‘IK HEB ÉÉN REGEL: IK QUIZ NIET’
‘De televisie staat hier altijd aan – meestal documentaires, nieuwsprogramma’s en films, amusement iets minder’, zegt Herman Brusselmans. Als ontspanning tussen het schrijven van romans door, werkt hij trouwens aan een scenario voor een tv-reeks. ‘Alles is nog heel vaag. Ik kan er dus niet veel over zeggen.’
Na jaren aandringen heeft hij dan toch ‘ja’ gezegd voor De slimste mens: niet als deelnemer, wel als jurylid. ‘Ik heb één regel’, zegt hij. ‘Ik quiz niet. Op tv kijk ik wel eens naar een quiz, maar zelf heb ik niet veel zin in die spanning en dat gedoe errond. Ik probeer enkel op tv te komen als het over mijn stiel gaat, het schrijven. Al heb ik wel in programma’s gezeten waar die link er niet was. Twintig jaar geleden had ik een rubriek in Het huis van wantrouwen. Voor het goede doel heb ik meegedaan aan De pappenheimers. Enkele weken geleden was ik ook te zien in Lang leve Astrid Bryan, omdat ik haar een plezier wilde doen.
‘Dus ja, nu en dan duik ik wel eens op waar ik misschien niet per se had moeten opduiken. In feite ben ik iemand die nogal snel ja zegt op zulke dingen. Schrijven is een eenzaam beroep en een tv-opname is dan een manier om buiten te komen en mensen te ontmoeten. Ik wil helemaal geen tv-figuur zijn en het tv-milieu is ook niet echt mijn habitat, maar ik vind het wel oké om daar nu en dan mijn kop te laten zien. Bovendien is het een prima manier om promotie te maken voor mijn boeken.’
Lukt dat als jurylid, promo maken voor je boeken?
HERMAN BRUSSELMANS: Omdat jureren wat voorbereiding vraagt, is er wel een link met mijn werk: nadenken waar een interventie kan, afspreken wie wat op welk moment gaat zeggen enzovoort. Het deel dat ik voorbereid, schrijf ik uit en voor het overige ben ik op improvisatie aangewezen. In aflevering twee, mijn eerste opname, zit ik naast Bart Cannaerts en dat was wel oké. De smaak om volgend jaar toch als kandidaat aan te treden heb ik nog niet te pakken, al weet je natuurlijk nooit hoe dat zal evolueren. We zijn nog maar pas begonnen.
Zijn er voor jou grenzen aan de lach?
BRUSSELMANS: Mensen noemen mij soms een eikel met lang haar, iemand die gore grappen vertelt en met alles lacht, maar dat is niet waar. Dat imago heb ik, maar iedereen die naar buiten stapt en in de media komt, heeft een imago. Het is niet dat je dat beeld zelf kweekt. Het wordt je eerder opgelegd. De link tussen het imago dat de buitenwereld ziet en wie je werkelijk bent, is vaak zeer vaag. De gruwel van IS, het leed in de Gazastrook, daar lach ik niet mee. Over alles wat te maken heeft met politiek en met leven en dood heb ik wel een eigen mening, maar daarom ga ik er nog niet de spot mee drijven in een show. Wat dan weer wel moet kunnen, is lachen met alles wat nog altijd taboe is en een klein beetje gevoelig ligt. Seks, BV’s en hun kleine kantjes… Maar dus geen politiek. Dyab Abou Jahjah ga ik niet onnodig provoceren. Ik heb hem tussen de opnames door ontmoet, en dat is best een vriendelijke gast. Hij weet net als ik dat er voor politiek geen plaats is in een quiz.
(T.V.L.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier