Om een vet betaalde Hollywoodklus – denk aan ‘Hannibal’, ‘Freedomland’ of ‘Next’ – zat La Moore nooit verlegen. Toch mag de flegmatieke actrice nog altijd de titel van Amerika’s arthouse-queen claimen. Twaalf redenen waarom.

Short Cuts (Robert Altman, 1992)

Moore breekt definitief door met deze magistrale mozaïekvertelling naar de kortverhalen van Raymond Carver. Ze gaat frontaal naakt als de kunstenares die haar overspel opbiecht.

Vanya on 42nd Street (Louis Malle, 1994)

Louis Malles allerlaatste film is een hommage aan het theater, met het verhaal van een troep acteurs – met Moore in de rol van Yelena – die de Tsjechovklassieker Oom Wanja op de planken brengt.

Safe (Todd Haynes, 1995)

Een ‘medische horrorfilm voor de ziel’ met moeder Natuur als wraakzuchtige bitch en Moore als de upperclasstrien die aan neusbloedingen, hoofdpijnen en andere kwalen lijdt.

Surviving Picasso (James Ivory, 1996)

Oerklassieke kunstenaarsbiopic uit het Merchant Ivoryatelier met Moore als Picasso’s muze Dora Maar.

Boogie Nights (Paul Thomas Anderson, 1997)

Tragikomische kroniek over het gouden tijdperk van de Californische porno-industrie, met Mark Wahlberg als überdekhengst Dirk Diggler en Moore als seventiesstoeipoes Amber Waves. The Big Lebowski (Joel & Ethan Coen, 1998)

Moore zet een rabiaat feministische performanceartieste neer in deze heerlijke cultkomedie over ondergepiste tapijten, pedofiele bowlingkampioenen en verbitterde Vietnamveteranen.

Psycho (Gus Van Sant, 1998)

Conceptuele shot-voor-shot remake van Hitchcocks huiverklassieker, met Moore als de zus van de onder de douche vermoorde dievegge Marion Crane.

The End of the Affair (Neil Jordan, 1999)

Elegante oorlogsromance naar het boek van Graham Greene, met Ralph Fiennes en Julianne Moore als passio- nele, maar gedoemde minnaars.

Magnolia (Paul Thomas Anderson, 1999)

Meesterlijk fresco over suburbia en haar vreemde vlerken, waarin Moore gestalte geeft aan de neurotische vrouw van een terminale familie-patriarch.

The Hours (Stephen Daldry, 2002)

Drie verhalen over drie tragische vrouwen, met de Virginia Woolfroman Mrs. Dalloway als vertrekpunt en Moore als braaf burgertrutje dat de damesliefde ontdekt. Far from Heaven (Todd Haynes, 2003)

Superieure tearjerker in de beste snottertraditie van melomaestro Douglas Sirk. Met Moore als de suburbane huismoeder die zich in de armen van haar zwarte tuinman vleit.

Children of Men (Alfonso Cuaron, 2006)

Moore gaat de strijd aan tegen een fascistoïde heilstaat met Clive Owen als partner in crime. Een dystopische thriller over paranoia, terreur en de onvruchtbaarheid van de mens.