‘IK VEROORDEEL NIEMAND, DE CEO NIET, EN DE PIRATEN NIET’
Alle mannen die willen naar Somalië varen, moeten mannen met stalen zenuwen zijn. Welkom aan boord van de gijzelingsthriller Kapringen, geschreven en geregisseerd door Borgen– en Jagten-scribent Tobias Lindholm. ‘De realiteit kan soms een bitch zijn. Zeker voor een regisseur.’
Dat het Denemarken het jongste decennium niet aan internationaal film- en tv-talent ontbreekt, daarover kon u twee maanden geleden nog alles lezen in onze Deense special. En vanaf deze week loopt er alweer een film in de zalen die die stelling staaft. De titel? Kapringen, oftewel A Hijacking in het Engels. De regisseur? Tobias Lindholm, de nog altijd maar 36-jarige scenarist van de Thomas Vinterberg-uppercuts Submarino (2010) en Jagten (2012), én van de eerste twee seizoenen van de politieke succesreeks Borgen.
In Kapringen zoomt Lindholm – een ervaringsdeskundige in het creëren van verbale suspense – in op de psychologische powerplay tussen twee, slechts telefonisch met elkaar verbonden partijen. Aan de ene kant van de lijn: Somalische piraten die een Deens vrachtschip kapen en miljoenen dollars losgeld eisen in ruil voor de bemanning. Aan de andere kant: de Deense ceo en diens staf, die, tot frustratie en wanhoop van de gegijzelden, niet bereid blijken om zomaar op de eisen in te gaan.
‘De film is niet gebaseerd op één specifiek incident’, legt Lindholm uit, die voor de hoofdrollen van respectievelijk de gegijzelde scheepskok en de uitgekookte bedrijfsleider een beroep deed op Borgen-karakterkoppen Pilou Asbaek en Søren Malling. ‘Maar toch zou ik het geen pure fictie noemen. We hebben verschillende kapingen bestudeerd. We hebben met mensen gesproken die het zelf hebben meegemaakt, zowel zeelui als bedrijfsleiders. En de acteur die in de film de ceo adviseert bij de onderhandelingen is een professionele onderhandelaar die in het echte leven niks anders doet.’
Heb je in Somalië kunnen draaien of was dat te gevaarlijk?
TOBIAS LINDHOLM: Somalië is een no-goarea voor buitenlanders. We zijn naar Mombasa in Kenia getrokken, hebben daar een vrachtschip gehuurd en hebben alles gefilmd van op de Indische Oceaan. Pas tijdens de opnames kregen we te horen dat ons schip een paar jaar tevoren door Somalische piraten was gekaapt en dat sommige bemanningsleden wekenlang waren gegijzeld. Op basis van hun verhalen heb ik het scenario nog wat aangepast omdat ik alle details juist wilde hebben.
Een voorbeeld?
LINDHOLM: De scènes in Denemarken zijn gedraaid in de kantoren van de Clipper Group, waarvan ooit een schip werd gekaapt. In mijn verbeelding zag ik een onderhandelingsruimte met plasmaschermen en hightechapparatuur. Maar ik had duidelijk te veel Hollywoodfilms gezien. (lacht) In de realiteit ging het om één doodgewone gsm met rode plakband rond, zoals je ook in de film ziet. We hebben alle twaalf telefoongesprekken waarrond het script is opgebouwd ook echt van op het schip gevoerd. We belden Søren Malling op in een kantoor in Denemarken met een satelliettelefoon. De storingen en de delay die je hoort, zijn echt, wat het authentieker en hopelijk ook spannender maakt.
Is docufictie dan een juiste omschrijving voor Kapringen, of toch liever suspensedrama?
LINDHOLM: Het is beide. Ik hoop mensen een inkijk te bieden in een extreme situatie maar op een menselijke en realistische manier. De realiteit is stukken ingenieuzer en spannender dan de meeste fictie. Pure fictie zou ik nooit kunnen schrijven. Star Trek is prima entertainment, maar ik heb niks met kerels met puntoren en ik ben nog nooit op een andere planeet geweest. Geef mij maar John Cassavetes. Dat was de regisseur die me voor het eerst toonde hoe intens en filmisch puur, onversneden realisme kan zijn. De films van Michael Mann hebben dat ook. Het lijken geromantiseerde Hollywoodsprookjes, tot je ’s nachts door LA rijdt en beseft dat je op de set van Heat of Collateral bent beland.
Je toont het humane gezicht van zowel de gijzelaars als de onderhandelaars, maar veel moeite om de sociaalpolitieke achtergrond van de Somalische piraten te schetsen doe je niet.
LINDHOLM: Het gaat in eerste instantie om de emoties van de gijzelaars en de Denen op het thuisfront. Het is een lokaal Deens verhaal. We zijn een natie van zeevaarders en dergelijke incidenten hebben we al tientallen keren meegemaakt. Aanvankelijk dacht ik van een van de piraten een derde hoofdpersonage te maken, maar dat voelde geforceerd aan. Alsof ik iets aan het verhaal opdrong en te veel de slimmerik wilde uithangen. Dat moet je als scenarist vermijden. De kunst is: een verhaal zo goed construeren dat je de constructie niet meer ziet of voelt.
Ook opvallend: niet alleen de scheepskok lijkt een slachtoffer, maar ook de ceo.
LINDHOLM: Met de scheepskok leef je sowieso mee. Hij is een familieman die zo snel mogelijk naar huis wil en zich afvraagt waarom ze niet gewoon het losgeld betalen. Tegelijk wilde ik van de ceo geen karikaturale slechterik maken. Hij neemt de verantwoordelijkheid om te onderhandelen en stelt zichzelf de morele vraag of je wel een prijs op een mensenleven kunt plakken. Ook hij dreigt er psychisch aan onderdoor te gaan. Zelfs de Somaliërs veroordeel ik niet. Het klopt dat ik niet de hele uitleg doe over de armoede en anarchie in Somalië of over de postkoloniale uitbuiting van Afrika, maar ik maak geen beesten van hen. Als je in gore miserie leeft en je ziet elke dag van die kloek gevulde ijskasten voor je uit dobberen, kan ik begrijpen dat je je deel opeist.
Slotvraag: ben je voortaan voltijds regisseur of blijf je ook scenario’s voor anderen schrijven?
LINDHOLM: Ik blijf in eerste instantie een scenarist. Ik heb mijn films graag realistisch, maar de realiteit kan soms een bitch zijn. Zeker voor een regisseur. Als scenarist observeer en creëer je mensen en vervolgens kun je hen van achter je bureau allerlei dingen laten zeggen en doen. Je hebt totale controle. Als regisseur heb je een prachtige scène voorbereid – tot het plots begint te stormen en je script en je set wegwaaien. (lacht)Kapringen was een zware beproeving wat dat betreft. Gelukkig kon ik werken met grotendeels dezelfde equipe die ook mijn gevangenisdrama R (2010), Borgen (2010-2011) en de Thomas Vinterbergfilms Submarino (2010) en Jagten (2012) heeft gemaakt. Dat verklaart ook deels het succes van de Deense film en tv. We hebben geen grote industrie, maar we hebben talent dat nauw en hard samenwerkt, elkaar vertrouwt en – heel belangrijk – succes gunt. Jaloezie kennen Denen niet. (lacht)
KAPRINGEN
Vanaf 10/7 in de bioscoop.
DOOR DAVE MESTDACH
Tobias Lindholm ‘ALS JE ZOALS DE SOMALIËRS IN MISERIE LEEFT EN ELKE DAG KLOEK GEVULDE IJSKASTEN VOOR JE UIT ZIET DOBBEREN, KAN IK BEGRIJPEN DAT JE JE DEEL OPEIST.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier