Ooit was hij de meest Serieuze Zwarte Man in Hollywood. Tegenwoordig beperkt hij zich tot steeds weer dezelfde rol: die van charismatische geweldenaar. Wat bezielt Denzel Washington?
Parijs, Hotel George V. ‘The hotel that redefines luxury in the city of light’, luidt de slogan van het Four Seasons Hotel, maar daar laat Denzel Washington (57) zich niet door imponeren. In de inkomhal van zijn luxueuze suite op de tweede verdieping speelt de acteur doodleuk een spelletje golf. Niet met een golfclub, wel met een deurklem. ‘Those silly French’, lacht hij wanneer hij me de hand schudt. Hij monstert me van kop tot teen en complimenteert me dan met net iets te veel flair voor mijn niet bepaald opmerkelijke outfit. ‘Red T-shirt and red shoes. Man, you got your shit together!’
Washingtons relaxte houding past perfect bij zijn huidige status. Jarenlang stond de predikantszoon te boek als de Meest Serieuze Zwarte Man In Hollywood. Dat veranderde drastisch na zijn met een Oscar bekroonde vertolking van een door en door dirty cop in Training Day (2001). Sindsdien is hij Hollywoods favoriete bruut en draaft hij voornamelijk op in projecten met een hoge pulpfactor. Zoals nu weer, in Safe House, het Tinseltowndebuut van de Zweedse regisseur Daniel Espinosa. Washington is Tobin Frost, een voormalige superagent van de ‘Agency’ die nu top secret info aan de hoogste bieder verkoopt. Als een van zijn deals misloopt, belandt hij in een in Kaapstad gelegen geheim toevluchtsoord van de CIA, die door rookie Matt Weston (Ryan Reynolds) bewaakt wordt.
‘ Yo Freud, go easy on me‘, smeekt hij, nadat hij me naar het salon heeft begeleid. Dat is buiten mijn openingsvraag gerekend: of hij net zoals Mel Gibson last heeft van een Jezuscomplex? Tenslotte is er geen andere mainstream Hollywoodacteur die zo vaak op het witte doek gefolterd wordt als hij. ‘Man, jij hebt ballen!’, buldert Washington. ‘Vergeet niet dat ik een godvrezend man ben. Aanvankelijk wist ik niet dat de film zo gewelddadig ging worden. Het ging om een veeleer clichématig kat-en-muisspel tussen Tobin en Matt, dacht ik. Ik hapte toch toe omdat Daniel aan het project verbonden was: ik vond Snabba Cash(Espinosa’s doorbraakfilm; nvdr.) ronduit geweldig. Het was lang geleden dat een actiefilm me zo’n adrenalinestoot had bezorgd.’
Hoe heeft hij dat voor elkaar gekregen?
DENZEL WASHINGTON: Dat is moeilijk uit te leggen. Snabba Cash werkte op mijn gevoel, mede dankzij de fotografie. De camera zit de personages écht op de huid. Vaak kun je niet goed zien wat er gebeurt, waardoor je nieuwsgierigheid extreem geprikkeld wordt.
Klikte het meteen tussen jou en Espinosa?
WASHINGTON: Zelden heeft een eerste kennismaking zo’n diepe indruk op me nagelaten. Dat lijkt promopraat, maar het is de waarheid. Daniel vertelde honderduit over zijn verleden. Zijn ouders zijn hun geboorteland Chili ontvlucht uit vrees voor het regime van Pinochet. Ze hadden allebei aan de universiteit gestudeerd, maar in Zweden moesten ze genoegen nemen met een leven in een arbeidersbuurt. Later heeft het gezin nog enkele jaren in Afrika gewoond, waar Daniels moeder voor de VN werkte. Als tiener kwam hij vaak in de problemen – die rebelsheid voel je trouwens nog steeds. Uiteindelijk heeft hij in Denemarken film gestudeerd, net tijdens de hoogdagen van de Dogma 95-beweging. Mijn besluit stond vast: ik moest en zou met die kerel samenwerken.
Was het voor jou niet moeilijk om aanwijzingen te krijgen van een 34-jarig Tinseltownbroekje?
WASHINGTON: De eerste opnamedagen zijn ontzettend moeizaam verlopen. Kijk, tijdens opnames concentreer ik me volledig op mijn rol. Daniel probeerde me voortdurend op te vrolijken, iets waar ik een bloedhekel aan heb. Ik kon alleen maar denken: ‘Stop talking to me!’ Te zijner verdediging: voor de shoot had hij me leren kennen als een praatgrage lachebek, het moet vreemd zijn om dan plots met een teruggetrokken knorrepot op de set te staan. Maar zo werk ik nu eenmaal. Zodra hij dat doorhad, ging alles erg vlot.
Je wordt in de begintitels vermeld als ‘executive producer’. Omdat je stevig aan het script hebt mee gesleuteld?
WASHINGTON: Bingo! Ik wil oorspronkelijk scenarist David Guggenheim niet beledigen, maar zijn versie was niet helemaal wat ze moest zijn. De logica was zoek – of beter: compleet afwezig. (Lacht) Het heeft ons een zestal maanden gekost om het verhaal op punt te krijgen. Daarvoor hebben we een beroep gedaan op Hotel Rwanda-filmer Terry George en John Lee Hancock, de scenarist-regisseur van The Blind Side(het American footballdrama dat Sandra Bullock een Oscar opleverde; nvdr.). Vooral met Hancock heb ik wonderen verricht.
Wat heb jij zoal toegevoegd?
WASHINGTON: Ik heb lang met het personage van Tobin geworsteld. Zijn gedrag leek me compleet irrationeel. Het boek The Sociopath Next Door van Martha Stout bleek de sleutel tot zijn gevoelsleven. Hij is een rasechte sociopaat, een atheïst zonder geweten.
Euhm, wat heeft gewetenloosheid met atheïsme te maken?
WASHINGTON:Damn, ik moet oppassen wat ik zeg. (Lacht) Ik blijf de zoon van mijn vader: in zijn ogen waren vrijzinnigen vleesgeworden demonen. Tobin heeft absoluut geen last van wroeging, ook niet als hij iemand moet doden. Een sociopaat heeft maar één doel en dat is zegevieren. Om dat te bereiken, zal hij liegen, bedriegen, manipuleren, moorden… noem maar op.
Meestal dompel je je helemaal in je personage onder. Ook bij een psychopaat als Tobin?
WASHINGTON: Het was eens wat anders. Toen ik in Unstoppable een machinist speelde, heb ik een trein leren besturen, voor andere films heb ik vechtsportcursussen gevolgd. Nu kon ik me alleen mentaal voorbereiden. Ik heb allerlei denkoefeningen gemaakt waarbij ik me in zijn plaats stelde. Hij is een man die zich koelbloedig aan elke situatie weet aan te passen. Eigenlijk is hij de ultieme acteur.
Ironisch genoeg was hij ook lang de ultieme CIA-agent.
WASHINGTON: Die ambivalentie maakt de film nóg interessanter. Is Tobin altijd al gek geweest of is hij een modern monster van Frankenstein? Ook zijn relatie met Matt heeft iets tegenstrijdigs. Enerzijds probeert hij de beginneling te manipuleren, anderzijds waarschuwt hij hem voor de valkuilen van hun vak.
Over valkuilen gesproken: refereert de film met verwijzingen naar WikiLeaks en waterboarding niet onrechtstreeks naar de verloren onschuld van president Obama?
WASHINGTON:Wow! Zo had ik het nog niet bekeken. Ik respecteer je analyse, maar over Obama zal je me niets negatiefs horen zeggen. Laten we eerlijk zijn: hij heeft geen schijn van kans gehad. Bush heeft hem een tekort van 1300 miljard dollar nagelaten. Dat bedrag wilde Obama na vier jaar halveren. ‘Dat is hem niet gelukt!’, roepen de Republikeinen nu. Maar ze vergeten daarbij dat ze hem non-stop stokken in de wielen hebben gestoken. Dat hij het tekort ondanks alle tegenwerking toch onder de 1000 miljard heeft gekregen, is een klein mirakel.
SAFE HOUSE
Vanaf 22/2 in de bioscoop.
DOOR STEVEN TUFFIN
DENZEL WASHINGTON’OBAMA HEEFT GEEN SCHIJN VAN KANS GEHAD.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier