‘IK BEN DOOR DE WOESTIJN GEGAAN’

Soms is een Belgisch muziekjaar zo productief dat je, met pijn in de hartstreek, wel wat juwelen uit je top tien moet borstelen. Rose of Jericho van Kris Dane bijvoorbeeld, de plaat die voor de Brusselse zanger en songschrijver van 42 eindelijk de weg naar een breder publiek opent. ‘Schoonheid, daar was ik naar op zoek.’

Jaja, Kris Dane zat ooit in dEUS en later in Ghinzu, en is de enige Belgische muzikant die al met Prince én Jeff Buckley werd vergeleken. Toch valt Danes boeiende, kronkelige verleden in het niets bij het glorieuze toekomstlicht dat deze Brusselse, maar van oorsprong Antwerpse singer-songwriter vandaag op de kruin valt. U hoeft niet eens te weten dat Rose of Jericho het sluitstuk vormt van een drieluik over identiteit. Evenmin essentieel is dat de liedjes nadrukkelijk honing zuigen uit de georkestreerde singer-songwritercanon van lieden als Tim Hardin, Harry Nilsson en Lee Hazlewood. Neen, wat telt is een droge voorspelling: u zult deze plaat gewoon heel vaak willen beluisteren.

Maar dat was waarschijnlijk ook de bedoeling met Songs of Crime and Passion (2007) en Rise & Down of the Black Stallion (2008).

KRIS DANE: Natuurlijk. Ik heb voor Rose of Jericho vier jaar genomen omdat ik het gevoel had dat de songs uitzonderlijk sterk waren. Ik vroeg me af wat beter was: zoals voorheen alles snel opnemen, inthe freshness of the emotion, of alles laten bezinken en er wat andere meningen bijhalen. Het is dat laatste geworden, omdat ik al lang het echt júíste wilde vinden, en niet te snel wilde beslissen om met een groep mensen de studio in te trekken en genoegen te nemen met wat eruit kwam. Geduld oefenen is niet mijn sterkste kant, maar vier jaar lang ben ik gefocust gebleven. Ik wilde op zoek naar schoonheid, in uitgewerkte arrangementen. Weet je, veel mensen vinden mij solo op mijn best. Omdat ze mijn demo’s hebben gehoord of me live hebben zien spelen, op mijn eentje. Maar de gedachte dat ik niet in staat zou zijn om iets met orkestratie tot een goed einde te brengen, kon ik niet aanvaarden. Het syndroom van Nick Drake in feite, want zijn platen zijn ook een zoektocht tussen die twee polen.

De strijkersarrangementen zijn geschreven door Chris Elliott, bekend van Adele en Amy Winehouse. Is zo’n man makkelijk benaderbaar?

DANE: We zijn bij Chris beland door een combinatie van wanhoop en koppigheid. (lacht) De arrangeur die eerst met ons zou werken, viel weg door ziekte. Iemand van de crew is dan maar in cd-boekjes beginnen te bladeren, op zoek naar mensen die we konden aanschrijven. Van de arrangeur van Björk krijg je dan zo’n standaardantwoord: dat hij het heel goed vindt, maar dat hij tegen een bepaalde prijs werkt. Dan praten we over bakken vol geld, en dan weet je het wel. Chris Elliott stuurde me een e-mail terug waarin hij zei ontroerd te zijn door de nummers, en ging al meteen in op de specifieke mogelijkheden. Toen heb ik maar opgezocht wie die Chris Elliott eigenlijk is. (lacht) Ik mag hem intussen een vriend noemen. Zonder hem was ik nooit tot bij mixer Tom Elmhirst geraakt. Het is niet omdat hij Grammy’s heeft gewonnen met Adele en Amy Winehouse dat hij voor mij zijn best niet heeft gedaan. Hij deed het uit liefde voor de muziek.

Nog los van het weidse geluid en de blues-, country- en soulondertonen gebruik je ook graag typisch Amerikaanse begrippen: Hollywood, freebird, blue hotel, crossroads, Little Chicago.

DANE: Maar ik schrijf wel degelijk over wat ik om me heen zie. Klein Chicago is een wijk in Brussel waar ik heel lang heb gewoond. Dat nummer, Saturday Night, gaat letterlijk over de straten, de kleuren van de lichten, de herinneringen die die buurt oproept. En Hollywood gaat niet over de filmstad zelf, maar over de parallellen tussen het leven van de vrouw in de song en Hollywood. Sometimes you win, sometimes you lose. In een relatie bijvoorbeeld.

Was het niet op een kamer in Brooklyn dat het idee voor de trilogie indertijd is geboren?

DANE: Ja. Als artiest zonder ik me graag af. Tijdens de kerstperiode trek ik weer met mijn hond naar mijn plekje in de Ardennen. Met een grote open haard, enkel natuur, enkel stilte. Ik heb twee kinderen, prille tieners, dus daar zoek ik rust in mijn hoofd. Songs schrijven is soms uren ijsberen om er één zin uit te krijgen. Spanning opbouwen. Of ’s anderendaags je verhaal helemaal omgooien. Maar het is mijn beroep. Dat ik kwam aanzetten met nummers die áf zijn, heeft producer Wim De Wilde zo doen geloven in dit project. Hij wilde wél dat iemand in Boston mijn teksten eens nalas: Chris Coulbourn meer bepaald, de bassist van Buffalo Tom. Daar moest ik eerst om lachen, want thuis spreek ik al vijf jaar Engels, met mijn verloofde. Maar ik heb niets moeten veranderen. Helemaal zelf nummers schrijven, ik heb nooit anders gewerkt. Op mijn eerste platen hoor je nog veel stijloefeningen, maar bij de trilogie stond de narratieve song centraal. Muziek is een oceaan met eindeloze mogelijkheden, maar naar mijn gevoel ben ik het best in songs schrijven.

Een jerichoroos is een plant die kan ontwortelen en uitdrogen om duizend kilometer verder en jaren later weer tot bloei te komen.

DANE: En nu denken veel mensen dat ik zélf door een woestijn ben gegaan. (lacht) Dat is misschien ook zo, als je vier jaar aan een plaat werkt. Maar het is dan toch een self-fulfilling prophecy, want ik had de titel al toen ik eraan begon. Ik vond Rose of Jericho mooi klinken. Hoopgevend. Open. En persoonlijk, omdat het ook een eigennaam kan zijn, zoals Koen van Mechelen of zo. Het is pas toen ik wat over die plant had gelezen dat mijn keuze voor die titel meer dan louter toeval bleek. Ik ben niet bijgelovig, maar het had wel iets mythisch, iets dat ik verder niet kan benoemen. Het is een van die dingen die gewoon in de lucht hangen. Hetzelfde met songs schrijven: ik weet begot niet hoe ik dat doe.

ROSE OF JERICHO

Uit bij Mongrel Brothers/PIAS.

KRIS DANE AKOESTISCH

Op 26/12 in Galerie Beau Site, Oostende

DOOR KURT BLONDEEL

Kris Dane: ‘SONGS SCHRIJVEN, IK WEET BEGOT NIET HOE IK DAT DOE.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content