Jazzdiva Dee Dee Bridgewater heeft genoeg van Amerikaanse standards en haalt op haar nieuwe plaat ‘This Is New’ een frisse neus bij Kurt Weill en Bertold Brecht.

Bridgewater: Tijdens de voorbereidingen van dit project is mijn stiefvader gestorven, en ben ik naar

‘This Is New’ (Universal)

Concert 8 mei PSK Brussel.

‘Show me the way to the next whisky bar.’ Dat is zo ongeveer wat de doorsnee muziekliefhebber kent van het werk van Kurt Weill: drinklied Alabama Song, dat in 1967 door The Doors werd gecoverd. Jazz-zangeres Dee Dee Bridgewater kende zelfs dát niet toen ze twee jaar geleden werd uitgenodigd voor een eerbetoon aan de Duitse componist in Polen. Ze vertelt het wat verlegen wanneer we aan het ontbijt zitten in een poepchic hotel in Parijs.

Bridgewater en schroom, het lijkt een onmogelijke combinatie. Ze beschouwt ‘diva’ als een adellijke titel, geeft elke man het gevoel dat ze alleen voor hem zingt, en vanuit haar Broadway-verleden gaat ze door het leven met die typische theaterflair. En toch lijkt het alsof we aan tafel zitten met een klein meisje in een zwarte jurk, met wiegende dreadlocks en blote voeten. ‘Af en toe wil ik even niet Dee Dee Bridgewater zijn. En dat is precies wat theater me geeft.’

U heeft zich de voorbije jaren vooral toegelegd op het werk van Ella Fitzgerald. Vanwaar dan die overstap naar een donkere, Europese componist?

Dee Dee Bridgewater: In maart 2000 kreeg ik een uitnodiging voor een eerbetoon aan Weill in Woclaw. Als enige Amerikaanse daar was dat een ontzettend bevreemdende ervaring. Ik had geen affiniteit met Weills werk, maar de manier waarop die plaatselijke artiesten zijn muziek in verschillende stijlen goten, sprak de theatermens in mij aan. Ik snapte er geen woord van – ze zongen in het Pools of het Duits -, maar de emotionaliteit en de melodie grepen me naar de keel.

Weet je, ik heb het gehád met die standards van Cole Porter en zocht al een tijdje naar iets anders. Die avond in Polen heeft me een kant opgestuurd waar de meeste jazz-zangeressen nooit komen. Een week later kreeg ik telefoon van het Montreal Jazz Festival, met de vraag om eens ‘iets anders’ te doen. Flapte ik er toch wel de naam ‘Weill’ uit! O dear, wat nu? Mijn ex-man Cecile heeft me toen geholpen een nonet samen te stellen en een selectie uit die enorme Weill-cataloog te maken. We repeteerden twee dagen en deden het festival. De mensen waren laaiend enthousiast. Toen wist ik dat ik op een goed spoor zat.

U heeft ervoor gekozen om de donkere kant van Weill wat op te vrolijken. Waarom?

Bridgewater: Tijdens de voorbereidingen van dit project is mijn stiefvader gestorven, en ben ik naar

Wie op een podium wil staan, moet ook en-ter-tain-en. De week na de aanslagen in New York speelde ik in de Blue Note. Het zat er vol mensen die hun job kwijt waren, die vrienden hadden verloren. Geloof me, die willen geen treurnis van een zoutpilaar. Dus beweeg ik, flirt ik wat, en tegelijk doe ik wat ik het liefste doe: zingen.

Denkt u dat u Weill twintig jaar geleden had aangekund?

Bridgewater:Heck, no. Ik was er helemaal niet rijp voor. Twintig jaar geleden probeerde ik een popster te worden. Ik had managers, choreografen, agenten, weet ik veel. Misschien kan ik mensen laten inzien dat je ook op een andere manier muziek kunt maken, dat je ook andere muziek in jazz kunt integreren. Ik kan nog een jaar of tien op een podium stappen zonder mezelf in verlegenheid te brengen, dus wil ik plezier maken. Dat is mijn enige criterium.

Waarom heeft u de plaat uiteindelijk in Frankrijk opgenomen?

Bridgewater: Omdat ik me in Parijs ontzettend goed voel. Ik heb er jarenlang gewoond, mijn kinderen zijn hier opgegroeid. Deze mensen zijn mijn familie. Ik heb de plaat met plaatselijke muzikanten opgenomen, en dat is een goeie zet geweest. We hebben die plaat sámen gemaakt, terwijl er bij Amerikaanse musici vaak een vakbondssfeertje hangt: ‘vanaf nú betaal je overuren’.

Ik weet wel niet hoe deze plaat in Amerika ontvangen zal worden, met dat nieuwe patriottisme. Ik zie het al voor me: ‘Wat denkt ze wel, een Duitse componist kiezen terwijl we al die grote Amerikaanse jazzcomponisten hebben?’ Maar ik wíl helemaal geen groot politiek statement maken. Het moet in de eerste plaats mij raken.

U hebt met dit project voor de moeilijke weg gekozen. Dianna Krall neemt gewoon ‘Besame Mucho’ op met een symfonisch orkest.

Bridgewater: Voor ik hieraan begon, zei iemand me: ‘Maak toch een plaat zoals Krall.’ Goeie God, stenig mij alstublieft! Nu! Maak er een eind aan! Hoe saai en makkelijk kun je zijn? Ik wil niet herinnerd worden als ‘de jazz-zangeres die drie miljoen platen verkocht’, maar als een artieste die toch een béétje probeerde om de muziek levend te houden. Ik wil mensen aan het denken zetten, ze inspireren.

U bent in de voetsporen van Ella en Billie gestapt. Intussen bent u zelf een voorbeeld voor een nieuwe generatie. Zijn er jonge zangeressen in wie u zichzelf herkent?

Bridgewater: Mensen die mij als voorbeeld nemen? God… It makes me feel like shit. (schatert) Ik word oud! Ze komen naar me toe en zeggen: ‘Mijn ouders vinden je geweldig!’ Dank je lieverds, jullie geven me het gevoel dat ik een ouwe doos ben. Maar goed, het is natuurlijk een compliment dat de mensen je respecteren. Als vrouw van boven de vijftig ben ik op een punt gekomen dat ik andere mensen wil helpen. Ik denk eraan om een label te beginnen voor jong talent én voor gevestigde waarden die zonder contract zitten, omdat de grote platenmaatschappijen het gros van hun jazzcatalogus gewoon opdoeken. Mijn grootmoederreflex begint te spelen, zie je.

‘Ik wil worden herinnerd als een artieste die toch een béétje probeerde om de muziek levend te houden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content