijd graag nuttig besteedt. Hij zou een boek schrijven. Over democratie en identiteit. Hij had een hele uitleg waarom dat nodig is.

Aan de keukentafel klonk onhoorbaar een diepe zucht. Niemand lachte. Niemand klapte. Niemand reageerde ook maar enigszins enthousiast. Men smeerde speculaaspasta op de boterham en at verder. Anders dan CEO’s van grotten zijn jagers-verzamelaars niet bijster goed in het opvangen van onuitgesproken signalen, laat staan in de interpretatie van non-verbale communicatie.

De Wever streek zijn das glad en maande zijn zoon Simon aan op zijn trompet te blazen. Mocht Simon de schildpad geweest zijn die het gezin in de hoek van de keuken in een aquarium houdt, dan had hij zijn kop in zijn schild getrokken bij dat bevel van zijn vader. Maar Simon is een brave jongen. Hij speelde de Last Post. ‘Bijna perfect’, snoof de man die twee minuten eerder nog had beweerd niets van muziek te kennen. Simon zei niets. Het leek vooral dat hij een uitweg zocht. Maar het was nog niet voorbij. Het hele gezin werd in een busje gehesen waarin de vader verdere pogingen deed om de sfeer er enigszins in te houden. Die pogingen mislukten. Maar er hing nu eenmaal een camera boven hun hoofden en niets zeggen zou helemaal beschamend zijn.

‘Ik ben altijd zenuwachtig’, sprak de vader bij wijze van aanmoediging aan de zoon. De zoon staarde als een ijsberg voor zich uit. Achter in de auto schraapte de CEO haar keel en draaide met een rake opmerking de rest van het gesprek de nek om. Dat het voor een keer niet over hem ging. De jager-verzamelaar zweeg. O, wat verlangde hij naar een politiek debat, een gesprek met een projectontwikkelaar, iemand met bouwplannen voor de stad. Alles, leek hij te denken, was eenvoudiger dan gezinsactiviteiten. Daar zat hij. De succesvolle politicus als vervreemde vader. Het was een beklemmend beeld.

*** VTM, 10/10, 21.45

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content