De heilige Ingrid – Van haar St. Ingrid-imago is Ingrid Bergman nooit afgeraakt, tenzij tijdens haar schandaalrelatie met Rossellini. Dat is trouwens ook de naam die het meest opduikt in dit niet altijd even relevante portret van de vrouw achter de filmster.
Charlotte Chandler, Archipel, 341 blz.
Na Greta Garbois Ingrid Bergman (1915-1982) de bekendste Zweedse actrice. Staat Garbo symbool voor mysterie en gestileerde erotiek, dan wordt Bergman geroemd om haar natuurlijkheid. En om haar gracieuze schoonheid uiteraard.
Net zoals in haar recente boek over Joan Crawford neemt auteur Charlotte Chandler in Ingrid echter nauwelijks de tijd voor een artistieke of cultuurhistorische analyse van de films of het acteerspel. Laat staan dat ze uitlegt waarom Bergman in de jaren 40 een icoon was – behalve dan de toelichting dat haar Mariacoupe in For Whom the Bell Tolls het meest gevraagde kapsel in de Amerikaanse kapsalons werd. Chandler werkt typisch met interviews, en hier worden (uiteraard) Bergman, dochter Isabella, Hitchcock, Cukor, Garbo en Anthony Quinn aan het woord gelaten. Maar ook dat levert vaak niet meer op dan enkele holle quotes of wat gezellig geklets over bijvoorbeeld Bergmans voorliefde voor Amerikaans roomijs.
Onbegrijpelijk is het dat Chandler haar Hollywoodperiode zo pover heeft uitgewerkt. Bergman, die op jonge leeftijd wees werd, werd in 1939 door Selznick naar Hollywood gehaald, al vond hij haar grote lengte een manco, net als haar grove wenkbrauwen. Hij werd vooral rijk door haar aan andere studio’s uit te lenen, tót ze om haar buitenechtelijke relatie met de neorealistische meester Rossellini in de ban werd geslagen. ‘Isla in Casablanca werd vergeving geschonken, Alicia in Notorious werd vergeving geschonken, maar Ingrid in Rome niet’, aldus Bergman.
Toch heeft Chandler uit al die gesprekken ook wat onthullend materiaal gesprokkeld. Vooral de confidenties over haar korte relatie met oorlogsfotograaf Robert Capa, de enorme impact van Rossellini op haar leven, kinderen en carrière (na Stromboli in 1950 draaiden ze samen nog vier films ‘die niemand wilde zien’) en Liv Ullmans verklaringen over hun samenwerking voor Ingmar Bergmans Herfstsonate springen eruit.
Uiteindelijk zijn het de vlotte mix van talrijke anekdotes, de gevoelsmatige privéditjes en -datjes en de verhalen die je iets over Bergmans persoonlijkheid openbaren. Het zijn ook die elementen die je door deze nooit scherp kritische biografie slepen, waarin la Bergman wordt voorgesteld als een toegewijde moeder en voorbeeldige ster-actrice zonder kapsones, die waardig haar oude dag inging.
Luc Joris
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier