Na de facelift van de Brusselse Cinematek kreeg ook zijn Antwerpse tegenhanger een opknapbeurt. Maar zijn een nieuwe naam, Cinema Zuid, een sfeervolle ingang en een strakker programma voldoende om de sinjoren opnieuw geïnteresseerd te krijgen in het betere filmwerk?

Ooit was Antwerpen een bruisende bioscoopstad. De illustere baron Heylen bezat een twintigtal zalen in de stationsbuurt, pakte uit met ‘het grootste scherm van Europa’ in Cinema Rubens en liet olifanten over De Keyserlei paraderen tijdens de galapremière van David Leans A Passage to India. Daarnaast groeide de aan de Schelde gelegen Cartoon’s uit tot een ware arthousetempel: de jaarlijkse herneming van David Lynchs debuut Eraserhead was altijd uitverkocht en het werk van meester-provocateurs zoals Pedro Almodovar en Peter Green-away trok gegarandeerd volle zalen. Ook het Filmmuseum, dat in 1994 zijn deuren opende in het Koninklijk Paleis op de Meir, bleek een publieksmagneet. ‘Zelfs als we niet echt moeite deden, was de zaal goedgevuld’, vertelt medeoprichter Frank Van Der Kinderen.

Maar aan alle mooie liedjes komt een einde. Het Rexconcern van de hoogmoedige Heylen ging failliet, zijn filmpaleizen stonden jarenlang te verkrotten en moesten uiteindelijk plaatsmaken voor het zielloze UGC-complex. Cartoon’s werd meermaals van het faillissement gered, maar verloor gaandeweg veel van zijn arthousepluimen.

En het Filmmuseum? Dat ging in 2004 dicht. ‘We wisten al jaren dat een verhuizing onvermijdbaar was’, licht Van Der Kinderen toe. ‘Maar waar we naartoe moesten, bleef lang een mysterie. Uiteindelijk viel de keuze op het gebouw van het FotoMuseum aan de Waalse Kaai op het Zuid. Men bouwde twee zalen die qua comfort en kwaliteit niet moesten onderdoen voor de modernste multiplexen. ‘Als we een distributeur over de vloer krijgen, valt hij altijd achter-over’, lacht Van Der Kinderen.

De bezoekers lieten het vanaf de heropening in september 2004 echter volledig afweten. Hoofdreden? De gemiddelde Antwerpenaar wist van niks. Na de verhuizing was het Filmmuseum een onderdeel geworden van het MuHKA (Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, nvdr.), dat op dat moment zelf een grondige herstructurering onderging. ‘Men had dus geen tijd om onze heropening deftig te lanceren’, aldus Van der Kinderen. En er waren nog missers. Zo zorgde de nieuwe naam, MuHKA-media, ervoor dat bezoekers vaak in het MuHKA-gebouw op zoek gingen naar het voormalige Filmmuseum. Bovendien bleek de vormgeving van het programmaboekje en een deel van de filmselectie te museaal voor de filmfans. ‘Gaandeweg werd duidelijk dat we met twee verschillende werelden te maken hadden’, geeft huidig coördinator Jos Van den Bergh toe. ‘Museumbezoekers zijn niet per se filmliefhebbers en vice versa. Toen we dat vorig jaar eindelijk hardop durfden te zeggen, was de scheiding bijna onmiddellijk een feit.’

Een nieuwe naam vormde een eerste punt op de agenda. Na veel wikken en wegen viel de keuze op het simpele Cinema Zuid. ‘De duidelijkheid van die naam werpt nu al z’n vruchten af’, vertelt Van den Bergh. ‘Enkele dagen geleden hoorde ik een buurtbewoner opmerken dat er binnenkort een nieuwe bioscoop opengaat.’ Ook een nieuwe ingang stond op het menu. Voorheen moesten de bioscoopbezoekers het gebouw betreden via de toegang van het FotoMuseum; nu kunnen ze gebruikmaken van een aparte entree in de Lakenstraat.

Het Brusselse designbureau Tenfingers, waar ook de Cinematek een beroep op deed, ging voor een film-noirachtig ontwerp. Bovendien ontfermden ze zich over de lay-out van het nieuwe programmaboekje. ‘Eindelijk staan alle elementen in het teken van de cinema’, aldus Van den Bergh.

Toch lijken een naamsverandering en een fraaie entree maar povere middelen om een nieuw publiek aan te boren, zeker in een tijdperk waarin zelfs de obscuurste filmklassieker op dvd te verkrijgen is. ‘We beseffen maar al te goed dat we alle zeilen moeten bijzetten om onze communicatie met de buitenwereld te verbeteren’, vertelt Van Der Kinderen, die al 15 jaar als programmator fungeert. ‘Toch weiger ik de moed op te geven. De filmmusea in Londen en Parijs zijn vaak tot de nok gevuld en in Amsterdam verkocht men deze zomer maar liefst 20000 ticketjes voor een Alain Delonretro-spectieve. Voor mij is dat het ultieme bewijs dat het publiek nog altijd geïnteresseerd is in het bekijken en herbekijken van oude films. Ik blijf geloven dat films pas tot leven komen – of sterven – wanneer je ze samen met anderen bekijkt in een donkere bioscoopzaal.’

Nog een laatste, heikel obstakel: uit recente bioscoopcijfers blijkt dat de arthousefilm het ongelooflijk moeilijk heeft in Antwerpen. ‘Het gaat om een dubbel probleem’, meent Van Der Kinderen. ‘Enerzijds heb je een ouder arthousepubliek dat zijn neus ophaalt voor meer trashy zaken. Anderzijds blijkt dat Antwerpse studenten zich minder interesseren in het iets uitdagender filmaanbod dan hun Brusselse of Gentse collega’s.’ ‘Dat het knokken wordt, is duidelijk’, vervolgt Van den Bergh. ‘We gaan dan ook uitpakken met interessante gasten die onze films zullen inleiden, evenementen die zelfs de grootste cinemahater moeten prikkelen en een duidelijker programma.’ ‘Het mag vooral niet te schools worden’, onderbreekt Van Der Kinderen. ‘Cinema moet een verlangen blijven.’ Hopelijk kan dat nog in ’t Stad.

CINEMA ZUID

Zaterdag 12/9: feestelijke opening. Van 15/9 tot 20/9: Filmfeestweek, alle films voor 1 euro. www.cinemazuid.beWin 5 duotickets voor de openingsavond en 5 10 rittenkaarten.

Zie pagina 6.

Trakteert op

FOCUSKNACK .BE

Door Steven Tuffin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content