IS in het vizier
dinsdag 21/3, Canvas **
Van alle journalisten van de VRT is Rudi Vranckx ongetwijfeld de dapperste. Geen oorlog is hem te gruwelijk, geen slagveld te gevaarlijk, geen reiskosten zijn hem te hoog om de kern van het hedendaagse kwaad te vatten. In IS in het vizier zien we hem op de achterbank van een grijze minibus die langzaam door de straten van een aan flarden geschoten stad glijdt. Behoedzaam, ingehouden, als een slang die geruisloos haar prooi besluipt, rijdt de wagen langs verlaten huizen. Alleen zijn de rollen omgekeerd. De echte slang zit ergens in een gebouw verstopt met een geweer op de schouder, en de prooi is het busje waarin de chauffeur aan Vranckx vertelt over zijn oorlogsjaren. Toen er nog een gewoon leven was in Sirte – in deze stad zijn we – gaf hij les aan de universiteit. Nu houdt hij zich schuil met een geweer in de aanslag en hoopt hij sneller te schieten dan de sluipschutters die de IS er heeft gedropt. ‘Het is een oorlog zonder regels’, zegt hij. ‘Er is maar één regel’, vult Vranckx aan. ‘Zo veel mogelijk slachtoffers maken.’ Deze mannen verstaan elkaar. Je bent een vent of je bent het niet. En toch. Oorlog is altijd een beetje belachelijk als je er met je neus op zit. Het is de meest zinloze bezigheid die een mens kan bedenken. Maar toch voelen deze mannen zich diep in hun lijven kleine helden. Ze doen het toch maar, hun land en hun stad verdedigen tegen die smeerlappen van de IS die hun geloof gestolen hebben. Want dat maken ze aan Rudi zeer duidelijk: de IS heeft niets met hun versie van de islam te maken.
Waarom, wil Rudi weten, zijn dan zoveel jonge mensen gezwicht voor de lokroep? Met een vingerknip bevindt hij zich in Tunesië, waar hij in een verduisterde kamer met Ahmed mag spreken. Ooit was deze breed geschouderde man in de ban van de IS, maar hij kwam terug. Omdat zijn moeder hem te hard miste. ‘Of omdat je tot inkeer kwam’, polst Rudi. Ahmed snuift minachtend. ‘Ik geloof dat jullie de vijanden zijn. Jullie hebben onze grondstoffen gestolen.’ Onder alle religieuze sluiers vingen we daar in een flits een glimp op van waar het echt om draait: de ondergrond. Olie en gas. Het is wat al honderd jaar iedere oorlog in deze streek aandrijft. De islam is de saus, het smeermiddel dat jonge, naïeve boefjes van elders moet aantrekken. Maar omdat de kern van de zaak toch wat saai en afgezaagd klinkt, focust Rudi zich op het schijnbaar unieke van dit conflict: de sirenenzang van de jihad.
In een volgende vingerknip staat hij in Antwerpen, want vanuit België reisden ook zeshonderd jongeren af. ‘Vooral boefjes en kleine criminelen’, weet jeugdwerker Samir. Samen met Rudi staart hij naar de deur waarachter vroeger de sessies van zotte Fouad Belkacem plaatsvonden. Spreekbeurten van een man in een soepjurk met een waanzinnige blik in de ogen die ratelde over de ware islam, het paradijs en de plicht van de martelaar. Maar daar was de volgende vingerknip al. Rudi zat in alweer een verduisterde kamer, in een niet nader genoemde stad in Oost-Turkije dit keer, waar hij als een journalistieke biechtvader de bekeerlingen ontving. Zij waren de beestachtige realiteit van de IS ontvlucht en deden daar opvallend gedetailleerd verslag over. En plots was mijn verzadigingspunt bereikt. Ten eerste kreeg ik hier vooral brokken van een conflict opgediend – ik miste een chronologie, een overzicht of op z’n minst een historisch kader. Ten tweede hoef ik als kijker geen dertig gruwelverhalen te horen om te beseffen hoe groot de gruwel is. In de poel van waanzin en verderf was dappere Vranckx zijn verhaallijn kwijtgeraakt. Na vijftig minuten van schieten en beelden van verminkte lijken bleef enkel verwarring over. Ik heb geen idee meer waar we ons bevinden in het conflict. Als iemand het al weet.
door Tine Hens
In de poel van waanzin en verderf die IS in het vizier was, raakte dappere Rudi zijn verhaallijn kwijt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier