Hij zal het zelf niet graag horen, maar Pieter Aspe is zowat onze Dan Brown. Met zijn vlot leesbare krimi’s over politie-inspecteur Van In – 21 zijn er al van de band gerold – staat hij bijna onafgebroken met stip genoteerd in de bestsellerlijstjes. De populairste thrillerschrijver van Vlaanderen over de populairste thriller van de wereld.
Normaal lees je geen misdaadromans van collega’s. Heb je voor ‘The Da Vinci Code’ een uitzondering gemaakt?
Pieter Aspe: Ja, puur uit nieuwsgierigheid: ik wou zien wat al die mensen er zo goed aan vonden. Het is best spannend en vlot geschreven, en zeker het begin is intrigerend. Maar de ontknoping vond ik zwak. Eerlijk gezegd: het ging me vervelen, het is vooral te dik. Ik heb daarna ook nog Het Bernini-mysterie gelezen, maar daar vond ik niets aan. Totaal ongeloofwaardig.
Vind je de hele hype gerechtvaardigd?
Aspe: Zo spectaculair vond ik het niet. Ik begrijp de populariteit – mysterie werkt altijd – maar ik begrijp niet dat Het heilige bloed en de heilige graal, dat 20 jaar geleden verscheen en waar Dan Brown de mosterd haalde, veel minder succes had. Het bevat dezelfde gegevens, maar wel helderder uitgelegd én wetenschappelijk onderbouwd. Mensen zien Browns boek nu als een nieuwe Bijbel, terwijl het gaat om theorieën die al veel langer bekend zijn. Als je de geschiedenis een beetje volgt, tenminste.
Wat denk je van de kritiek van de katholieke Kerk die met de film weer stevig oplaait?
Aspe: Die vind ik verschrikkelijk overdreven. Het is fictie! Dan Brown pretendeert toch niet dat hij geschiedenis schrijft? Voor mij heeft The Da Vinci Code niets met godslastering te maken. Het is niet meer dan een avonturenverhaal. Misschien heeft de Kerk gewoon lange tenen… Waarschijnlijk zorgen het grote succes van het boek en nu de film er ook wel mee voor dat de Kerk zo heftig protesteert. Er zijn al vaker zulke boeken geschreven, zonder dat er zulke heisa rond gemaakt wordt.
In je debuut ‘Het Vierkant van de wraak’ bouw jij ook een verhaal op rond de Tempeliers, een mysterieuze orde van vrijmetselaars.
Aspe: Dat interesseert me gewoon. Ik wil daar absoluut geen stelling innemen tegen de Kerk. Dat vierkant bestaat ook echt, het is een soort cryptogram dat diende als teken van herkenning voor de tempeliers. Ik heb er gewoon een roman over geschreven.
Is dat de succesformule: een halve waarheid uitdiepen tot roman?
Aspe: Het spreekt tot de verbeelding, hé. Als je een verhaal verzint rond een halve waarheid, is de kans groot dat mensen het als echt ervaren. Als je na het lezen van The Da Vinci Code naar Da Vinci’s Laatste Avondmaal kijkt, herken je in Johannes best Maria Magdalena. Terwijl je daar normaal enkel gladgeschoren jongelingen in zou zien. Alles wat Dan Brown zegt, kan kloppen: de moord in het Louvre, de cryptex, het genootschap… Maar het hoeft niet. In een roman telt enkel dat je je lezers meeneemt in de wereld die je creëert. De echte waarheid is meestal redelijk vervelend.
Ga je kijken naar de verfilming?
Aspe: Ik denk het niet. Het kán wel een goede film worden – de trailers zijn spannend – maar ik vrees ervoor. Meestal is het boek echt wel beter dan de film. Het verhaal van The Da Vinci Code is bekend, het scenario is heel hollywoodiaans aangepakt… Ik wacht wel tot hij op dvd uitkomt.
Barbara De Coninck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier