‘Natuurlijk stel je je vragen bij zo’n programma. Het kan echt over de schreef gaan, maar dat is zeker niet gebeurd.’ Tussen de zongebruinde babes en spierrollende macho’s presenteert Tine Van den Brande ‘Temptation Island’ op VT4, een realityshow waarin vier koppels trouw tegen verleiding en ontrouw afwegen. ‘Pijnlijk, maar ook wel fun.’

Door Tine Hens Foto’s Guy Kokken

Temptation Island. Elke maandag – 20.40 VT4

Twaalf dagen lang heeft productiehuis Kanakna de maagdelijke stranden van het Caraïbische eiland Roatan ingepalmd. Het zand was hagelwit, de lucht koningsblauw en de palmbomen wiegden zangerig in de wind. Geen vuiltje aan de lucht. Maar in de twee hotels op de uiterste punten van het eiland werd een strijd op het scherp van de snee uitgevochten. In het ene zaten de vrouwen samen, in het andere de mannen. Op zich al een haard van haat en nijd, maar daar kwam daar nog eens bij dat beiden werden blootgesteld aan tal van erotische prikkels. Het was een kwestie van op de tanden te bijten en met de rede de roep van het vlees te bedaren.

Tussen zoveel hunkering en seksuele driften fladderde Tine Van den Brande met de schijnbare onschuld van een pas ontpopte vlinder rond. Zij bracht informatie van de ene naar de andere kant van het eiland en porde her en der smeulende vuurtjes aan. Waarom stapt een mens in zo’n broeierig wespennest? Want reken maar dat er gejammerd, geschreeuwd en gekermd werd als in een 19de-eeuwse folterkamer. Net zoals er verlangd, verzucht en gefantaseerd werd. Een mens zou van minder van de wijs raken.

‘Tja,’ zucht Van den Brande, ‘waarom doe je zoiets? Enerzijds was er een praktische reden. Ik wilde gewoon opnieuw werken. Met de geboorte van mijn dochtertje heb ik bijna een jaar thuis gezeten, en ik vond het schitterend om zoveel tijd met haar door te brengen, maar op een bepaald moment heb je zin in weer wat buitenlucht. De vraag kwam van VT4 en ik heb ja gezegd.’

Zomaar?

Tine Van den Brande: Nee, niet zomaar. Ik had wel wat reserves. Het is een concept dat je op verschillende manier kunt uitwerken, en voor je het weet, verval je in platitudes en banaliteiten en wordt het inderdaad pervers en decadent. Maar ik had de garantie gekregen dat dit niet de bedoeling was. Ik ken de mensen van Kanakna goed en had er het volste vertrouwen in dat ze zo sereen mogelijk met het onderwerp zouden omspringen. Bovendien had ik vooraf de Amerikaanse versie van Temptation Island bekeken. Ik vond dat zo mooi gedaan. Ik was ontroerd door het gegeven, het was in de eerste plaats een raak portret van jonge mensen en ik moet eerlijk zeggen dat ik hier na de twaalfde aflevering met tranen in de ogen zat. Er werden nu eenmaal een paar grote waarheden in verteld.

Daar heb je het weer: de waarheid. Vreemd genoeg wordt daar steeds mee geschermd bij de verantwoording van een reality-show.

Van den Brande: Ja, maar daar is ook iets van aan. In Temptation Island wordt het hele thema van de ontrouw opengebroken en bespreekbaar gemaakt. Ik ben opgegroeid in een tijd waar dat niet aan de orde was. De ontrouw van mijn ouders werd doodgezwegen. Als je er dan zelf mee te maken krijgt, weet je niet wat je overkomt. Je bent er onmondig in, je voelt je belaagd. Dat die jonge mensen de behoefte hebben om het te exploreren, om het uit te spitten en om te leren ermee om te gaan, daar is niets verkeerd aan. Uiteindelijk is het een deel van de mens en dat maakt het alleen maar interessanter. Waarom zou je zo’n programma dan niet presenteren? Ik doe nu eenmaal graag dingen waarvan ik op voorhand niet weet hoe ze zullen aflopen. Ik heb de neiging om verschillende laden open te trekken en dát en dát ook nog eens te proberen.

De vraag is natuurlijk of we het overspel van anderen wel op tv moeten zien. Uiteindelijk is het een zaak tussen twee mensen. Nu wordt het een zaak van hen én hun supporters in de huiskamer.

Van den Brande: Een terechte vraag, maar blijkbaar is de honger van de kijker naar reality nog niet gestild. Ik zie al dat ‘leven zoals het is’ als een emancipatie. Mensen die van reality houden, zijn vooral op zoek naar zichzelf. Ze kijken naar een soortgelijke persoon in een specifieke situatie en proberen zich in te beelden hoe zij daar zouden staan. Ze zijn geïnteresseerd in al die onderhuidse spanningen die ze ook bij zichzelf voelen. En blijkbaar zijn ze bereid daar ver in te gaan. Hoe ver, dat weet niemand.

Ik denk dat de verzadiging er ooit komt. Ik geloof niet in het horrorscenario van moorden live op het scherm. Tv is een massaproduct en de massa zal haar grens wel trekken. Ik weet dat er in Nederland een halt is geroepen aan het hele gegeven. Daar hebben ze iets van: nee, we gaan een andere koers varen, weg van de reality. Dat is er volgens mij op vraag van de kijker gekomen. Een zender beslist dat niet zomaar.

Ook huidig VT4-baas Patrick Tilleux had zijn vragen bij ‘Temptation Island’, een erfenis van de oude VT4. Het zou het imago van zijn nieuwe VT4 kunnen schaden.

Van den Brande: Inmiddels heeft hij toegegeven dat ook hij het licht op groen had gezet. Alles heeft ermee te maken hoe je dat thema van de verleiding en de ontrouw in beeld brengt. Kanakna heeft dat zo integer en eerlijk mogelijk gedaan, er werd niets uitgelokt of in scène gezet. Maar het is zeker geen vrijblijvend programma. Het gaat om verleiden en verleid worden en hoe dat wordt gespeeld. Dan kom je snel bij uiterlijkheden en uitdagende poses terecht. Gelukkig is er niet uitsluitend op het uiterlijk gescreend. Ik was aangenaam verrast dat er mensen in zaten van wie ik op het eerste gezicht dacht: wat komen jullie hier zoeken? Achteraf bleek dat net zij het sterkst uit de hoek kwamen. Wat nog maar eens bewijst dat je niet knap moet zijn om charisma of charme te hebben.

Er wordt gesproken van reality-tv. Maar twaalf dagen op een eiland, omgeven door erotiek en schoonheid, hoe reëel is dat?

Van den Brande: Het is een vervormende spiegel van de werkelijkheid, dat geef ik toe. De verleiding wordt zo groot mogelijk uitgespeeld, maar het is wel een soort cultuur die bestáát. Het is de vakantiesfeer, een tijd van losse sociale contacten, van ontmoetingen, het oppikken van mensen. Dat is alvast een realiteit. Tegelijkertijd denk je dan: twaalf dagen is zo’n korte periode, dan kun je jezelf toch bedwingen. Of zoals een van de kandidaten het zei: ik zou wel onnozel zijn om hier vreemd te gaan, terwijl half Vlaanderen er getuige van is. Dat was ook mijn idee van tevoren. En toch… Er gebeuren soms onverwachte dingen.

Pijnlijke dingen, zeg maar.

Van den Brande: Jazeker. Maar – en ik weet dat het een boutade is – die mensen kiezen ervoor en ze wéten waar ze aan beginnen. Elk van de kandidaten vertrok met een vraag die hij of zij opgelost wilde zien. Sommigen stonden op het punt te trouwen en wilden hun relatie aan die laatste test onderwerpen, anderen wilden zien of de ontrouw van het verleden voor herhaling vatbaar was. Ieder had zo zijn eigen reden. En Kanakna heeft duidelijk die mensen gecast die sterk in hun schoenen stonden, die elkaar als koppel goed kenden en die het met recht en reden wilden doen.

Maar dan nog kun je het emotionele vuurwerk niet uitsluiten. Mensen gingen er door de hel, maar ik zag ook dat ze er op de duur sterker uitkwamen en dat ze een betere kijk kregen op hun relatie. Waar ik me vooral over verbaasde, was het gemak waarmee ze over die dingen spraken. Overspel, seks, ze hadden er geen moeite mee dat met elkaar en uiteindelijk met heel Vlaanderen te delen. Ik voel daar toch meer schroom voor.

Is dat een generatieverschil, denk je?

Tine Van den Brande: Misschien wel. Mensen zijn nu toch vrijer dan toen ik nog heel jong was. Alleen al in de keuze van hun relatie. In mijn tijd werd schande gesproken over zoiets als een bewust ongehuwde moeder of een homoseksueel die af en toe ook iets met een vrouw had. Dat waren uitzonderingen, maar ondertussen kijk je er nauwelijks nog van op. Iedereen bouwt zijn leven uit zoals hij dat wil. De waaier van mogelijkheden is zoveel groter geworden.

Men zegt wel eens dat het gezin opnieuw de hoeksteen van de maatschappij wordt, maar bij die jonge mensen heb ik daar niet veel van gemerkt. Die gingen daar heel nuchter mee om. Veel nuchterder dan ik in mijn tijd. Wist ik veel! Ik had geen realistisch beeld van relaties. Dat had veel te maken met de situatie waarin ik opgroeide. Een kind neemt het beeld over dat hem is voorgehouden. Ik vermoed dat als je in een doorsnee gezin groot wordt, je ook doorsnee ideeën over het leven hebt, maar als je daarbuiten valt, moet je eigenlijk van nul beginnen en zelf je bakens uitzetten.

Op vijftien, zestien is dat erg verwarrend, maar ja, na een tijd groei je daar wel in en ik denk dat iedereen er op zijn manier uitkomt. Het is niet omdat je een aantal stukken in je jeugd gemist hebt, dat je ze voor altijd kwijt bent. Je kunt ze zelf wel ergens oppikken om de leemtes en de gaten te vullen. Ik vind het geen geldig excuus, een zogenaamd moeilijke jeugd, om voor de rest van je leven ongelukkig te zijn. Als je het aanpakt, heb je de kans die brokken bij te schaven en te lijmen. Je moet het wíllen zien, natuurlijk.

Is acteren daarbij een hulpmiddel?

Van den Brande: ‘Ken uzelf’ is een van de eerste dingen die je bij acteren leert en ik sta daar honderd procent achter. Wat je speelt, kan je enkel uit jezelf halen. Daarom is het ook zo confronterend. Je prutst potjes diep in jezelf open die je liever gedekt houdt. Je ontdekt karaktertrekken die je verafschuwt. Je ontleedt jezelf, leert jezelf kennen door naar anderen te kijken. Een beetje zoals bij die reality-toestanden, waarin mensen zichzelf projecteren. Die reeksen dwingen ons trouwens om steeds natuurlijker en eerlijker te spelen. Gekunsteld pakt niet meer bij de mensen. Dat hebben ze zo door.

Was acteren een roeping?

Van den Brande: Ik kan niet zeggen dat ik van kindsbeen af wilde optreden en acteren. Je hoort dat soms, hé, en ik benijd die mensen een beetje. Voor hen is het tenminste duidelijk. Voor mij is het nog vaak twijfelen. Ik word heen en weer geslingerd tussen het gevoel dat het echt iets voor mij is en een ander gevoel dat me dringend aanraadt iets anders te doen.

Ik heb het al geprobeerd. Een keer heb ik me ingeschreven aan de VUB, voor Germaanse filologie, een andere keer begon ik op mezelf iets te studeren. Niet dat ik niet graag acteer. Ik speel dolgraag, maar er is altijd een maar. Om een of andere reden, en die varieert van het moment in je leven waarop je de waarom-vraag stelt.

Sommigen zeggen nochtans dat het acteren me in het bloed zit. Ik voel dat niet zo. Mijn grootvader was regisseur; mijn moeder actrice. Ze heeft onder meer met Luk Perceval gespeeld in Billy Liar en ook in tv-series als Dirk Van Havenskerke. Ik herinner me er niet zoveel van. Ze stopte toen ik een jaar of twaalf was en eigenlijk was dat allemaal niet zo fantastisch verlopen als ze zelf had gewild.

Mijn vader stond zeker niet te springen toen ik aankondigde dat ik naar de toneelschool ging. ‘Zou je toch niet beter naar de universiteit gaan?’, probeerde hij nog. Maar wat moest ik daar studeren? Ik had wiskunde gedaan en al mijn klasgenoten kozen voor informatica. Dat zei me absoluut niets. Acteren leek me de minst slechte keuze. Ik zat al enkele jaren in een amateurgezelschap, het beviel me daar best, dus waarom zou ik er mijn beroep niet van maken? Vooral omdat iedereen me in mijn dorp doodsloeg met het idee dat ‘werken rotvervelend is’. Dan maar leuk werk, dacht ik.

Toch lijkt het alsof je een haat-liefdeverhouding hebt met acteren. De jongste jaren was je vooral als presentatrice aan het werk.

Van den Brande: Het is meer liefde dan haat. Maar je hebt het niet altijd zelf in de hand. Als je wilt bezig blijven, moet je ook andere dingen doen. Het risico bestaat natuurlijk dat ze je daardoor als actrice wat vergeten. Vroeger was ik daar banger voor. In de periode dat ik werkloos was, stoorde het me dat ik afhankelijk was van een telefoontje of een vraag van iemand anders. ‘Zie mij nu’, dacht ik dan. ‘Hier zit ik dan, te wachten tot iemand denkt: zouden we dat madammeke niet vragen om iets te doen.’

Je kunt natuurlijk het heft in eigen handen nemen en allerlei dingen zelf uit de grond stampen, maar dat ligt niet direct in mijn karakter. Ik heb een schrijnend gebrek aan ambitie, op zich is dat niet erg, alleen glijd ik nogal makkelijk weg in een houding van: ‘pff, het doet er allemaal niet toe.’ Ik kan me nogal makkelijk één voelen met het heelal en me laten meedrijven op de stroom. Maar om je te handhaven in een sociale structuur is het niet slecht een bepaald gevoel van waardering in de maatschappij te verwerven. Dat is voor mij ambitie. Dat je iets doet waar je fier op bent.

Je rol in de serieDiamant’ was voor velen jouw doorbraak. Iets om fier op te zijn?

Van den Brande: Eigenlijk wel. Het was de eerste keer dat ik zo’n hoofdrol kreeg aangeboden, bovendien was het allemaal niet zo simpel. Ik heb er best wat grenzen voor moeten verleggen. Ik ben niet iemand die zomaar uit de kleren springt en dat allemaal eens even doet. Het was absoluut niet evident en als er dan achteraf vooral wordt gepraat over die naaktscènes, vind je dat wel een beetje stom. Maar ja, als de mensen alleen dát willen zien, kan ik daar weinig aan veranderen.

In die zin is het leuk dat er met de leeftijd ook ándere rollen bijkomen. Als je jong bent, is het nogal eens ‘weer van dat’. Jong en mooi, meer moet dat niet zijn. Als je wat ouder wordt, wordt tenminste een karakter beschreven, je bent een persoon met een verleden, een vrouw die van het leven weet. Op zo’n rol ben ik bereid te wachten. Er zijn plannen, maar dat is ook alles. Acteren is voor mij geen zaak van om het even wat aanpakken. Ik heb geen zin om in een stramien te komen.

Dat was ook het probleem in het theater. Behalve dat ik er niet goed was begeleid en dat ik de indruk had dat ik naar dingen greep die buiten mijn bereik lagen, merkte ik dat ik vaak na de première een stuk al beu was. Terwijl het dan pas begon. Repeteren vond ik schitterend, het samen zoeken naar iets: hoe meer hoe liever. Maar dan dat oeverloze herhalen, nee, dat was niet aan mij besteed. Dan baan ik me liever een beetje een weg buiten de lijntjes en neem ik graag zeer uiteenlopende zaken aan zoals presentatie-, interview-, radio- en documentaire-opdrachten . Ik ben daarin erg flexibel. Natuurlijk zijn er mensen die zeer gerichte keuzes maken en die hun hele hart in hun job steken. Maar ik besef toch ook dat tv een industrie is , je moet daar niet te romantisch over doen.

Het vreemde is dat ik als kind helemaal niet zo flexibel was . Ik was behoorlijk eigenwijs. Er was geen houden aan. Als ik iets wilde, kon je me maar beter laten betijen of er kwamen ongelukken van. We woonden midden in een groot bos en dat was mijn domein. Ik bouwde hutten, klom in bomen. Tot mijn veertiende zag je niet aan mij of ik een jongen of een meisje was. Stoer en sterk was ik. Later ging ik uit tot wanneer ik wilde en kwam ik thuis hoe ik wilde. Mijn ouders trokken weinig grenzen. Er was niet echt iets dat niet mocht. En dus was er weinig om tegen te vechten.

Waar is de onzekerheid dan in je leven geslopen?

Van den Brande: Op de toneelschool. Dat was bikkelhard. Plots moest er wél van alles. Het systeem van lesgeven zinde me allerminst. Je werd tot op de grond afgebroken en kon ervoor zorgen dat je jezelf weer helemaal opbouwde. Ik functioneerde daar niet in. Spelen verloor ieder plezier, het werd een karwei. Toen al begon ik te denken: oei, ik heb me vergist, ik heb de verkeerde keuze gemaakt. Daar stak de twijfel de kop op.

Ben je daarom even model geweest in Londen?

Van den Brande: Niet echt, nee. Dat was door omstandigheden. Ik woonde in Londen en moest er aan de kost zien te raken, want het leven is er peperduur. Ik wilde wel acteren, maar mijn Engels was niet bijster goed en dus schreef ik me in bij een agentschap voor acteurs en modellen. Ze namen wat foto’s en ze zouden me bellen. Vreemd genoeg kreeg ik altijd aanvragen voor modellenwerk en nog vreemder was dat ik die jobs ook echt mocht doen. Niet omdat ik er zoveel beter uitzag dan de rest, absoluut niet. Want als je jezelf tussen honderdvijftig andere meisjes met lang donker haar en blauwe ogen ziet staan, voel je je niet meer zo bijzonder. Maar ik sprak wel diverse talen. Die fotografen waren meestal Franstalig en vonden het fantastisch als het in het Frans kon, dus kozen ze mij. Zo verdiende ik wat geld. Maar echt fijn was het niet. Laat mij maar spelen, denk ik dan.

‘Mensen die van reality houden, zijn vooral op zoek naar zichzelf.’

‘Overspel, seks, ze hadden er geen moeite mee dat met elkaar en uiteindelijk met heel Vlaanderen te delen. Ik voel daar toch meer schroom voor.’

‘Ik glijd nogal makkelijk weg in een houding van: pff, het doet er allemaal niet toe.’

‘Repeteren vond ik schitterend, het samen zoeken naar iets: hoe meer hoe liever. Maar dan dat oeverloze herhalen, nee, dat was niet aan mij besteed.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content