Op zijn vijfenzestigste heeft Jack Nicholson zijn twaalfde oscarnominatie binnen – een absoluut record – en is hij volgens de bookmakers goed op weg naar zijn vierde beeldje, voor zijn rol in de zwarte komedie ‘About Schmidt’. Een openbarend gesprek over kinderen, ouder worden, zelftwijfel, en natuurlijk vrouwen. Can you handle the truth?

Toen Humphrey Bogart ten prooi viel aan een fatale kanker, in een rolstoel zat en een etenslift nodig had om van de ene verdieping van zijn huis naar de andere te gaan, deed hij iets wat Jack Nicholson nog steeds mateloos bewondert: hij nodigde jonge acteurs uit en vertelde ze alles wat hij wist over acteren. Nicholson herinnert zich nog levendig hoe hij dat verhaal las in de vakpers van Hollywood. Nu kan hij zich voorstellen dat hij het zelf zou doen.

Wat zou hij zijn bezoekers vertellen? ‘Dat hangt ervan af wat ze willen weten. Ik zou ze iets kunnen zeggen als “Schat, stop met zoveel gel in je haar te smeren”. Of: “Je moet nu een echte klootzak spelen, of je krijgt er nooit meer de kans toe”. Dat kan ook.’ Mannen zouden hem – hoe kan het anders – om advies over vrouwen vragen, maar daar moet Nicholson hartelijk om lachen. ‘Als er iets is waar echt goeie vrienden me niets over vragen, is het dat wel. Ze vinden me een sul als het over vrouwen gaat. Ik ben verliefd op liefde. Te gemakkelijk gekwetst. Idealistisch. Ze vinden me in de liefde niet zo scherp als ik op andere vlakken wel ben. Ik ben het daar niet altijd mee eens.’ Nicholson zou het ongetwijfeld niet kunnen laten zijn bezoekers te onderhouden over kunst, Churchill of Napoleon. En als een orakel uitspraken te doen die bijna niemand begrijpt. Zoals: ‘Er zijn verschillende manieren om je niet uit het lood te laten slaan door de schijnbaar pijnlijke uitgangspunten van het leven.’ Het brein van Nicholson is een kooi, en er vliegen nogal wat vreemde vogels in rond.

Op zijn vijfenzestigste leeft Nicholson op een plaats waar God zelf zijn kindertijd zou kunnen hebben doorgebracht: op een bergkam aan Mulholland Drive, hoog boven Los Angeles. Nicholson heeft drie bescheiden huizen die zo dicht bij elkaar liggen, dat hij zonder moeite kan verhuizen als hij even honger heeft of een iets knussere stoel wil. Hij heeft een klein zwembad. Een stukje golfbaan. En Marlon Brando als buur. ‘Ik zie hem niet veel de laatste tijd. Ik weet niet waar hij mee bezig is. Ik hoor hem wel. Hij speelt klassieke muziek ’s nachts. Als ik in het maanlicht aan het wandelen ben, hoor ik het tot hier. Hij is de perfecte buur.’ Op een maandagnamiddag nemen we plaats in de biljartkamer van zijn middelste woning, voor een vier uur durend interview. De telefoon en de intercom doorbreken af en toe het gesprek, maar hij negeert ze – later legt hij uit dat het ‘vluchtwegen’ waren, voor het geval hij het interview wou afbreken. Maar dat is niet nodig: hij gaat graag in op alle vragen over zijn leven en over About Schmidt, de nieuwe, zwarte komedie waarin hij meespeelt en die hem een twaalfde oscarnominatie opleverde en naar alle waarschijnlijkheid ook een derde oscar. Hij toont zich zeer hoffelijk – hij cijfert zichzelf weg, rookt kalm, wuift de rook beleefd van me weg. Hij probeert te charmeren, maar verstopt zich niet achter een rolletje. ‘Er zijn heel wat maffe, idiote dingen die ik nu niet meer kan doen. Ik kan niet meer 12 tot 14 uur per dag aan een film werken en vervolgens als een gek de nacht in brand zetten. Je weet wel, het leven van andere mensen overhoophalen. Ik heb er de energie niet meer voor.’ Later komt hij er even op terug: ‘Ik ben niet meer dezelfde als in de jaren zestig. Mijn libido is verminderd. Gaan slapen zonder seks te hebben, was vroeger uitgesloten voor mij. Tegenwoordig breng ik mijn nachten dikwijls alleen door. Dat is een groot verschil. Het is heel bevrijdend, al voel ik me er maar sinds enkele jaren goed bij. Mijn grootste angst is dat ik alleen slapen begin te verkiezen.’

Nicholsons leven mag dan wel een herfstige indruk laten, zijn werk blijft gewaagd – zij het niet op een manier die je zou verwachten. In About Schmidt speelt hij Warren Schmidt, een minzame, corpulente verzekeringsagent uit Nebraska, die op een dag op pensioen gaat en, om het knagende besef de kop in te drukken dat zijn leven niets meer is dan een grap en tijdsverspilling, in een camper springt om te beletten dat zijn dochter (Hope Davis) in het huwelijksbootje stapt met een verkoper van waterbedden (Dermot Mulroney). Nog meer dan in de donkere thriller The Pledge (2001) gooit Nicholson zijn typische acteerkneepjes overboord en brengt hij een wonderbaarlijk ingehouden ode aan het alledaagse – het alledaagse dat op een of andere manier tegelijk ongenadig en menselijk is. Wat Nicholson over de jaren heen gepresteerd heeft, is bijna te veelomvattend en te gevarieerd om te overzien. Zijn carrière beschrijven is even onmogelijk als de grootsheid van de oceaan in woorden vatten. Hij werd beroemd als de gedesillusioneerde advocaat uit Easy Rider (1969) die met een goudkleurige footballhelm op de kop achter op de motor zat bij Peter Fonda. Sindsdien slaagde hij er verbluffend genoeg in tegelijk subversief te zijn én alom gerespecteerd te worden. Misschien herinnert u zich hoe hij het bloed onder de nagels vandaan haalt van een dienster die weigert hem een broodje te brengen ( Five Easy Pieces) of hoe zijn neus aan flarden gesneden wordt ( China Town). Hoe hij in een dodelijke strijd verwikkeld raakt met Nurse Ratched ( One Flew Over the Cuckoo’s Nest), hoe hij Jessica Lange neemt op een keukentafel ( The Postman Always Rings Twice), angstaanjagend ‘Heeeeere’s Johnny’ schreeuwt ( The Shining), ‘You can’t handle the truth’ buldert ( A Few Good Men), met een sardonische lach, lippenstift en een wit beschilderd gezicht rondhuppelt ( Batman), zijn hand in de blouse van Shirley MacLaine laat glijden ( Terms of Endearment) of onbarmhartig een hond in een afvalkoker deponeert ( As Good As It gets).

John Joseph Nicholson had een onbezorgde kindertijd aan de kust van New Jersey (‘Ik was altijd loltrapper nummer één’) en werd door drie vrouwen opgevoed. Omdat zijn moeder ongetrouwd was, deed zijn grootmoeder alsof zij zijn moeder was, zijn moeder en tante speelden dan zijn zusters. Nicholson achterhaalde de waarheid pas toen hij dertiger was. Het bracht hem niet van streek en veranderde evenmin iets aan de belangrijkste les uit zijn kindertijd: het is altijd goed om door vrouwen omringd te zijn. In 1962, toen hij nog steeds probeerde een acteur en een scriptschrijver te worden, trouwde hij met actrice Sandra Knight. Of hij geloofde dat het huwelijk zou standhouden? ‘Ik trouwde op vrijdag, omdat Sandra me op woensdag zei dat ze dat wou. Ik had geen enkele reden om het niet te doen. Ik zei gewoon: Dat is goed. Ik zie het wel zitten. Terwijl de huwelijksplechtigheid bezig was, keek ik naar de hemel en zei: Onthou goed dat ik heel jong ben en dat dit niet wil zeggen dat ik nooit een andere vrouw zal aanraken. Naar verluidt verschrikkelijk ongepast op zo’n moment, maar ik herinner het me kristalhelder.’ Jaren later beschreef Kim Basinger Jack Nicholson als ‘de meest seksuele mens die ze ooit ontmoet had’ (en zij is nota bene nog met Prince geweest!). Gevraagd op welke cijfers de uitspraak van Basinger gebaseerd is, onderdrukt Nicholson even een glimlach: ‘Ik leef me graag uit op dat vlak.’

Terwijl Nicholsons carrière op gang kwam en zijn persoonlijk leven verder ging, tekende er zich een rode draad af: hij gaf zich in zijn films helemaal en ontzegde zichzelf niets. (Wellicht zou hij dat laatste op spitsvondige manier proberen te ontkennen, zoals hij ook doet wanneer hem gezegd wordt dat hij niet zoveel mag eten als hij wil: ‘Ik heb nooit zoveel gegeten als ik wou.’) In elk geval zijn de conventionele begrippen van goed en kwaad niet van toepassing op zijn gedrag – Nicholson heeft zijn eigen morele code, net zoals het Vaticaan zijn eigen politie heeft. Het is duidelijk dat hij nog altijd zielsveel houdt van elke vrouw waar hij ooit bij was en dat hij elk afscheid betreurt, zonder dat hij er spijt van heeft dat hij dat afscheid zelf veroorzaakte. Zo liet Anjelica Houston, 17 jaar lang zijn geliefde, hem zitten omdat hij een affaire had met een model én omdat hij een kind had bij actrice Rebecca Broussard. Lara Flynn Boyle is nog steeds in zijn leven, maar welke relatie hij met haar heeft, wil Nicholson niet zeggen. Hij prijst elke vrouw wier naam over zijn lippen rolt. Niet zo lang geleden zei hij dat zijn voorkeur om uit te gaan met vrouwen tussen 25 en 38 jaar deels ‘een hormonale aangelegenheid is en te maken heeft met het doelloos voortplanten van de soort’. Die uitspraak werd verkeerd geïnterpreteerd, alsof Nicholson zou denken dat hij een hogere missie heeft. Wat hij écht bedoelde, was dat we niets meer zijn dan zoogdieren. De uitspraak irriteerde mensen die dicht bij hem staan. Volgens oude vriendin Meryl Streep zei Nicholson tegen haar dat hij alle vrouwen over zich heen kreeg voor die uitspraak. ‘Dat is niet meer dan verdiend’, had Streep geantwoord.

Als het vijf uur is, vraagt Nicholson of ik honger heb. Hij stelt voor om naar het volgende huis te gaan om te lunchen. (Normaal gezien slaapt hij van drie, vier uur ’s nachts tot elf uur ’s morgens.) Als we de biljarttafel passeren, zegt hij dat hij soms biljart speelt met zijn kinderen; toen Lorraine (12) en Raymond (10) klein waren, bouwde hij een platform op wieltjes, zodat ze boven de tafel uit kwamen. Daarbuiten heeft hij nog weinig gespeeld. ‘Ik kan verdorie het uiteinde van de tafel niet eens zien.’ In het huis ernaast, dat dienst doet als zijn leefkwartier en dat hij meer dan dertig jaar geleden kocht voor 90.000 dollar, vraagt Nicholson aan zijn huishoudster, Gloria, of ze enkele steak sandwiches wil maken. Zonder te veel mosterd. Hij vlijt zich neer in een leunstoel met luipaardprint, met zicht op een kleine galerij van schilderijen – door Picasso en Bonnard, onder meer. Op de koffietafel die vlak voor hem staat, staat een zilveren schaal met versnipperd geld en betaalkaarten – een lang verhaal, zegt hij – en vier letterblokken. ‘Wie blijft dit doen?’, zegt hij bij het zien van de blokken. ‘Iemand vormt steeds weer de naam JACK.’ Wat wil hij dat er staat? ‘Niets speciaals. Ik wil enkel dat het voortdurend verandert.’ Hij prutst wat met de blokken en leunt achterover in zijn stoel. De blokken geven het woord ‘LAID’ (‘gewipt’) aan.

Hoe meer tijd je met Nicholson doorbrengt, hoe echter hij wordt. Hij krabt door zijn haar en legt het weer goed. Hij roept naar Gloria dat ze hem moet verwittigen als de wedstrijd van de 49’ers (American footballteam uit San Francisco, ds) begint. Hij dweept met Lorraine en Raymond. (Rebecca Broussard is hun moeder; Nicholson heeft ook een dochter van voorbij de dertig, Jennifer, met Sandra Knight, en een zoon die ook de dertig gepasseerd is, Caleb, met actrice Susan Anspach.) ‘Ray is heel emotioneel – hij twijfelt voortdurend aan zichzelf. Ik denk dat het genetisch is. Ik kijk naar hem en ik denk: shit, ik heb ook nog altijd dat probleem. Ik ben 65 jaar en ik vraag me nog steeds af of ik wel iets waard ben. Ik zou hem vanuit de grond van mijn hart kunnen zeggen dat hij het beste is wat er is, maar dat is geen oplossing.’ Het is vreemd om iemand van Nicholsons kaliber te horen zeggen dat hij onzekerheden heeft. Volgens Alexander Payne, regisseur van About Schmidt, is dat niet zo vreemd: ‘Die onzekerheden zijn echt. Hij is een acteur. Wat kan je anders verwachten?’ Nicholson geeft zonder aarzelen toe dat hij door donkere tijden is gegaan in zijn leven. Af en toe voelde hij zich onzeker over hoe hij verder moest in een industrie die – About Schmidt ten spijt – acteurs van zijn leeftijd doorverwijst naar afgrijselijke rollen. In de lente zal hij Adam Sandlers woedetherapeut spelen in de komedie Anger Management van Peter Segal. En hij heeft ook al toegezegd voor een andere komedie (nog zonder titel), waarin hij een vriendin heeft die jong genoeg is om zijn dochter te zijn – waarna hij uiteindelijk valt voor haar moeder (Diane Keaton).

Een ongeziene uitbarsting van activiteit vanwege een acteur die nog niet zo lang geleden diepe twijfels had over zijn toekomst. ‘Ik heb een verrukkelijk leven gehad. Ik heb bijna altijd kunnen doen waar ik zin in had. Een tijdje geleden dacht ik eraan te stoppen met acteren. Wie wil me nog aan het werk zien? Wie kan het wat schelen?, vroeg ik me af. Ik was depressief, niet verwonderlijk als je alleen bent en het gevoel hebt dat je niet meer vooruitgaat. Maar dan herinnerde ik me waarom ik begon te acteren: ik ben ongelukkig als ik me niet kan uitdrukken. Het maakt me sterker.’ Hij leunt voorover in zijn stoel. We krijgen de steak sandwiches (zonder te veel mosterd) en ze smaken heel lekker – hoewel ze zo bloederig zijn, dat ze doen denken aan Nicholsons rol als weerwolf in Wolf. ‘Ja’, zegt hij, knikkend en kauwend ‘Grrrr’. Daarna begeleidt Nicholson me naar buiten. Het is donker geworden. De lichten van L.A. fonkelen beneden ons. Het is alsof we naar beneden kijken vanuit een landend vliegtuig. Door de jaren heen, zegt hij, zijn er verschillende vrouwen geweest die hem probeerden te overhalen om te verhuizen. Hij daagde hen steevast uit een betere woonplaats te vinden. ‘Ik dacht dat ik nooit aan iets gehecht zou raken,’ zegt hij, ‘maar zo zie je maar.’ Dus kwamen en gingen de vrouwen en bleef het huis zijn vaste stek. Nicholson zegt dat een deel van hem jaloers is op Warren Schmidt, omdat die zijn hele leven met één vrouw doorbracht. Af en toe (héél af en toe, wellicht) wou hij dat hij dat ook had gedaan. ‘Op die manier zouden zij en ik heel wat gemeenschappelijke herinneringen hebben.’ Als het een troost kan zijn: Jack Nicholson maakt al dertig jaar deel uit van onze gemeenschappelijke herinneringen.

© Newsweek. Vertaling Dominique Soenens

Door Jeff Giles

‘Onlangs wou ik stoppen met acteren. Maar dan wist ik weer waarom ik begonnen was: ik ben ongelukkig als ik me niet kan uitdrukken. Het maakt me sterker.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content