‘IK HEB MIJN FILM NAAST PRESIDENT HOLLANDE GEZIEN’

© PIET GOETHALS

‘Ik ben blij dat ik niet naar de filmschool geweest ben. De school van het leven heeft me meer geleerd. Als het allemaal te herdoen was, zou ik precies dezelfde weg afleggen. Dan zou ik opnieuw in een parking werken, aan 7,25 euro per uur, om ’s nachts dieven en drugsdealers weg te jagen. Ik zou opnieuw acht uur bij Volkswagen aan de band gaan staan en opnieuw moeten vragen om drie minuten te mogen gaan pissen. Door die ervaring ben ik doodgelukkig op een filmset en weet ik dat alle problemen daar luxeproblemen zijn.

‘Het onderwerp van La Marche is zo belangrijk en actueel dat ik die film móést maken. Het gaat over jongeren in Frankrijk – ze hadden evengoed uit Molenbeek kunnen komen – die na een blunder van de politie op een geweldloze manier willen antwoorden. Ze organiseren een mars voor gelijkheid en tegen racisme. Dat was destijds, in 1983, ongezien. Nu nog, dertig jaar later, durft niemand in Frankrijk erover te praten. Frankrijk heeft het moeilijk met zijn geschiedenis. Al moet je daar meteen bij zeggen dat elk land daar wel last van heeft. Ik heb horen waaien dat Martin Scorsese een Amerikaanse tv-serie voorbereidt over de Belgische koning Leopold II en Congo. Soms is er een buitenlander nodig om een pijnlijke bladzijde van de vaderlandse geschiedenis openbaar te maken.

‘Ook al klaag ik wantoestanden aan, ik ben voor alles een kunstenaar. Ik verstop me niet achter het belang van het verhaal. Dat is te gemakkelijk. Natuurlijk is het verhaal van die mars sterk en belangrijk. Maar mijn vraag is: hoe maak ik er cinema van? Onder meer door met Danny Elsen en Stephen Warbeck (de cameraman en componist van De zaak Alzheimer, nvdr.) in zee te gaan.

‘Het was mijn droom om ooit films te maken. Mijn doel is nu: films blijven maken. Ik zie wel hoe en waar. Ik ga waar de wind me brengt. Ondertussen heeft deze jongen uit Molenbeek toch maar mooi een film over Frankrijk gemaakt die op 500 kopieën uitkomt en de mensen aangrijpt. Ik zat naast president François Hollande toen La Marche in het Elysée vertoond werd. We hebben hem gevraagd om de film in de scholen te laten zien. Hij was erg ontroerd en vond het ironisch dat er een Belg aan te pas moest komen om die film te maken.

‘Er bestaan hier twee totaal verschillende cinema’s naast elkaar: de Vlaamse en de Franstalige. Maar ik wil een Belgische filmregisseur zijn. Ik voel me even verwant met de broers Dardenne als met Erik Van Looy. Ik wil niet communautariseren, ik wil overal aan raken. Hoe positioneer ik me dan best? Mijn volgende film wordt een politieke thriller die zich in Antwerpen en Charleroi afspeelt. Hoewel er vooral Nederlands gesproken wordt, financiert Wallonië de film. Ik hoop Vlaanderen alsnog te overtuigen om te investeren. Lukt dat niet, dan klop ik in Frankrijk aan. Na La Marche moet dat lukken. We hebben de mond vol van openheid naar de wereld, maar zouden we niet beter eerst binnen de landsgrenzen wat meer voor elkaar openstaan?’

Brusselaar Nabil Ben Yadir deed meteen met zijn langspeeldebuut Les Barons (2009), over drie slackende vrienden in Brussel, van zich spreken. Zijn nieuwe film, La Marche, over de Franse strijd tegen racisme, draait vanaf 27/11 in de Belgische bioscopen.

DOOR NIELS RUËLL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content