‘IK HAAT MIJN PLAATRECENSIES’

Met Banks brengt het gezicht en de stem van Interpol opnieuw een soloplaat uit. Wat opvalt: Paul Banks heeft zijn alter ego Julian Plenti ditmaal in de coulissen geduwd. Helemaal in de lijn van zijn Grote Plan. ‘Ik heb mijn plicht tegenover mezelf vervuld.’

Even uw aandacht erbij houden nu. Drie jaar geleden bracht Banks onder het pseudoniem Julian Plenti een eerste sololangspeler uit: Julian Plenti Is… Skyscraper. Afgelopen zomer kwam dan de ep Julian Plenti Lives piepen, toegewezen aan… Paul Banks. Vanaf deze week staan de violen tenminste gelijkgestemd, met Banks, door – oef – Paul Banks. Hoewel: staat daar toch geen wolkenkrabber oftewel skyscraper op de hoes!

Begin het maar uit te leggen, Paul.

PAUL BANKS: Die eerste lp was grotendeels een retrospectieve van vroeger werk: nummers die ik al had gemaakt als Julian Plenti nog vóór Interpol iets had uitgebracht. Heel concreet bleven vier songs uit de jaren negentig in mijn hoofd maar wild om zich heen schoppen. Daar kun je je als artiest niet lang tegen verweren, dat is niet gezond. Die plaat moest er eens uit. De naam Julian Plenti heb ik aangegrepen om weer zo dicht mogelijk bij het gevoel van een debuterende artiest te komen. Ik wilde dat mensen de plaat zelf vonden, niet dat die naar hun hoofd werd gesmeten vanwege de faam van de band. Niet meteen de sluwste commerciële zet, maar goed: eenmaal ik aan dat gejeuk gekrabd had, had verder gebruik van dat pseudoniem nog weinig zin. Daarbij: deze keer had ik de energie niet om veel rond de pot te draaien. (lachje)

En die wolkenkrabber op de hoes dan?

BANKS: Toeval, echt. Ik heb die foto zelf genomen, en ik zag er meteen de cover in. Niet alleen omdat ik gefascineerd ben door architectuur in het algemeen, en wolkenkrabbers in het bijzonder. Als tekstschrijver hou ik ervan de dingen zo te omschrijven dat ik zeg wat ik wil zeggen, maar dat je er toch een veelheid aan interpretaties aan kunt geven. Dat vind ik ook mooi aan films: ze zijn een weerslag van de subjectiviteit van het leven. Dat aspect vind je in dat beeld op de hoes terug.

Is Banks een persoonlijker plaat dan de voorganger?

BANKS: Moeilijke vraag. In veel opzichten wel. In songs als Young Again en Over My Shoulder staat die ik-persoon wel degelijk voor mezelf. In tegenstelling tot in I’ll Sue You of The Base, waar ik in de huid van een personage kruip. Even een scrupuleloze materialist spelen bijvoorbeeld: heerlijk.

Welke frustratie ventileer je daar in Paid for That?

BANKS:(wikt zijn woorden) Ik heb de neiging om het negatieve op te slaan. Als persoon, in gelijk welk soort relatie. Ik kan er uiterlijk stoïcijns uitzien, maar binnenin woedt de storm. Die song is een zuivering. Iedereen die me in het verleden stokken in de wielen heeft gestoken…

Kritische journalisten?

BANKS:(met klem) Ik wilde iederéén eens klaar en duidelijk zeggen: je zult het nooit aan me hebben gezien, maar ik heb geleden door wat je hebt gezegd of gedaan. (denkt na) Die song is de keerzijde van Young Again. Dat is een voldane, melancholische terugblik naar mijn vijftiende levensjaar. Ik ben toen aan een reis begonnen: ik modelleerde mijn identiteit, zoog invloeden op, legde bepaalde mentale patronen vast voor de rest van mijn leven. Doelstellingen ook. Ik ben nu 34. Achteromkijken en zien wat ik ervan gebakken heb, voelde gepast aan. Ik mag zeggen dat ik mijn plicht tegenover mijn vroegere zelf heb vervuld. Tijd om een nieuwe periode aan te vatten.

Wat is de belangrijkste les die je onderweg hebt onthouden?

BANKS: Dat creativiteit een trial-and-errorproces is. Vroeger was ik zo bang om op mijn bek te gaan dat er verlammingsverschijnselen optraden. Nu weet ik dat ik soms vijf minder volmaakte songs nodig heb om met de zesde de perfectie te bereiken. Ik heb moeten leren die kwetsbaarheid te omarmen. Wat niet altijd makkelijk is als je ook nog eens met kritiek af te rekenen krijgt.

Dat je zogezegd een vrouwenhater bent, of een kloon van Ian Curtis. Dat is toch zo overtrokken dat het grappig wordt?

BANKS: Dat was alleszins nooit grappig bedoeld. (zwijgt)

Wat de recensent van Pitchfork over je ep zei, vond ik wel interessant.

BANKS: Ik ben niet zeker of ik dat wel wil horen.

Ik citeer: ‘We hebben nog altijd geen benul van wat dit project moet voorstellen en wie Julian Plenti nu eigenlijk is, laat staan dat Paul Banks het weet.’

BANKS: De mensen op mijn label weten dat ik een afkeer heb van mijn plaatrecensies. Ze hadden langs hun neus weg al eens laten vallen dat Pitchfork er niks van had begrepen. Toen was ik geïntrigeerd genoeg om door te vragen. En weet je, ik vond het een héél faire opmerking, absoluut. Kijk, op de ep staan onder meer heel uiteenlopende covers. Dat betekent dat ik daar als artiest niet noodzakelijk de grootste klaarheid sta te scheppen. Ik ben, tussen haakjes, heel tevreden dat ik daarop een nummer van Frank Sinatra op een geloofwaardige manier tot een goed einde heb gebracht. Maar wie die ep wil begrijpen, moet eerst langs de eerste Julian Plentiplaat passeren. Die bevat materiaal met een grote samenhang. Terwijl de ep voor de fun was, mensen. Dat die Julian Plenti Lives heette maar onder mijn eigen naam werd uitgebracht, diende om de crossfade naar de huidige plaat duidelijk te maken. Dat was altijd al het grote plan. Want ik ben compleet vrij nu, ik sta op een neutrale baseline. Gebruik ik in de toekomst verder mijn eigen naam, of weer Julian Plenti, of een groepsnaam? Ik zie wel. Dus neen, wat dat betreft: die kritiek sloeg de nagel op de kop. Eens iets anders. (lachje)

BANKS

Uit op Matador.

DOOR KURT BLONDEEL

Paul Banks

‘IK WILDE IEDERÉÉN EENS KLAAR EN DUIDELIJK ZEGGEN: JE ZULT HET NOOIT AAN ME HEBBEN GEZIEN, MAAR IK HEB GELEDEN DOOR WAT JE HEBT GEZEGD OF GEDAAN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content