Al twintig jaar is Benicio Del Toro een usual suspect in Cannes, maar dit jaar presenteert hij er zomaar eventjes drie films: het animatiesprookje The Little Prince, het psychodrama A Perfect Day én de drugsthriller Sicario. ‘Bang voor de echte gangsters? Daar helpt een shot tequila je wel af.’

Over Benicio Del Toro worden gekke dingen gezegd. Dat hij de strafste mompelaar sinds Marlon Brando is, bijvoorbeeld. Of dat hij kan doorgaan voor de broer van Brad Pitt. Áls hij al op iemand anders lijkt, dan toch nog het meest op Che Guevara, die hij portretteerde in Steven Soderberghs tweeluik Che (2008). Negen jaar had Del Toro zich uit de naad gelopen om die film over de grote revolutionair en aartsvijand van Amerika rond te krijgen. Zijn vertolking leverde hem in 2008 in Cannes de prijs voor de beste acteur op.

Maar ook daarvoor en daarna boterde het bijzonder goed tussen het grootste filmfestival ter wereld en de in Puerto Rico geboren Amerikaanse acteur. Twintig jaar geleden vertoonde Cannes al de film waarmee Del Toro doorbrak: The Usual Suspects van Bryan Singer.

Drie jaar later volgde de film die een rem op zijn carrière zette: Terry Gilliams Fear and Loathing in Las Vegas. Het gerucht ging destijds dat Del Toro en Johnny Depp niet vies waren van enige praktijkervaring om de roes op te zoeken om de beruchte drank-drugs-en-nog-meer-drugstrip van schrijver Hunter S. Thompson treffend uit te beelden. Het zou een vol jaar duren voor nog iemand met Del Toro durfde samen te werken.

Maar Cannes viel Del Toro nooit af. The Pledge (2001) van Sean Penn, Sin City (2005) van Robert Rodriguez en Frank Miller en Jimmy P. (Psychotherapy of a Plains Indian) (2013) van Arnaud Desplechin dongen er (vergeefs) naar de Gouden Palm. In 2010 was hij lid van de jury, die dat jaar voor een aangename verrassing zorgde door ’s werelds meest prestigieuze filmprijs toe te kennen aan het spirituele sprookje Uncle Boonmee Who Can Recall His Past Lives van Apichatpong Weerasethakul. In 2012 was Del Toro een van de zeven regisseurs van de in Cannes geselecteerde omnibusfilm 7 días en La Habana – en zeker niet de slechtste.

Deze editie is Del Toro zoals gezegd present met maar liefst drie films. Hij nam de stem van de slang voor zijn rekening in The Little Prince, een Frans-Amerikaanse animatiefilm naar het bekendste boek van Antoine de Saint-Exupéry. Hij speelt een opgebrande humanitaire werker die zijn opdracht in oorlogsgebied wil opgeven in A Perfect Day, een film van de Spanjaard Fernando León de Aranoa in de nevensectie Quinzaine des Réalisateurs. Het meeste aandacht gaat naar competitiefilm Sicario -met Del Toro, Emily Blunt en Josh Brolin. Denis Villeneuve, de Canadese regisseur van Incendies (2010), Enemy (2013) en Prisoners (2013), castte Del Toro daarin als een van de Amerikanen die met een dappere FBI-agente (Blunt) de grens tussen Amerika en Mexico oversteekt om drugsbazen bij de lurven te vatten.

‘Mijn personage is een agent die alles kwijt is geraakt door de drugskartels’, aldus Del Toro. ‘Hij staat aan de kant van de wet maar je ziet amper nog het verschil met een huurmoordenaar die uit is op wraak. Josh Brolins personage geeft hem de kans om mee te zoeken naar de man die het bevel heeft gegeven voor de aanslag op zijn familie. Tijdens die clandestiene operatie gebeuren illegale zaken. Via mijn personage wordt de vraag gesteld of ‘oog om oog, tand om tand’ een oplossing is. Maar Sicario draait om het personage van Emily Blunt. Zij is het morele kompas.’

Het zijn bijna altijd mannen die in thrillers de heldhaftige agent mogen spelen. Deze keer is die rol weggelegd voor Emily Blunt. Een goede zaak?

BENICIO DEL TORO: Een normale zaak. Ik zie meer en meer vrouwen dergelijke jobs uitoefenen. Een tijdje geleden had je een schietpartij in een legerbarak. De held van de dag, die de dolle schutter verhinderde om meer slachtoffers te maken, was een vrouw. In het echte leven bekleden vrouwen steeds vaker die zogenaamde mannelijke posities. Ze doen dat goed of zelfs beter. Ik vrees wel dat vrouwen zich nog altijd meer moeten bewijzen en harder werken moeten om er te raken. Los daarvan (grijnst): ik zou niet onderschatten hoeveel gasten Emily Blunt in actie willen zien.

Traffic, Savages (2012), Escobar: Paradise Lost (2014) en nu Sicario: het lijkt alsof je de films over drugshandel opzoekt.

DEL TORO: Zij zoeken mij op!

Zegt de man die de jongste James Bond-schurk ooit werd door in Licence to Kill (1989) in opdracht van een drugsbaron een CIA-agent aan de haaien te voeren.

DEL TORO: Ik ben er inderdaad vroeg aan begonnen.

Heb je je voor Sicaro nog moeten verdiepen in de drugskartels?

DEL TORO: Nauwelijks. Omdat Sicario meteen op andere filmopnames volgde, had ik gewoon nauwelijks voorbereidingstijd. Maar dat was dus geen struikelblok, want ik had genoeg achtergrondkennis. Met kartels heb ik ervaring, acteerervaring dus. Die dateert van een tv-miniserie van lang geleden, Drug Wars: The Camarena Story (1990). Dat was het waargebeurde verhaal van DEA-agent Enrique ‘Kiki’ Camarena, die in Mexico ontvoerd, gemarteld en uiteindelijk gedood werd. Ik heb toen drugskartelleden ontmoet, en nog eens ten tijde van Steven Soderberghs Traffic, en nog een keer voor Oliver Stones Savages.

Hoe verliep dat? Was je bang?

DEL TORO: Bang? Daar helpt een shot tequila je wel af. Nee, ik viel niet ongenodigd binnen op een feestjes. Ik werd geïntroduceerd en sprak met die mensen zoals een journalist dat zou doen. Dat gebeurde in veilige omstandigheden. Het ging bijvoorbeeld om ex-kartelleden die in een getuigenbeschermingsprogramma zaten.

Wat ik daarnet eigenlijk probeerde te vragen: je hebt je part drugsagenten en drugsboeven wel gehad, dus waarom stem je dan nog toe voor Sicario?

DEL TORO: Het script overtuigde me, én de personen die al bij het project betrokken waren: Denis Villeneuve, Josh Brolin, Emily Blunt, die ik nog kende van The Wolfman (2010) en de geweldige Roger Deakins (de favoriete cameraman van de Coens, nvdr.). Ik hou zielsveel van film en dit leek me een geschikte ploeg om iets moois mee te maken. Ik zou geaarzeld hebben als ik de andere acteurs niet had gekend. Een Josh Brolin bijvoorbeeld is een genereuze ploegspeler. Acteren is zoveel gemakkelijker als iedereen elkaar de bal gunt.

Was er geen énkele rivaliteit tussen jou en Josh Brolin?

DEL TORO: Toch wel. Ik ben er zeker van dat hij dénkt dat hij er beter uitziet dan ik. (lacht) We kennen elkaar al jaren. Zo rond 1989 had ik een gastrol in de tv-serie Private Eye, waarin Josh meespeelde. Hij is een van de acteurs die ik hoog heb. Ik vind hem bijna altijd goed. Over zijn vertolking in W.(Oliver Stones portret uit 2008 van president George W. Bush, nvdr.) wordt niet vaak gesproken, maar ik vind dat een van de beste vertolkingen ooit. Ik heb hem dat ook gezegd. Hij hoort dat iets te graag.

Jij hebt je moeten bewijzen op tv voor je een kans kreeg in de film. Overweeg je een vrijwillige terugkeer naar het kleine scherm nu tv-series de wind in de zeilen hebben?

DEL TORO: Er worden meer goeie tv-reeksen gemaakt dan ooit, tenminste, als ik mag voortgaan op mijn herinneringen. De voorbije jaren heb ik een paar fantastische dingen gezien. Tv-reeksen zijn ideaal voor verhalen die je niet kunt samendrukken in twee uur en om evoluties te laten zien. Maar ik blijf een liefhebber van dat twee-uurformat. Het is niet gemakkelijk om je ding in twee uur tijd gezegd te krijgen. Dat kan niet iedereen. Je moet van goeden huize zijn om een goeie film te maken.

Maar ergens vijf jaar non-stop aan werken, dat lukt me nooit. In geen enkel domein. Het zou dus al een heel intense rol moeten zijn voor ik aan een serie begin én ik zou genoeg vrijaf moeten krijgen om er een paar films tussen te nemen.

The Usual Suspects is al twintig jaar oud. Vind je de ervaring die je inmiddels hebt opgedaan een voordeel? Of is routine dodelijk?

DEL TORO: Na al die films weet ik intussen wel hoe je een vuurwapen vasthoudt. Ik ken ook genoeg mensen die ik kan contacteren als ik wat wil oefenen met een vuurwapen. Al was het maar om weer aan het geluid te wennen. Het schieten zelf is zoals fietsen: je verleert het niet zo snel. Ik mik wel niet meer zo goed als vroeger. Ik geloof niet dat ik beter ben dan vroeger, maar ervaring vind ik wel een troef. Het is toch allemaal net iets gemakkelijker als je weet hoe een film in elkaar steekt en wat er werkt of juist niet werkt. Je verprutst geen energie meer met kleine dingen die er niet toe doen en je concentreert je op de grote momenten. Het is handig om wat matuurder te zijn. Routine staat een goede vertolking niet noodzakelijk in de weg.

Doe je je eigen stunts nog?

DEL TORO: Dat hangt van de stunt af. Ik doe graag veel zelf, maar het moet veilig zijn. Ook dat is een goed voorbeeld van het voordeel van ervaring. Als je al enige jaren meedraait, weet je wat veilig is en wat niet. Als jongeman stond ik overal voor open. Ik deed het allemaal. Nu weet ik dat iets dat er eenvoudig uitziet toch gevaarlijk kan zijn. Met het ouder worden heb ik mezelf toch een béétje beter leren kennen.

Je hebt al gewerkt met Bryan Singer, Abel Ferrara, Oliver Stone, Terry Gilliam, William Friedkin, Alejandro González Iñárritu, Steven Soderbergh en Paul Thomas Anderson. Een mooie regisseurslijst. Wat vind je van coming man Denis Villeneuve?

DEL TORO: Denis heeft wat gemeen met de goeie regisseurs met wie ik al gewerkt heb: hij heeft de film in zijn hoofd. Hij ziet het allemaal voor zich en is daardoor in staat om je op elk moment bij te staan. Voor acteurs is hij een zegen. Hij staat open voor hun bezorgdheden én voor wat ze te zeggen hebben. Omdat ik zo snel aan Sicario moest beginnen, zat ik nog met vragen over het scenario die ik niet op voorhand met Denis had kunnen doornemen. Dat doe ik normaal gezien altijd. We hebben de rol noodgedwongen al doende verkend. Hij stelde zich flexibel op als ik met ideeën afkwam. Dat siert hem. Lang niet elke regisseur is bereid om alternatieven te overwegen. Stel dat in het scenario staat dat ik iemand moet neerschieten. Allemaal goed en wel, maar waarom moet ik hem m neerschieten? Welke reden heb ik? Schiet ik als eerste? Beantwoord ik een schot? Het helpt je vertolking enorm als je daar met de regisseur over kunt overleggen. Een schrijver schrijft maar. Hij is niet ter plaatse aanwezig, en de locatie dicteert zaken die de schrijver niet kan voorzien. Daar moet je je aan aanpassen. Denis forceert de dingen niet. Hij zweert bij een organische manier van werken en dat bevalt me zeer.

Welke regisseurs staan er nog op je verlanglijst?

DEL TORO: De broers Coen zijn de eerste namen die me te binnen schieten, omdat Josh Brolin me vertelde dat hij, na No Country for Old Men, opnieuw met hen gaat samenwerken. Maar er zijn er zo veel goeie regisseurs. Ik zou graag zelf een langspeelfilm regisseren. Door met enkele van de beste regisseurs ter wereld samen te werken heb ik gezien hoe het moet. Ik kan me geen betere scholing indenken.

Terrence Malick heeft de merkwaardige gewoonte in de montage bekende acteurs volledig uit de film te knippen. Bang dat het jou nu overkomt? Ik zag dat Malick je heeft gevraagd voor Weightless, zijn film over de muziekscene in Austin, Texas.

DEL TORO: Ik ben daar niet bang voor. Ik weet dat dat kan gebeuren. Ik ken Terrence namelijk al vele jaren. Je weet het nooit bij hem. Hij maakt zijn eigen films. Als ik uit de film gecut word, heeft dat het voordeel dat ik niet met jullie, journalisten, moet praten. Geintje, hoor.

Je had een belangrijke nevenrol in dé blockbuster van 2014: Guardians of the Galaxy. Nooit meer of meer van dat?

DEL TORO:Guardians of the Galaxywas fun. Ik had maar een week werk maar man, wat heb ik me geamuseerd. Regisseur James Gunn bleek een lolbroek, de acteurs waren goed. Als ze me nog willen, speel ik dat personage, The Collector, met plezier opnieuw. Ik proef graag van verschillende dingen. Guardians verschilt meer dan Sicario van wat ik doorgaans doe of waar ik voor bekendsta. Als ze de boel op stelten zetten zoals in Guardians of the Galaxy dan vind ik het aangenaam om een blockbuster te doen. Ik had nog nooit meegespeeld in een film die zo’n groot succes is aan de kassa. Dat mocht wel eens. Ik heb al genoeg films gedaan die geen kassucces waren.

Zat je daar dan verveeld mee?

DEL TORO: Nee. Uiteindelijk heb ik het allemaal al eens meegemaakt: onafhankelijke films die scoren, onafhankelijke films die niemand gezien heeft, studiofilms waar niemand naar gaan kijken is en studiofilms die iedereen wilde zien. Ik maak er me niet meer druk in. Ik laat me meevoeren met de stroom. Soms lacht het geluk je toe, soms niet.

THE LITTLE PRINCE

Vanaf 29/7 in de bioscoop. Van A Perfect Day en Sicario zijn nog geen releasedata bekend.

DOOR NIELS RUËLL

Benicio Del Toro ‘ER ZIJN ZOVEEL GOEDE REGISSEURS MET WIE IK NOG WIL WERKEN, MAAR DE EERSTE NAMEN DIE ME TE BINNEN SCHIETEN, ZIJN JOEL EN ETHAN COEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content