HUNGER ****

MICHAEL FASSBENDER in 'HUNGER'. Geen hapklare brok.

Zondag 4/12, 21.45 – Canvas. Steve McQueen, GB 2008.

****

Dat Steve McQueen altijd goed is voor een stevige dosis controverse bewees hij oorspronkelijk in de beeldende kunsten. Sinds de uitdagende Britse artiest het medium film heeft ontdekt, provoceert hij met veel plezier de gemiddelde bioscoopganger. Met Shame, een erotisch drama over een man met een seksverslaving, maakte hij onlangs nog de tongen los op het Filmfestival van Venetïe, maar zijn naam was al gevestigd dankzij zijn bejubelde debuut Hunger uit 2008.

In dit even schokkende als aangrijpende drama richt hij zijn camera op IRA-lid Bobby Sands, die in 1981 in hongerstaking ging in de Mazegevangenis in Noord-Ierland. De 27-jarige Sands – hier intens vertolkt door een akelig uitgemergelde Michael Fassbender – protesteerde daarmee samen met zowat zeventig andere IRA-leden tegen het feit dat ze door premier Thatcher niet als politieke gevangenen werden erkend. Aanvankelijk weigeren ze hun uniform te dragen en zich te wassen of te scheren. Hun urine laten ze massaal over de gang in het beruchte H-blok stromen en hun uitwerpselen smeren ze over de celmuren uit. Omdat de Britten niet toegeven, besluiten ze in hongerstaking te gaan – tot de dood.

McQueen gebruikt in zijn kunstzinnige film sporadisch echte toespraken van de Iron Lady. ‘Geconfronteerd met de mislukking van hun zaak proberen deze mannen van geweld in te spelen op medelijden, als middel om het vuur van bitterheid en haat op te poken’, klinkt het bijvoorbeeld bij de beelden van een ondergepiste gang die net gepoetst wordt. Nochtans is het niet de politieke realiteit die McQueen interesseert, maar wel het menselijke lichaam. Het moet van Pier Paolo Pasolini’s Salò uit 1975 geweest zijn dat iemand daar zo’n fysieke en extreme film over heeft gemaakt. In het begin wordt zelfs even veel aandacht besteed aan de beschadigde knokkels van de bewakers die de gevangenen anaal controleren als aan de blauwe plekken op het lijf van de toegetakelde Sands.

Ook formeel en narratief toont McQueen zich radicaal en compromisloos. De regisseur schrikt er niet voor terug om een intieme ideologische discussie tussen Sands en een priester (Liam Cunningham) weer te geven in een statisch shot van maar liefst zeventien minuten. In die zeldzame praatscène zijn de dialogen trouwens weergaloos. Elders flirt hij met de martelaariconografie, maar zonder daarbij zijn doel uit het oog te verliezen: hij wil Sands’ lichamelijke aftakeling in al zijn rauwe details onderzoeken om te begrijpen wat hem zo ver gedreven heeft. De sleutel blijkt in Sands’ kindertijd te liggen, en dat geldt ook voor McQueens vastberadenheid om deze film te maken. De tv-beelden van de stervende activist hadden indertijd een onuitwisbare indruk gemaakt op een kleine zwarte jongen uit Londen.

LUC JORIS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content