Met zijn schokkend tedere film ‘Wild Side’ gaat de Franse regisseur Sébastien Lifshitz op zoek naar identiteit en vrijheid, voorbij de gangbare noties van sekse, seks, liefde, vriendschap en familie.

‘WILD SIDE’

VANAF 15/9 IN DE BIOSCOOP

De 47 minuten lange ‘korte film’ Les Corps Ouverts, een sensueel, recht van de straat gesleurd portret van migrantenjongeren, bezorgde hem in 1998 de Kodak Short Film Prize in Cannes en de Prix Jean Vigo. Zijn langspeelfilmdebuut Presque Rien was een fel opgemerkte studie van de homoseksuele initiatie van een 18-jarige, een film die volgens de New York Times zoveel aan de verbeelding overliet ‘dat hij de onzekerheid en emotionele turbulentie van de late adolescentie raker trof dan gelijk welke andere, meer uitgesproken film’.

Met Wild Side bevestigt de 36-jarige Sébastien Lifshitz dat hij zijn eigen stempel op een film kan drukken zonder ons daarmee te willen epateren. De ‘homoprent’, gedraaid in beheerste Scope, baadt in een ‘naturel’ en een compromisloze vrijheid die we in Frankrijk niet meer hebben gezien sinds Patrice Chéreaus L’Homme Blessé. Het verhaal – voor zover je daarvan kunt spreken in een film die heden en verleden losjes en onontwarbaar vermengt en op momentane impressies en emoties draait – is anders niet van de poes. Het is een kroniek van een ongewone ménage à trois tussen de vagebond Jamel (Yasmine Belmadi), de illegaal Mikhail (Edouard Nikitine) en de transseksueel Sylvie (gespeeld door de echte transseksueel Stéphanie Michelini). Marginaler kan de keuze niet zijn, maar voor Lifshitz, die zijn personages afwisselend hard en teder in beeld brengt, is hun parcours haast een ‘perverse’ equivalent van een soapscenario. Wild Side, een Belgisch-Franse coproductie (met sterke participatie van de tv-zenders Arte en Canal+) won op de jongste Berlinale de Teddy Award, de hoogste prijs voor de beste gay feature.

Sébastien Lifshitz, te gast op het Filmfestival van Brussel, oogt een beetje als een pas uit het seminarie ontslagen, keurig geklede aspirant-priester, een prooi voor de duivel. Aan de kracht die uit sommige van zijn seksscènes spreekt, lijkt dat zelfs niet ver van de waarheid.

Op het eerste gezicht geeft ‘Wild Side’ niet veel prijs van je rijke ‘intellectuele’ – om een woord te gebruiken dat mensen vandaag graag uitspuwen – achtergrond.

Sébastien Lifshitz: Wel ja, rijk zou je het wel kunnen noemen. Ik studeerde kunstgeschiedenis, met specialisatie in hedendaagse kunst. Ik ben een grote fan van historische fotografie van de 19e eeuw tot nu, van Julia Margaret Cameron tot Cindy Sherman. Als kind was ik gek op films. Ze vormden een heilig toevluchtsoord, net als kunst. Na school was ik een beetje wanhopig. Ik wou alles gaan doen: muziek, theater, cinema, schilderkunst, fotografie. Na een paar jaar besefte ik dat cinema het medium was dat me het best in staat stelde om een beetje van dat alles met elkaar te combineren.

Wat was het uitgangspunt van ‘Wild Side’?

Lifshitz: Ik heb Wild Side over een periode van twee jaar geschreven met Stéphane Bouquet, met wie ik ongeveer alles wat ik maakte heb geschreven. Hij is mijn beste vriend. Met hem ook draaide ik La Traversée, een film waarin we Stéphane volgen op een transatlantische zoektocht naar zijn biologische vader. Net als mijn andere tv-film Les Terres Froides zag ik La Traversée als een confrontatie met een format dat veel televisiefictie beheerst: de komedie met televisiesterren in de hoofdrol. Wild Side is opgezet als een radicale reactie tegen dit format, met marginalen als helden, een cast zonder sterren, niet-professionele acteurs. Tijdens het financieringsproces stonden we diametraal tegenover wat een zender doorgaans als voorwaarde stelt om een film te financieren. We volgen de personages in hun levensloop, zonder echt een dramatisch ‘verloop’ uiteen te zetten. We filmen ze in hun naakte waarheid, in hun meest brute en brutale werkelijkheid. Dat was mijn manier om me te verzetten tegen die valse archetypische visie van de samenleving die door televisie- en ook door veel filmfictie wordt verspreid.

Je film is bijna een – zij het ernstige – satire op de soap.

Lifshitz: In een televisiesoap wordt elke relatie – of het een homo- of heteroseksuele is doet er niet toe – tot dezelfde, aan formules ontleende banaliteit herleid. Ik gaf daar een draai aan door te vertrekken van een relatie die velen als ‘ontaard’ kunnen beschouwen, en die dan te kruiden met allerlei vaste ingrediënten uit de soap: familie, vriendschap, liefde, seks. Door dit te combineren met een vertelling waarin geen verschil of verloop in tijd lijkt te bestaan, kon ik alle remmen loslaten en in alle vrijheid op zoek gaan naar wat ons werkelijk definieert. Sylvie is een prostituee die in Parijs de kost verdient, maar nu terugkeert naar haar vroegere thuis op het platteland om haar stervende moeder te verplegen. Haar moeder is begrijpend, maar het feit dat Sylvie het bed deelt met twee mannen kan ze toch moeilijk verkroppen. Jamel is een jonge Noord-Afrikaan die van de frisse lucht leeft en in stations kunstjes en ook af en toe zijn lijf verkoopt. De Rus Mikhail komt in Frankrijk zijn heil zoeken, maar wordt door heimwee verteerd. Het is de sterke of althans sterk ogende Sylvie die de twee onder haar vleugels neemt en een nieuwe en vrije familie sticht, waar seks en sekse, vriendschap en liefde ongedwongen, maar met hindernissen worden beleefd.

Je films kunnen ook geen formule volgen, want je hebt de gewoonte fictie te vermengen met elementen uit je eigen leven.

Lifshitz: Dat klopt. Stéphane en ik doen dat altijd, onze levens vermengen met fictie. Ik hou erg van kunstenaars die dat doen, zoals Nan Goldin, of Cindy Sherman. Als je naar Goldins foto’s kijkt, zie je haar ook als een regisseur aan het werk. Voorafgaand aan Presque Rien bracht ik de zomer door aan zee, waar ik een jongen bleef observeren. Mijn vakantie was vervelend, en dus zette ik me aan het schrijven, een verhaal over die jongen. In de zes maanden die daarop volgden, ging zowat alles fout in mijn leven wat maar fout kon gaan. Ik mixte mijn fantasie over de jongen met alles wat ik daarna meemaakte.

Waarom koos je hier voor een transseksueel als hoofdpersonage?

Lifshitz: Wat me in transseksualiteit fascineert, is het thema van de identiteit. Ik heb sterk de indruk dat wat men is, niet altijd zo vanzelfsprekend is. Men wordt integendeel wat men is. Vandaar dat ik de identiteit van de transgenderist gelijkstel met de idee van de vrijheid. Heel wat transseksuelen vertelden me hoe hard ze als kinderen hebben afgezien in hun jongenslichaam. Het moment dat ze de moed vonden om hun lichamen te doen overeenstemmen met hun psychische identiteit, voelde aan als een wedergeboorte. Ze hadden allemaal een gevoel van bevrijding en van enorme opluchting. Die noodzaak van transformatie is krachtiger en machtiger dan alles wat hen omringt, soms zelfs sterker dan de vaak afkeurende blik van de samenleving. Les trans worden nog vaak bekeken als freaks, als onmenselijke figuren. Transseksuelen zijn in de cinema vaak onvoorstelbare karikaturen. Ze worden meestal gefilmd als ietwat pittoreske wezens, wat me mateloos ergert. Hoe hard ik de televisiekomedies voor ogen had als antimodel, blijkt uit mijn keuze voor de actrice die Sylvie moest spelen. Stéphanie Michelini behoort helemaal niet tot het marginale wereldje van de transseksuelen. Ik had echt geluk dat ik haar heb ontmoet. Ik was ogenblikkelijk onder de indruk van de ongelofelijke manier waarop zij als vrouw door het leven ging. Niet het minste spoor van overdrijving, tegelijk schuchter en discreet. Ze is een echte cinefiele, heel gevoelig ook. Het tegenovergestelde van het cliché. Ze was meteen de juiste, er moest zelfs geen verdere keuze worden gemaakt.

De laatste tien jaar bruist het van de energie en creativiteit in de Franse film. Heb je het gevoel dat je bij een renaissance hoort?

Lifshitz: Neen, niet echt. Er zijn wel een paar interessante nieuwe regisseurs, maar je moet goed beseffen dat filmmaken in Frankrijk nog altijd een heksenketel is en het filmwereldje een heus ‘establishment’ vormt. Ik vind ook niet dat er echt waarheidsvol wordt gefilmd. Cinema heeft hier altijd ofwel een nadrukkelijk sociale kant, of gaat over uitzonderlijke personages. En hoe weinig opzichtig mijn film ook is, ik vind dat er in de Franse cinema te weinig zorg wordt besteed aan vorm en stijl.

Je hebt een schrikbarend talent om sterke homoseks- of liefdesscènes te draaien. Een scène waarin Sylvie als vrouw een klant naait, terwijl je het bijna andersom verwacht, komt bepaald verrassend aan.

Lifshitz:(kijkt een tikkeltje verbaasd, dan geamuseerd, en zegt bijna als een docent antropologie) O ja? Nou, laat ik je dan iets vertellen: het merendeel van de transseksuelen die hun diensten op straat verkopen, zijn dominant. Wat ik liet zien, maakt deel uit van de alledaagse routine. Het past ook in mijn visie om een film te maken die tegelijk zonder veel omhaal en in alle vrijheid alles kon laten zien, maar zeker ook intimiteit en tederheid uitstraalt.

Jo Smets

‘Transseksuelen worden nog vaak bekeken als freaks, als onmenselijke figuren, maar voor mij is hun identiteit een symbool van vrijheid.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content