HOLLYWOOD IN ‘T ECHT

Toen Matthias en Staf Coppens nog Matthiaske en Stafke waren, speelden ze in gestreepte, sponsen pyjama’s Amerikaanse films na. Ze rolden over de sofa, boksten zich een weg door de keuken en gleden met haaienvinnen op de rug over het pas geboende parket. Nu Matthias en Staf zonder verkleinend achtervoegsel door het leven gaan – iets waar ze niets voor hebben moeten doen, behalve opgroeien en dagelijks een glas melk drinken – willen ze nog steeds weten hoe echt de films zijn die hun jongensjaren zo mannelijk, viriel en dolletjes hebben gemaakt. Neem nu The Wrestler, de eerste dvd die Staf – of was het Matthias? – in het vliegtuig naar Amerika uit de sporttas viste. Een fantastische film, meende Staf (of Matthias), het ziet er allemaal heel echt uit, maar – en dat was de vraag die hen op het vliegtuig over de oceaan had gejaagd – is het dat wel? Een mens zou kunnen denken: het is een film, zegt dat niet genoeg over de vermeende echtheid van het bloed, de blauwe plekken, de gebroken neuzen die over het scherm spatten? Maar Staf en Matthias zouden hun masochistische en altruïstische zelf niet zijn als ze hun lichamen niet uitleenden aan de niet-bestaande wetenschap die de echtheid van Hollywoodfilms wenst te onderzoeken.

En zo belandden ze in de worstelzaal van ene Jesse Hernandez, die hen op een voormiddag de essentie van het Amerikaanse worstelen bijbracht: vallen, smijten en het scenario volgen. Want worstelen, zo bleek verrassend snel, is veel show. Alleen de pijn, zo bevestigden het gekreun en gesteun en gejammer over verrekte voeten en gekneusde nekken van de broers, is echt. Maar worstelen, ontdekten de broers in een straal van duizend kilometer rond Hollywood, is ook en vooral een levensstijl, een gemeenschap, ja, zelfs een geloofsuiting.

Even leek het alsof de broers Coppens naadloos in de sporen van Louis Theroux gleden en de worstelwereld werkelijk van binnen wilden ontleden, maar daarvoor zijn ze net iets te veel op zichzelf en te weinig op de gesprekspartner, hoe excentriek ook, gericht. Aan Allie Parker, een dame die in bikini met slangenprint in de ring staat, vroegen ze met veel puberaal gegrinnik en geginnegap of dat sommigen niet op andere gedachten brengt, al dat fysieke contact. Parker sprong bij wijze van antwoord met de benen gespreid op de schouders van een liggende Matthias (of Staf) en maakte duidelijk wat ze voor de heren in petto had.

Dat litteken, wees Matthias vervolgens naar het putje net onder haar bovenstukje, is dat van het worstelen? Nee, meldde Parker terwijl ze nog wat rondjes rond Staf draaide, ze had haar nier aan haar broer met diabetes geschonken. De broers trokken grote ogen voor de camera. Straf, straf, mompelden ze ergens binnensmonds. En waar Theroux verder zou gaan, veranderden zij met een olijke kwinkslag van onderwerp.

Hollywood in ’t echt is een aaneenschakeling van gemiste kansen. Ook wanneer de aanvoerder van de Christian Wrestling Federation de parabel van zijn gapende hoofdwond vertelde, stonden de broers er wat bedremmeld bij. De man omschreef het bloed dat over zijn voorhoofd stroomde als een teken van God. Ja, vulde zijn vrouw aan, die wonde was het beste wat hen overkomen is: plots had hij ieders aandacht. Jezus, knikte ze heftig, had het zo gepland. ‘Jumanji’, stamelden de broertjes Coppens. Het was het wachtwoord van de avond en verschafte hen toegang tot de kleedkamer. Want films, zo leerden de broertjes Coppens daar in Amerika, zijn zo veel eenvoudiger dan het echte leven.

*, elke woensdag, 21.10, VTM

DOOR TINE HENS

STAF EN MATTHIAS ZOUDEN HUN MASOCHISTISCHE ZELF NIET ZIJN ALS ZE HUN LICHAMEN NIET UITLEENDEN AAN DE WETENSCHAP DIE DE ECHTHEID VAN HOLLYWOODFILMS ONDERZOEKT.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content