‘IK WAS MISSCHIEN WEL DE COMMERCIEELSTE JOHNNY’

© ATHOS BUREZ

Voor de beste fictie die u op de Vlaamse zenders kunt vinden, moet u dit najaar op Vitaya zijn. Neen, niet voor De waarheid – óók een kanshebber – wel voor The Fall, de BBC-reeks die Jakob Verbruggen regisseerde. ‘Voor mij mag het altijd iets groter zijn.’

‘Wat doet Armageddon hiertussen?’

Ik wijs naar Bruce Willis, die kin vooruit en met licht dichtgeknepen ogen de toekomst van de mensheid tegemoet staart.

‘Beste film aller tijden.’

‘Beste film aller tijden?’

Armageddon.’

‘Zeg je dat nu om mij te provoceren?’

‘Helemaal niet. Armageddon is tegelijk de beste én de slechtste film aller tijden. Ik bedoel: begin er maar eens aan. Krijg dat scenario maar in je handen en probeer die onzin, want dat is het, geloofwaardig in een film te gieten. Los het maar op als regisseur. Nee, Armageddon: dat is de triomf van de schoon verpakte stront.’

‘Ik ben heel benieuwd hoe jij straks Code 37 – de film gaat verdedigen.’

We staan voor de dvd-kast van Jakob Verbruggen, een Expedit volgestouwd met Amerikaanse cinema, in zijn penthouse in Borgerhout. ‘Let er niet te veel op: er zitten ook veel gekregen dvd’s tussen’, zegt hij, een tikje zenuwachtig bij mijn inspectie. In profiel heeft hij iets van Clive Owen, valt me op. Ik vraag me af of de donkere stip op zijn rechteroorlel een restant is van een oorbel – een onzekerheid waar ik twee uur lang mee zal worstelen.

Te zijner verdediging: ook Howards Hawks Rio Bravo, Martin Scorseses Taxi Driver en David Finchers Fight Club staan tussen zijn collectie. Verbruggen heeft wel degelijk smaak. Of toch overwegend.

‘Is dat de dvd van Pearl Harbor?’

‘Bon, ik stel voor dat we naar het terras trekken.’

‘In een deluxe-uitgave?’

‘Pak ik een tas koffie mee voor jou?’

Ik was gewaarschuwd. ‘Je weet toch dat Jakob een commerciële jongen is?’, was het eerste wat Jan Verheyen zei toen ik hem voor wat achtergrond belde. Verheyen leerde hem kennen na Snapshot, het afstudeerproject van de toen 22-jarige Verbruggen. Een filmpje dat opviel tussen de laatstejaars van het Rits, alleen om de bombast ervan: episch ronddraaiende camera’s, slow-motionstarshots en een eindbeeld van een exploderend Antwerpen – ‘heeft mijn bankrekening gekelderd, dat laatste’, aldus Verbruggen. Een filmpje dat getuigde van een voorliefde voor de Amerikaanse blockbuster, maar ook van ambitie, lef en een talent voor visuele flair.

Een belofte die Verbruggen, nog altijd maar 32, ondertussen ook heeft ingelost. Verheyen gaf hem een kans in Vermist, waarvan hij een aantal afleveringen mocht regisseren; daarna volgde Code 37, de reeks die bewees dat er wel degelijk interessante dingen te doen waren met de policier in Vlaanderen, zonder in Witse te vervallen. Iets wat ook aan de andere kant van het Kanaal opviel. De BBC vroeg Verbruggen vorig jaar om acht maanden naar Belfast te komen om The Fall te regisseren, een thrillerserie met Gillian ‘Scully’ Anderson, waarin agente en seriemoordenaar vijf episodes lang een old-school kat-en-muisspelletje spelen.

Het is niet de reeks van Jakob Verbruggen geworden – daarvoor moest hij schrijver en showrunner Allan Cubitt boven zich dulden – maar hij wist er wel zijn stempel op te drukken. Hoe deugdelijk het scenario ook was, geïnspireerd op de wereld van Dexter en The Killing, en het was de visuele vertelling die de reeks erbovenuit tilde. Het bewijs dat Snapshot geen loze belofte was: geef Verbruggen één miljoen pond budget per aflevering en hij maakt er iets moois van. Iets wat u vanaf nu dus ook vijf afleveringen lang op de vaderlandse tv kunt aanschouwen.

‘Op Vitaya.’

‘Op Vitaya, ja. Ik zou daar veel over kunnen zeggen, maar ik ga het niet doen. Vtm heeft de reeks gekocht, maar toont hem zelf niet. Misschien omdat het niet past binnen hun imago, misschien omdat ze Vitaya anders willen profileren, misschien omdat het een vrouwelijk hoofdpersonage is. Ze zullen wel hun redenen hebben.’

Dat hij zich er niet druk om maakt, is omdat de reeks zich in Engeland al voldoende bewezen heeft. Met gemiddeld 3,5 miljoen kijkers deed The Fall het uitstekend op BBC2, de critici waren lovend – ‘one of the best BBC dramas in years’, kopte The Guardian – en de verkoop van witte blousons, het soort dat Gillian Anderson doorlopend draagt in de reeks, ging volgens een Brits dagblad de hoogte in. ‘Vooral met dat laatste was ik blij’, zegt Verbruggen.

Hoe komt de BBC bij een Belgisch regisseur terecht?

JAKOB VERBRUGGEN: Via Facebook. Het productiehuis van The Fall, Artist Studio, was bezig aan een remake van Code 37 voor de Amerikaanse markt. Ook een reeks met een enigmatisch vrouwelijk hoofdpersonage en een filmische stijl: mijn profiel klopte. Zo kwamen ze bij mijn naam. Alleen was ik nogal moeilijk opspoorbaar: ik had geen agent, wat ze in het buitenland nogal raar vonden. Uiteindelijk heb ik een Facebookbericht gekregen. ‘Kun je eens naar dit nummer bellen? We willen je als regisseur voor een BBC-reeks.’

Ik vermoed dat het ook met de Scandinavische opmars van de laatste jaren te maken heeft. Ze hebben door dat buitenlanders een frisse kijk hebben op de genres die ze in de Angelsaksische wereld uitgevonden hebben. Ik weet dat ze de toon van Code 37 heel interessant vonden. ‘Realistic’, noemden ze het – ik vermoed dat ze daar ‘rauw’ mee bedoelen.

Had je geen schrik om een radertje te worden in een televisiemachine, dat braaf moet luisteren naar de showrunner en de producenten?

VERBRUGGEN: Ik ben er naartoe gegaan met het idee: zelfs als ik alleen maar actie mag roepen, dan nog is het fantastisch. Een BBC-reeks draaien: dat blijft graaf. Maar het is meer dan dat geworden. Natuurlijk, het is de showrunner die de eindbeslissingen neemt, maar we moesten als ploeg wel volledig op één lijn zitten. De documentairestijl van de reeks, de menselijkheid van de moordenaar, of zelfs de witheid van de lakens: er werd wel geluisterd naar wat ik te zeggen had.

Het kan ook anders. Tegelijk met The Fall werd in Belfast het derde seizoen van Game of Thrones opgenomen. Dat is nog wel een verschil qua productie. Ik heb even door die troonzaal gelopen: werkelijk een reusachtige set – het doet je dromen om ooit ook op zo’n plek actie te mogen roepen. Maar als regisseur ben je daar wel een gun for hire. Op het einde van de dag geven ze hun rushes af aan de showrunners, die dan op eigen houtje gaan monteren. Ik ben blij dat ik voor The Fall toch iets meer betrokken was. Ik mocht mijn eigen visuele stijl uitwerken, ik zat mee in de montage: het voelt wel degelijk als een reeks die ook van mij is.

Vooral visueel valt je inbreng op. Al in de tweede scène van de reeks, waarin de moordenaar geïntroduceerd wordt, valt je camera op: een knappe shot door de ogen van de moordenaar, die voor een spiegel zijn muts afneemt.

VERBRUGGEN: Ah, de truc met de lege spiegel. Niet zo heel moeilijk, hoor. Je bouwt een dubbele lavabo, zónder spiegel in het midden, en zet de tandenborstel en zeep aan beide kanten in spiegelbeeld. Aan de ene lavabo zet je de acteur, aan de andere de cameraman, die exact de bewegingen van de acteur kopieert – als de ene de kous over zijn hoofd trekt, laat de cameraman op hetzelfde moment een kous over de camera glijden. Vooral een kwestie van choreografie dus: in anderhalf uur was die scène ingeblikt. Nu, ik heb wel die spiegel moeten laten bouwen. Bij een Britse productie is er iets meer geld: dan kun je al eens een folieke uithalen.

Nog eentje waarvan ik me afvroeg hoe je het gedaan hebt: in een van de afleveringen werd het verstijfde lijk van een jongedame haast als een plank van de brancard op de autopsietafel getild. Een klein detail, maar ik had het nog nooit gezien in een reeks. Jouw inbreng?

VERBRUGGEN: Dat was mijn idee, ja. De lijken waren nogal belangrijk in de reeks: ook als de slachtoffers dood waren, bleef je hun lichaam volgen. Een lichaam verstijft twaalf uur na de dood – het kan ook 24 uur zijn, ik kan me vergissen. Maar ik dacht dus: het zou straf zijn als we die rigor mortis kunnen tonen. Enig probleem: het blijft wel een levende actrice, natuurlijk. Het is niet evident om een lichaam achteloos stokstijf te verplaatsen. Het heeft een paar weken geduurd voor ik de oplossing gevonden had: een afgietsel maken van haar onderkant in fyberglass en de actrice in die moule laten liggen – en zo verplaatsen. Mijn vader is een beeldhouwer, dus gelukkig wist ik van het bestaan van mallen af. Vrij simpel; eigenlijk, maar ik had het zelf ook nog nooit ergens gezien.

Nu ik toch complimenten aan het uitdelen ben: bepaald indrukwekkend waren de topshots in het huis van de moordenaar, waarbij de camera van bovenaf door de kamers dwaalt, over de muren heen.

VERBRUGGEN: Dat zat eerst niet in het scenario – ik heb een rewrite moeten vragen om het erin te krijgen én de producenten moeten overtuigen om een studio te laten bouwen waar ik die shots kon draaien. Maar het is gelukt – was ik heel blij om. En als ik zelf even mag pronken: er is niet gedecoupeerd in die scènes, het is telkens één shot. De eerlijkheid gebiedt me wel te zeggen dat ik die topshots ook wel goed afgekeken heb. In Taxi Driver zit er een fantastische op het einde – wanneer Travis Bickle in de zetel zit en de camera uit hem treedt. En Gaspar Noé gebruikte dat soort shots voortdurend in Enter the Void – heb ik me ook door laten inspireren.

Ik kan me vergissen, maar het lijkt me iets waar je op kickt.

VERBRUGGEN: Op referenties?

Neen, dat soort shots.

VERBRUGGEN:(grijnst) Ja, natuurlijk. Dat is wat ik het liefste doe. Samen met de gripper en de cameraman met legomannetjes op een grondplan uitdokteren hoe de camera moet bewegen. Het is wel een kick als dat dan lukt. Dat was ook waarom ik The Fall graag wilde doen: omdat je die hele speeltuin daar wel ter beschikking hebt.

Je lijkt me ook gewoon een man die van visuele grandeur houdt. Ik ben het nagegaan: in élke reeks die je gemaakt hebt, zit wel een scène waarin het hoofdpersonage in slow motion op de camera afgestapt komt.

VERBRUGGEN: Dat vind ik héél plezant, ja. Dat was ook het enige wat de producenten tijdens de opnames af en toe in mijn oor kwamen fluisteren (vouwt zijn hand als een schelp om zijn mond): ‘Keep it real. Keep it real.’(lacht) Voor mij mag het altijd iets groter zijn.

‘En wat is dat gebouw?’

‘Het districtshuis van Borgerhout. De buitenscènes van Ad fundum zijn daar opgenomen, als ik me niet vergis.’

Wij zijn ondertussen op Verbruggens dakterras beland, op de bovenste verdieping van een oud appartementsgebouw in Borgerhout. Een fraai vergezicht over Antwerpen, zo van op zeven hoog.

‘Voor we verdergaan, heb ik wel nog een openstaande rekening te vereffenen’, zeg ik.

Armageddon nog altijd?’

‘Bijna. Code 37 – de film.’

‘Ah zo.’

‘Ik eis een vorm van formele excuses.’

‘Voor ‘die schabouwelijke schertsvertoning’, zoals een van je collega’s schreef. Goh ja, wat wil je dat ik daarover zeg. De reeks marcheerde. We hadden met de ploeg zin om een film te maken. Er was een budget en een releasedatum. Alleen was er nog geen scenario. Dat is niet de ideale manier van werken en dat is aan de film te merken. Het is vooral een les in het oplossen van problemen gebleken. Maar goed: ik ben blij dat er mensen naar zijn komen kijken, ik ben blij dat we ons hebben geamuseerd en…’

Hij kijkt op. ‘Wat zit je zo te lachen?’

‘Het is aandoenlijk om te zien hoe je je eruit probeert te praten.’

‘Waren er betere scenario’s te bedenken? Ja. Was het een viersterrenfilm? Nee.’

‘Het was wel niet jouw schuld, heb ik me laten vertellen.’

‘Ik pleit inderdaad onschuldig. Hoewel: ik ga mijn verantwoordelijkheid niet ontlopen. Ik heb ook fouten gemaakt. Die Britse producent die ‘keep it real’ in mijn oor fluisterde tijdens The Fall, die heb ik op de set van Code 37 – de film wel gemist. Maar je moet roeien met de riemen die je hebt. Je kunt niet overal een Armageddon uit halen.’

‘Niet het soort excuses waar ik op gehoopt had, maar ik neem er vrede mee.’

Je vader is een kunstenaar, liet je je daarnet ontvallen.

VERBRUGGEN: André Verbruggen. Een beeldhouwer. Professioneel, ja, geen hobbykunstenaar. Maar je zult weinig over hem terugvinden. Zeer getalenteerd, maar ook een man die niet in consensus gelooft. Hij wil zijn eigen ding doen; geen compromissen sluiten. Dat commerciële kantje dat in mij zit: heeft hij totaal niet.

Maar ik denk wel dat het creatieve en artistieke van wat ik doe van hem komt – in gecommercialiseerde vorm. De liefde voor het acteren komt dan weer van mijn nonkel: Herman Verbruggen.

Marcske?

VERBRUGGEN: Van FC De Kampioenen, ja. De broer van mijn vader. We zijn wel een grappig triumviraat. De integere kunstenaar, de populaire acteur en ik.

Oorspronkelijk wilde ik ook acteur worden – toch toen ik een jaar of acht was. Op mijn twaalfde had ik door dat mijn talenten elders lagen. Een paar jaar later heb ik samen met enkele gelijkgestemden een filmclub opgericht: vzw Actie! We inviteerden mensen als Frank Van Passel en Chris Renson, de cameraman, die op zaterdagvoormiddag twee uurtjes kwamen vertellen. Of Bart De Pauw, die ons meenam naar Air Force One en achteraf de scenariostructuur en opbouw besprak. En in de zomer maakten we onze eigen filmpjes. Ik moet toen een jaar of vijftien geweest zijn.

Klinkt idyllisch.

VERBRUGGEN: Dat was het ook. Pas op, zo’n Chris Renson die scherpte-diepte kwam uitleggen: wist ik veel waar dat over ging. Maar het interesseerde me wel. Na het middelbaar ben ik dan naar de echte filmschool gegaan. Eerst afgewezen aan Sint-Lukas in Brussel, en dan, na twee maanden depressie, toch binnengeraakt in het Rits.

Wat was er bij Sint-Lukas fout gelopen?

VERBRUGGEN: Ik vermoed dat ik de foute antwoorden had gegeven. Ik vond Le Bal masqué, toen net uit, een goede film, ik hield niet van experimentele cinema en – ik denk dat op dát moment hun broek is afgezakt – ik had vermeld dat ik wilde regisseren ‘maar eventueel ook produceren’. (lacht) Niet het soort dingen dat ze aan een filmschool graag horen. Eerlijk wel, maar niet slim.

Toen ik aan het Rits mijn gesprek had, wist ik wel beter. Elke klassieker die ik ooit had gezien heb ik bovengehaald; voortdurend Pasolini en Antonioni genamedropt. (lacht) En ik werd toegelaten. Soit, ze hadden wel een punt, natuurlijk. Ik bedoel: je mag Michael Bay een interessant regisseur vinden, maar enkel als je weet dat er ook een Antonioni bestaat.

Ik stel me toch ergens voor dat jij de johnny van de filmschool was.

VERBRUGGEN: De wát?

De johnny van de filmschool.

VERBRUGGEN:(lacht) Er waren wel degelijk grotere johnny’s dan ik, hoor. Maar ik was misschien wel de meest commercieel ingestelde. Snapshot, mijn afstudeerfilm, was daar het beste bewijs van. Ik had geen zin om een kortfilm af te leveren over mijn persoonlijke frustraties en trauma’s. Daar wilde ik de mensen niet mee lastigvallen. Ik wilde liever eens proberen een Vlaamse blockbuster in miniformaat te maken.

Je hebt mijn dvd-collectie gezien: ik ben een commerciële jongen. De films die ik het liefst zie zijn allemaal op Amerikaanse leest geschoeid. East of Eden, Lawrence of Arabia, Armageddon, Rio Bravo, Fight Club: dat zijn stuk voor stuk grote verhalen met grote personages over grote thema’s, gebracht met visuele flair en schwung. Dat is wat goede cinema voor mij is, dat is wat me doet kirren in mijn zetel. Meegepakt worden in een andere wereld, die net iets groter is dan de onze. Drie uur iets van Béla Tarr kijken: ik doe het wel, maar het geeft me toch niet hetzelfde gevoel. Aan de andere kant: inhoudsloze cinema is ook niks voor mij. Twee uur naar vechtende robots kijken, doet me ook niks. Zo commercieel ben ik nu ook weer niet.

Terwijl hij nieuwe koffie zet, lummel ik wat verder rond op het dakterras.

‘Waar ben je nu eigenlijk mee bezig?’, vraag ik door het raam.

‘Aan het lezen.’

Hij wijst van achter de percolator naar een stapel papier op de vensterbank. Mogelijke scenario’s voor een volgend project. Zal het niet worden: de tweede reeks van The Fall, die ondertussen besteld is door BBC2. Verbruggen heeft gepast als regisseur: hij heeft het voorlopig gehad met politiedrama’s. ‘Even te veel psychopaten in mijn leven gehad’, zegt hij.

Belgische scripts of buitenlandse?

VERBRUGGEN: Vooral buitenlandse. Ik ben aan het nagaan of een nieuw avontuur in Engeland of Amerika een optie is. Ik heb nu een agent in Londen. Klinkt stoerder dan het is, hoor: in de praktijk betekent het dat ik een resem buitenlandse scenario’s toegezonden krijg die ik moet lezen. Kijken of er iets goeds tussen zit, kijken of het de moeite is om op gesprek te gaan. Elke maand trek ik een week naar Londen om te zien waar het naartoe aan het gaan is. Lukt het, dan is dat fantastisch. Lukt het niet, dan ga ik met evenveel plezier weer hier aan het werk.

Meen je dat oprecht? Het lijkt me frustrerend om na The Fall weer met Vlaamse budgetten en scenario’s aan de slag te moeten.

VERBRUGGEN: Bwa, een reeks als The Fall, dat had hier ook gemaakt kunnen worden.

Maar je had geen dure topshots mogen draaien.

VERBRUGGEN: Dat niet, nee. Maar ik weet niet of dat nodig is voor mijn gemoedsrust. Je hebt geen groot budget nodig om je iets eigen te maken, ook niet in de genrereeksen. Je moet Code 37 maar eens naast Rio Bravo leggen, niet toevallig een van mijn lievelingsfilms. De reeks was een policier, maar dan wel ingevuld als een western. Vier losers die zichzelf moeten overwinnen om te beseffen dat ze toch iets waard zijn – the most unlikely of heroes. Ze hebben cowboyboots aan, hun pistolen zijn te laag geholsterd, hun kantoren hadden klapdeuren en de gevangenis zag eruit als de cel van een sheriff. Ik heb er mijn persoonlijke stempel wel op kunnen drukken – daarvoor had ik geen topshots nodig.

Wat zou je willen maken?

VERBRUGGEN: Dat is een vraag die ik nu veel krijg. Genrefilm boeit mij enorm. Een actiefilm of een thriller mogen draaien: dat zou de gelukkigste dag van mijn leven zijn. Zelf schrijven hoeft niet. Ik ben geen schrijver en zal dat ook niet snel worden. Maar ik moet me een scenario wel eigen kunnen maken. Ik wil iets kunnen bijdragen.

Maar wel: film, geen televisie.

VERBRUGGEN: Film is de jongensdroom, ja. Wat wel is: de laatste jaren worden er ook voor televisie zeer filmische producties opgezet. Er worden vaak betere reeksen gedraaid dan films.

Wil je het gesprek weer op Code 37 – de film brengen?

VERBRUGGEN: Hoegenaamd niet. (lacht) Nee, wat ik wilde zeggen, is dat het ergens ook een trainingsschool is geweest voor film tot nu toe. Je zult me geen soapserie zien regisseren: daarvoor is het format van zo’n reeks veel te beperkend. Alle reeksen die ik heb gedraaid, waren kansen om visueel mijn stijl uit te puren. Maar het einddoel blijft: film. Op een groot scherm in een donkere zaal mensen meetrekken in je wereld: dat is waar ik al vanaf mijn twaalfde van droom.

‘Wat ik me nu al twee uur afvraag: is dat een gaatje voor een oorbel?’

‘Dit? Neen, dat is een kleine moedervlek.’

Hij grijpt met zijn duim en wijsvinger naar zijn rechteroorlel.

‘In dat geval neem ik het terug.’

‘Wat?’

‘Dat van die johnny van de filmschool.’

‘Blij dat te horen. Héél blij dat te horen.’

THE FALL

19/9 (aflevering 1-2) en 26/9 (aflevering 3-5), 21.05 uur, Vitaya. The Fall is uit op dvd bij Lumière.

Met dank aan Café Costume.

DOOR GEERT ZAGERS – FOTO’S ATHOS BUREZ

Jakob Verbruggen

‘TEGELIJK MET THE FALL WERD IN BELFAST GAME OF THRONES OPGENOMEN. DAT IS TOCH EEN ANDERE PRODUCTIE: ALS REGISSEUR BEN JE DAAR EEN HUURLING. TERWIJL THE FALL WEL VOELT ALS EEN REEKS DIE VAN MIJ IS.’

Jakob Verbruggen

OP SINT-LUKAS ZEI IK DAT IK NIET VAN EXPERIMENTELE CINEMA HIELD EN DAT IK WILDE REGISSEREN, ‘MAAR EVENTUEELOOK PRODUCEREN’. NIET HET SOORT DINGEN DAT ZE AAN EEN FILMSCHOOL GRAAG HOREN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content