De voorbije tien jaar maakte Jonathan Demme kennis met beide kanten van de filmmedaille. ‘The Silence of the Lambs’ en ‘Philadelphia’ brachten roem, ‘Beloved’ haalde hem weer onderuit. Maar als de misdaadkomedie ‘The Truth about Charlie’ een aanwijzing mag zijn, heeft de regisseur het zich niet aan zijn hart laten komen.

the truth about charlie Vanaf 22/1 in de bioscoop

Sinds The Silence of the Lambs mag de naam Jonathan Demme dan het nodige ontzag inboezemen, hij heeft zijn vak ook ergens moeten leren. Hij zette (net als vele anderen overigens) zijn eerste stappen als regisseur onder de vleugels van de legendarische lowbudgetproducent Roger Corman. En die bracht hem twee grote lessen bij. Nummer 1: respecteer je budget. Nummer 2: leg de oogbal in de watten. ‘Als een persoon de cinema binnenstapt en gaat zitten, wat is dan het belangrijkste deel van die persoon voor jou als filmmaker?’, legt Demme met een zeer geloofwaardige Corman-stem uit. ‘De oogbal! Die moet je dus verzorgen, want als je de oogbal verveelt, raak je ook de rest van de kijker kwijt.’ Het is een goeie raad die Demme ter harte genomen heeft, want aan fraaie beelden en beweging op het scherm hebben zijn films nooit een gebrek gehad. Ook The Truth about Charlie niet. Meer nog, deze olijke remake van Stanley Donens romantische misdaadfarce Charade (uit 1963) doet denken aan de energieke en complexloze films die Demme in het begin van zijn carrière maakte, zoals Something Wild, Married to the Mob of de Talking Heads-concertcaptatie Stop Making Sense. Thandie Newton en Mark Wahlberg nemen in The Truth about Charlie de rollen over die in Charade vertolkt werden door Audrey Hepburn en Cary Grant en de plot volgt het origineel van heel dichtbij, maar Demme gaat nog een paar stappen verder. Omdat het verhaal zich afspeelt in Parijs, nam Demme de gelegenheid te baat om zowel qua stijl als details uitgebreid hommage te brengen aan de Nouvelle Vague, de beweging die het in de jaren zestig net van die speelsheid en creatieve energie moest hebben. Had Demme daar behoefte aan na de vaak loodzware producties die The Silence of the Lambs, Philadelphia en Beloved waren geweest? Of was het vooral de ervaring met die laatste film die de doorslag heeft gegeven? Demme had hoge verwachtingen toen hij zich aan de roman Beloved van Nobelprijswinnares Toni Morrison waagde, maar het verhaal over de erfenis van slavernij flopte desastreus aan de kassa. De man Jonathan Demme is in elk geval dezelfde gebleven. Iedereen die ooit met hem heeft samengewerkt (Jodie Foster en Thandie Newton voorop), kunnen niet genoeg herhalen hoe lief en vriendelijk en coöperatief de cineast wel is, en daar krijg ik vlak voor het interview nog een staaltje van. Terwijl ik op hem wacht voor het gesprek ben ik er getuige van hoe hij zich uitput in excuses en bedankjes bij de mensen van de filmverdeler. Het blijkt te gaan over een zeldzame affiche, niet toevallig van een Franse film.

Jonathan Demme: Heb je ooit Au hasard Balthasar gezien? Een fantástische film van Bresson, het levensverhaal van een ezel dat meer vertelt over de menselijke natuur dan tien A Beautiful Minds. Een vriend van me uit New York die een collectie filmposters bezit, gaf me een jaar geleden de affiche cadeau, toen ik bezig was met The Truth about Charlie te mixen. Het was een prachtig ding. Maar toen ik aan het eind van de dag mijn spullen verzamelde, stelde ik vast dat iemand beslist had dat die poster veel mooier zou staan in zijn huis dan in het mijne. Ik vond het verschrikkelijk dat mijn cadeau verdwenen was, en toen ik deze keer in Parijs aankwam, vroeg ik aan de mensen van de filmverdeler of ze geen ander exemplaar van die poster op de kop konden tikken. En nu kwamen ze me vertellen dat ze er één hadden gevonden bij een privéverzamelaar, die bereid was om me hem te verkopen voor de luttele som van 750 euro. (lacht) Ik heb vriendelijk bedankt. Zo dringend ben ik er nu ook weer niet naar op zoek.

Is ‘Au hasard Balthasar’ een van de films die je tijdens je wekelijkse Movie Club Night hebt herontdekt, zoals bij ‘Charade’ het geval was?

Demme: Nee. (lacht) Ik heb Bressons film lang geleden ontdekt op het festival van New York. Maar ik heb hem wel opnieuw bekeken toen we The Truth about Charlie kwamen draaien in Parijs. Mijn vrouw en ik vonden het de ideale gelegenheid om onze kinderen een portie Franse cinema bij te brengen, zowel om hun Frans wat bij te schaven als om hen eens bloot te stellen aan een paar goeie films in plaats van de rommel waar ze gewoonlijk naar gaan kijken. En aangezien Au hasard Balthasar over een dier gaat, lag hij voor de hand als keuze. En ik heb er ook deze keer enorm van genoten. Het blijft een meesterwerk.

Organiseer je die Movie Club Night nog altijd?

Demme: De laatste tijd niet, omdat ik te veel rondgereisd heb. Maar ik hoop er binnenkort opnieuw mee te beginnen. Een bedrijf dat de ambitie heeft om films te produceren, moet op geregelde tijdstippen ook films bekijken, lijkt me.

Wat was de laatste film die je daar hebt laten zien?

Demme: Dawn of the Dead van George Romero. Geweldige film. (lacht)

Naar ‘The Truth about Charlie’ dan. Waarom wou je ‘Charade’ opnieuw maken? Was het omdat je nog nooit een remake had geprobeerd? Of wou je een ode brengen aan de Nouvelle Vague?

Demme: Geen van beide. Mijn hoofdbedoeling was om een film te maken met Thandie Newton. Ik vind haar een buitengewone actrice, die toevallig ook een bloedmooie vrouw is, heel geestig, heel diep en bijzonder charmant. Ze heeft alles om een grote filmster te zijn en toch doet ze niets liever dan de outsider spelen, zoals in Beloved of in Besieged van Bertolucci. In Jefferson in Paris speelde ze een slaaf. Ze is eigenlijk nog nooit zichzelf geweest, een buitengewone eigentijdse jonge vrouw. Ik was dus echt op zoek naar een verhaal dat geschikt zou zijn om haar aan de wereld te openbaren. En toen we op een avond tijdens Movie Club naar Charade zaten te kijken, wist ik dat ik dat verhaal gevonden had. Thandie in Parijs, dat klonk goed. Zo is The Truth about Charlie ontstaan.

Vanwaar dan het idee om er een hommage aan de Nouvelle Vague van te maken?

Demme: Die dimensie zit er absoluut in, om de heel eenvoudige reden dat ik een grote fan ben van die beweging. De vrijheid van stijl van de Nouvelle Vague kan heel opwindend zijn voor een groot publiek. Maar in werkelijkheid was ik vooral de voorbije jaren verliefd geworden op de film van Wong Kar-wai. Ik wist meteen dat een eventuele remake van Charade er moest uitzien als Wong Kar-wai’s Fallen Angels. Met dezelfde ongelooflijke look en agressieve soundtrack. Dat werd dus het stilistische model toen ik aan het script van The Truth about Charlie werkte. Ik zocht constant naar scènes die me de kans zouden geven om ideeën en sequenties uit Fallen Angels te stelen. (lacht) Maar toen ik in Parijs aankwam, zat ik naar een paar films van Godard te kijken, onder meer Une femme est une femme, en plots besefte ik dat Wong Kar-wai zijn ideeën bij Jean-Luc Godard is gaan zoeken. Ik wou ook een kind van Godard zijn. Ik hoefde dus niet langer te gaan zoeken bij Wong Kar-wai, mijn stilistische stiefbroer als het ware. (lacht) Ik moest de vader nog eens uitpluizen. Op dat moment is Une femme est une femme ons model geworden.

Wat sprak je specifiek aan in die film?

Demme: Ik weet niet of je hem onlangs nog gezien hebt, maar hij is nog op geen enkel vlak gedateerd. Hij is nog altijd even fris als toen. Wat me aansprak, was het feit dat hij in grote mate cinéma vérité is voor de buitenscènes en uitermate gestileerd voor de binnenscènes. Dan wordt hij plots heel expressionistisch qua belichting en decors. Zelfs de shots veranderen. Omdat we in Parijs waren en ik Agnès Varda goed ken, leek het me een goed idee om haar een rolletje te geven in de film. En als we Agnès in de film staken, moesten we ook een vrachtwagen in beeld brengen met het opschrift Les parapluies de Grusin Jacques uit Cherbourg. Dat leek me normaal. En als Charles Aznavour ons de toestemming gaf om één van zijn songs te gebruiken voor de verleidingsscène, waarom zou hij dan niet zelf in de kamer verschijnen? En als hij verschijnt, waarom zouden we dan geen moment uit Tirez sur le pianiste laten zien? Waarom zou ik de tandarts niet dokter Alain Resnais noemen? Al die ideeën borrelden spontaan op. Het is allemaal via osmose gebeurd.

‘The Truth about Charlie’ ligt dicht bij je vroegere werk, zoals ‘Something Wild’ en ‘Married to the Mob’. Daar mengde je ook al verschillende genres en ambiances door elkaar.

Demme: Ik vind het opwindend om zo te werken. De eerste keer dat ik een regisseur zoiets zag doen, was in Tirez sur le pianiste. Op zich was dat een heel ernstig en tragisch gangster- en liefdesverhaal waar nu en dan een bizar moment in opdook. Een personage dat zweert op het leven van zijn moeder, waarna we plots een shot krijgen waar we een oude vrouw zien doodvallen bijvoorbeeld. Mijn bedoeling was om in de eerste plaats het verhaal oprecht te vertellen. Je moet respect hebben voor je verhaal om het geloofwaardig aan de man te brengen. Maar tegelijk wou ik er een heel actief gevoel voor humor aan toevoegen. Ik mikte op een film die net geen complete fantasie zou zijn. Als Aznavour plots in die kamer staat te zingen, begrijpt de kijker dat dit geen ‘normale’ film is. (lacht) Het is een verhaal waar onverwachte dingen zullen gebeuren. We willen dat de kijker echt geïnteresseerd is in het moordmysterie en in het lot van Regina, maar aan de andere kant mag hij ook weten dat dit maar een film is. Het is een fantasie en in die zin evenzeer verwant met Alice in Wonderland als met Charade.

Hoe maak je een onwetende kijker zoiets duidelijk als hij voor de kassa staat om een film te kiezen?

Demme: Dat is inderdaad geen simpele opgave. Je kan het moeilijk op de poster zetten of in de trailer. Nu wordt de film voorgesteld als een romantische thriller. Ik ben een beetje bang dat we de mensen daardoor in een bepaalde richting gaan duwen en verwachtingen geven die The Truth about Charlie niet kan waarmaken. Dit is een heel zachtaardige thriller, wat overigens ook een van de redenen was waarom ik hem überhaupt wou maken. Vandaag de dag zien we bijna niets anders dan extreme cinema. Extreem geweld, extreme seks, extreem taalgebruik, extreme toilethumor, extreem spektakel, noem maar op. Ik dacht dat het verfrissend zou zijn om eens een liever verhaal aan de mensen te presenteren. Bij ons hoeven de mensen niet meteen hun veiligheidsgordel vast te maken. Ze kunnen zich wat meer ontspannen en zich laten meevoeren door de sfeer van de film. Dat heeft ook zijn waarde, denk ik. Alleen stoot je daar op de vraag hoe je zoiets moet promoten.

Je zit hier met een ‘Stop the war in Iraq!’-badge op je trui. Kan je daar in Amerika ook zomaar mee rondlopen?

Demme: Absoluut. Ik draag hem hier enkel omdat hij sowieso altijd op mijn trui gespeld zit. Als Amerikaan ben ik blij dat je erover begint. Dat geeft me de kans om duidelijk te maken aan een Europeaan dat de gemiddelde Amerikaan niet achter deze oorlog staat. De president en zijn entourage hebben heel eigen redenen om ten oorlog te trekken. Ze zijn op de olie uit en hebben een grondige hekel aan Saddam Hoessein omdat die de vorige keer vader Bush in zekere zin verslagen heeft. Maar het Amerikaanse volk voelt helemaal niet de behoefte om Bush daarin te volgen. Ja, we krijgen keer op keer te horen dat Saddam de baarlijke duivel is en dat George W. Bush de reïncarnatie van Christus is en dat dit de strijd is van Goed tegen Kwaad. Maar dat slikken we niet zomaar. Na elf september waren we als volk collectief getraumatiseerd, in onbeschrijflijke mate geterroriseerd. Dat heeft de president en zijn handlangers de vrijgeleide gegeven om zich zo absurd agressief te gedragen. De gewone Amerikaan durfde zich niet tegen Bush uit te spreken omdat ons werd gezegd dat het onpatriottisch zou overkomen om iets anders te doen dan de president onvoorwaardelijk steunen. Maar nu die oorlogsdreiging over ons hangt, heeft het Amerikaanse volk zijn stem teruggevonden. Dat is al een paar maanden aan de gang, maar de Amerikaanse media hebben daar totnogtoe bitter weinig uiting aan gegeven. Misschien zijn ze ook bang dat ze anders beschuldigd zullen worden van landverraad.

Wat heeft de sfeer doen omslaan?

Demme: Ik denk dat de gebeurtenissen in Noord-Korea er voor veel tussen zitten. Toen duidelijk werd dat ze daar ook kernbommen wilden produceren, reageerde Rumsfield: ‘Geen probleem, we kunnen best twee oorlogen tegelijk aan!’ Ik denk dat die uitspraak een hoop mensen wakker heeft geschud. (lachje) Ik weet dat de overgrote meerderheid tegen de oorlog gekant is en ik ben ervan overtuigd dat de weerstand enkel nog zal groeien.

Maar kan de oorlog nog tegengehouden worden?

Demme: Ik hoop het. Ik denk dat het mogelijk is. Veel Amerikanen blijven uitkijken naar hoe de rest van de wereld zal reageren, vooral de Europese landen. Wij hopen dat Europa een duidelijk standpunt zal innemen tegen de oorlog, dat jullie afstand zullen nemen van Bush en zijn plannen verwerpen. We hebben echt wel gemerkt hoe nijdig Bush reageerde toen Duitsland zich zo resoluut tegen de oorlog kantte. Plots moest Duitsland gestraft worden. Nu vragen we ons af of de andere landen misschien bang zijn dat ze de VS kwaad zullen maken. Of leeft er in Europa wel degelijk een brede oppositie tegen de oorlog waar onze media ook niet over praten. Die twee dingen moeten gebeuren. Steeds meer en steeds luider protest uit het buitenland en binnen Amerika. Nu denken veel mensen dat er een grote coalitie van landen is die achter Bush staat. Laten we daar met zijn allen iets aan doen.

Door Ruben Nollet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content