‘IK BEN NIET BANG OM DE DINGEN OP HUN KOP TE ZETTEN’

Ooit bonsde haar hart – roenketoenktoenk – als een Jungle Drum en was ze de medebedenkster van Slow, een hit voor Kylie Minogue. Maar op haar vierde cd Tookah zoekt Emiliana Torrini weer andere muzikale terreinen op. Het resultaat? Bespiegelende synthpop, met hier en daar een dancebeat. ‘We hebben zelfs rookmachines en lasers in de studio geïnstalleerd.’

Ze is wars van pretenties en doorspekt de conversatie regelmatig met zelfrelativerend gegiechel. De half-Italiaanse, half-IJslandse Emiliana Torrini (36) zou de buurvrouw kunnen zijn met wie je aanschuift voor de barbecue tijdens het jaarlijkse wijkfeest.

Sinds haar succesplaat Me and Armini zijn alweer vijf jaar voorbijgegaan. ‘Ik ben een trage werker’, zegt ze verontschuldigend. ‘En een cd maken blijft voor mij een hels karwei. Na de release van mijn vorige plaat heb ik zo’n tweeënhalf jaar getoerd. Dat was van het goede te veel: het liet me achter met een hoofd vol chaos. Aan het eind ontdekte ik bovendien dat ik zwanger was, dus deed ik het wat rustiger aan om van het moederschap te genieten. Toen mijn zoontje tien maanden oud was, dacht ik: tijd om weer aan de slag te gaan. Eerst probeerde ik twee dagen per week aan mijn muziek te sleutelen, maar dat bleek een tikje overmoedig. Want op het gevaar af een open deur in te trappen: een kind krijgen is een ingrijpende gebeurtenis die je leven grondig overhoophaalt. Er komen allerlei nieuwe ervaringen en tegenstrijdige gevoelens op je af. Voor je het weet, krijg je een nieuwe identiteit: je bent mama tegen wil en dank, en er is geen weg meer terug. Allemaal erg fijn, hoor, maar soms hoor ik mezelf vertwijfeld uitroepen: Mijn God, hoe wérkt dit precies? Bestaat er voor baby’s ook zoiets als een gebruiksaanwijzing?’

Begrijp je waarom veel artiesten hun platen als hun kinderen beschouwen?

EMILIANA TORRINI: Ach, bevallen van een kind of van een liedje, het zijn twee verschillende dingen. Als jonge moeder kom je in een heel nieuw universum terecht. Plots wordt het leven iets wat je kunt aanraken. En niets duwt je zo genadeloos met je neus op je eigen tekortkomingen als een kind. Door het chronische slaaptekort laveer je voortdurend tussen wanhoop en euforie. Telkens weer vraag je je af: wat probeert dit kleine wezen me aan het verstand te brengen? Dus rest er in je hoofd weinig ruimte voor andere dingen.

Tookah was een moeilijke bevalling. ‘Ik blijf maar nieuwe songs schrijven, maar vind geen enkele goed’, las ik op je site.

TORRINI: Ze hadden potentieel, hoor, maar de echte vonk ontbrak. De melodieën kwamen makkelijk genoeg, maar op tekstueel vlak raakte ik totaal geblokkeerd. Ik voelde me amper betrokken bij wat ik schreef, zocht vruchteloos naar woorden om iets uit te drukken dat zoveel groter was dan ikzelf. Met een nummer als Autumn Sun heb ik een hele week geworsteld. Vermoeiend én frustrerend. Op een bepaald moment zei Dan (Carey, de gitarist en producer met wie ze haar songs schrijft, nvdr.): ‘Je bent er gewoon nog niet klaar voor.’ Toen ik besefte dat hij gelijk had, gleed een zwaar gewicht van mijn schouders. Pas toen de prestatiedruk wegviel, vond ik weer plezier in het muziek maken.

Je kondigde toen aan dat je een pretentieloze feestplaat wilde maken. Niet dat je nu rücksichtslos de discotoer opgaat, maar je stoeit wél met beats en programmeerbare electronica.

TORRINI: We hebben veel in het wilde weg geëxperimenteerd, waarbij we vooral onze instincten volgden. Zo kwamen we uit bij Speed of Dark, een nummer dat volledig gestuurd werd door de klank. Het was alsof we – onbewust – een goudader hadden aangeboord. Die geluidstrip was zo nieuw en opwindend voor ons, dat we op een bepaald moment zelfs rookmachines en lasers in de studio installeerden. We zochten een sfeer op die haaks stond op de inhoud van de songs, gewoon om te zien wat het opleverde. We waren niet bang de dingen op hun kop te zetten. Dat bracht alles in een stroomversnelling. Ik zag in dat een folksong bijvoorbeeld niet per se als een folksong moet klinken. De nadruk kwam nu meer dan ooit op de ritmes te liggen.

Tookah lijkt vooral een overgangsplaat: ondanks je flirt met electronica staan er ook afgekloven akoestische nummers op.

TORRINI: Een liedje kun je niet forceren, hé. Je moet rekeing houden met de persoonlijkheid waarmee het geboren wordt. Wanneer de synths en beats niets wezenlijks bijdroegen tot de song, werden ze genadeloos geschrapt.

De ondertoon van Tookah is: pluk de dag. Of eerder nog: pluk de nacht. Maar behalve lust en verlangen zit er ook duisternis in de songs. Geen eros zonder thanatos?

TORRINI: Het verlangen kan soms zo allesoverheersend zijn, dat het met je op de loop gaat en iets destructiefs krijgt. Zo heb ik vroeger – in mijn jeugdige onbezonnenheid – veel moois kapotgemaakt. Maar die dualiteit schuilt in ieder van ons. Het komt erop aan de juiste balans te vinden tussen de uitersten in je karakter.

Tookah is een zelfverzonnen woord. Waar slaat het op?

TORRINI: Het is de essentie van je mens-zijn, het fundament waarop alles steunt, de kern waarmee je geboren wordt en die nooit verandert. Ik zie het als een mentale plek waar je creatieve vermogens, die magie in het leven brengen, verborgen zitten. Maar het symboliseert ook een oneindig gevoel van dankbaarheid voor de gaven die je hebt meegekregen en de fijne dingen die je tijdens je leven mag ervaren. Wat niet betekent dat alles je zomaar overkomt. Ik geloof rotsvast dat wat de moeite waard is, ook moeite mag kósten. Voor mij verwijst de titel naar de lichtheid van het bestaan, een belangrijk thema op mijn nieuwe plaat.

Na zestien jaar Brighton ben je onlangs naar IJsland teruggekeerd. En naar Home te oordelen is de band met je geboorteland nog altijd sterk: ‘You’re a roar in my heart / A song that won’t leave my mind.’

TORRINI: Eerst had ik helemaal geen zin om uit Engeland weg te gaan. Ik had er een flink deel van mijn leven gesleten. Maar toen vond mijn levensgezel, een Brit, zijn droomjob in IJsland. Gelukkig kon ik mijn thuis – mijn partner en mijn kind – gewoon mee naar huis nemen. Het is best fijn om weer op mijn geboorteplek te zijn, al ben ik er intussen een vreemde geworden. In die mate zelfs dat ik in de meeste winkels in Reykjavik in het Engels word aangesproken. Dat leidt weleens tot komische situaties. Maar geleidelijk vallen alle stukjes van de puzzel op hun plaats.

De meeste artiesten dromen ervan een song te schrijven die doordringt tot het collectieve bewustzijn. Alleen word jij tegenwoordig vaak gereduceerd tot ‘die zangeres van Jungle Drum‘. Stoort je dat niet?

TORRINI: Het houdt me niet bezig. De hitlijsten zijn sowieso mijn wereld niet. Tijdens optredens merk ik soms dat mensen weggaan zodra we Jungle Drum hebben gespeeld. Maar er zijn er evengoed die dankzij dat nummer de rest van mijn werk hebben ontdekt. Ach, je kunt nooit iedereen plezieren. Fans van mijn album Fisherman’s Woman (2005) waren ook verontwaardigd toen Me and Armini uitkwam. Ik kan alleen mijn intuïtie volgen. Wie me op mijn reis wil vergezellen, is welkom, maar ik voel me niet verplicht tegemoet te komen aan wat voor verwachtingen dan ook.

Weet je, ik was nog een tiener toen ik in IJsland beroemd werd, en dat soort succes heeft me weinig diensten bewezen. De buitensporige aandacht die ik kreeg, was niet aangenaam. Ze was opdringerig en confronterend. Ik besefte meteen: dat sterrengedoe is niets voor mij. Het staat ver van wie ik ben en van wat ik wil. Voor mij zat de magie in de songs, niet in oppervlakkige roem.

Zie je je platen als dagboeken? Als snapshots van momenten uit je leven?

TORRINI: Ja, al zijn ze soms erg abstract en verwerk ik er ook veel ervaringen van andere mensen in. Voorts raak ik geïnspireerd door de romans van Richard Brautigan, van een film als Der Himmel über Berlin van Wim Wenders, een song als Do You Love Me? van Nick Cave of cellomuziek van Alisa Weilerstein.

In de kamer van mijn zoontje hangt een wereldkaart en telkens ik op tournee vertrek, prikt mijn vriend een naald op alle plekken waar ik naartoe ga. Die verbindt hij dan met kleurige garendraden. Het is een beeld dat veel vertelt over de platen die ik maak.

Je schreef een hit voor Kylie Minogue. Kom je nooit in de verleiding songs voor andere popsterren te bedenken? Lijkt me best lucratief.

TORRINI: Pff, in opdracht van derden werken, dat ligt me niet zo. Die ene keer was het leuk, omdat het me gevraagd werd, maar het is zeker niet zo dat artiesten mijn voordeur platlopen omdat ze een song van me willen. Toen ik net Speed of Dark af had, werd links en rechts geopperd dat ik dat nummer misschien aan iemand anders cadeau kon doen. Maar waarom zou ik? Atypisch of niet, die song heeft iets kwetsbaars en puurs, en hij maakt deel uit van mijn eigen traject. De enige plaat waarop hij dus thuishoort, is de mijne.

TOOKAH

Verschijnt op 9/9 bij Rough Trade. Emiliana Torrini concerteert op 13/11 in de Brusselse Botanique.

DOOR DIRK STEENHAUT

Emiliana Torrini’IK MERK SOMS BIJ CONCERTEN DAT MENSEN WEGGAAN NA JUNGLE DRUM. ACH, JE KUNT NOOIT IEDEREEN PLEZIEREN. IK KAN ALLEEN MAAR MIJN INTUÏTIE VOLGEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content