‘Een gedurfde trap tegen onze torenhoog opgestapelde verwachtingen’, noemde onze eigenste (V.B.) Jamie Lidells nieuwste worp Compass, en daar kunnen wij ons helemaal in vinden. De Britse soulboy heeft een even emotionele als lekker stuiterende plaat klaar. ‘Het was een turbulente trip vol valkuilen.’

Jamie Lidell komt van ver. Na zijn groene jaren als underground elektronica-icoon siert hij nu de slaapkamermuur van menige bakvis. Lang stilzitten is er niet bij voor het vleesgeworden Duracellkonijn, al maakt hij op zijn nieuwe album ook plaats voor introspectie.

In de perstekst is sprake van ‘een rusteloos album dat past bij de ziel van de maker’. Rusteloze soul van een rusteloze ziel?

Jamie Lidell: Ik aard niet goed op een en dezelfde plek, ik maak nergens een thuis voor mezelf. Om de paar jaar moet ik verhuizen of ik krijg het lastig. In die zin ben ik dus een héél rusteloze ziel. Ook in mijn muziek heb ik al heel wat afgereisd, van mijn solodebuut Muddlin Gear via Super Collider (samen met producer Cristian Vogel; nvdr. ) naar de moderne soul van Multiply en Jim, het was een turbulente trip vol valkuilen. Eigenlijk ben ik een metafysische zwerver.

Je woont nu in New York. Wat heeft je daarheen gebracht?

Lidell: De liefde, meneer! Het is de liefde die me naar New York heeft gelokt. Een grote stap na tien jaar Berlijn, met alle emotionele beslommeringen vandien. Nieuwe relatie, nieuwe stad…

Nieuwe plaat!

Lidell: Zo is dat. Met dit album heb ik alle emoties van de voorbije jaren verwerkt. Twee jaar geleden begon ik voor het eerst in mijn leven on the road een dagboek, een openbaring was dat. Goede ideeën zijn als dromen: als je ’s ochtends wakker wordt, zijn die nog helder, maar na een paar minuten weet je er niets meer van. Meteen opschrijven is de boodschap. Stapels schriftjes heb ik volgekrabbeld. Toen Beck me opbelde en vroeg of ik een nieuwe plaat wilde maken, had ik genoeg materiaal .

Ik wist niet dat Beck tegenwoordig jouw manager was.

Lidell: (Lacht) Het klinkt een beetje vreemd, ja. Beck en ik hebben in 2006 samen getoerd en daar is het idee ontstaan om ooit iets samen te doen. Ik denk dat hij in mij een gelijkgestemde ziel ziet, we werken allebei op de grens van naïviteit.

Jullie lijken me vooral twee artiesten die allebei heel goed weten wat ze willen. Zorgde dat niet voor gensters?

Lidell: Ik stond vooral versteld van zijn snelheid! In de studio is Beck zeer precies, honderd percent gefocust. Hij is heel erg begaan met teksten, maar op een abstracte manier. Als ik even niet oplette, nam hij de teugels over. Ik moest echt mijn mannetje staan. Mede daardoor is dit meer dan ooit een Jamie Lidellplaat. Multiply en JIM heb ik samen met Mocky gemaakt, deze keer trok ik alleen aan de touwtjes.

Er doet nochtans veel mooi volk mee op ‘Compass’. Behalve Beck zijn ook Feist, Chris Taylor van Grizzly Bear en de legendarische sessiedrummer James Gadson van de partij.

Lidell: Akkoord, maar ík hakte al de knopen door. Artiesten die hun platen volsteken met zogenoemde gastbijdragen, vind ik een vreselijke trend. Tijdens de opnames in L.A. was Feist in de buurt en we hadden achtergrondzang nodig: het zou stom zijn haar níét te vragen. Chris heb ik vooral uitgenodigd omdat ik zijn laatste album met Grizzly Bear geweldig vind klinken.

James Gadson draait al mee sinds de jaren 60 en drumde onder meer bij Marvin Gaye, Bill Withers en Bobby Wommack. Heb je hem de pieren uit de neus gevraagd?

Lidell: Wist je dat hij op meer dan driehonderd gouden platen heeft meegespeeld? Driehonderd! Op een dag kwam ik met een Linndrum aandraven, een drumcomputer die in de jaren 80 erg populair was. Prince gebruikte hem op al zijn platen. Wat bleek? Alle geluiden in die machine zijn ingespeeld door James Gadson! Die Linndrum heeft ervoor gezorgd dat hij een decennium lang zonder werk zat. Het was alsof ik de duivel zelve in de studio had uitgenodigd. (Lacht)

Dat de man ook met Quincy Jones en The Jackson 5 heeft gewerkt, heb je handig uitgebuit op de track ‘Enough’s Enough’, een onverbloemde hulde aan de king of pop.

Lidell: Die song is inderdaad mijn hulde aan de jonge Michael Jackson. Het zorgt voor de lichte noot op het album. Compass is niet bepaald een blij album, soms zelfs wat zwaar op de hand, vooral inhoudelijk dan. Met Enough’s Enough schudden we alles even los, een adempauze. It’s like thefrietjes that come with a heavy steak.

Je uitspraak is bijna perfect. Van je Belgische geluidsman geleerd, zeker?

Lidell: Ja, en ik kan ook ‘nietjesmachine’ zeggen. (Lacht)

Weet je nog waar je was toen je hoorde dat Michael Jackson gestorven was?

Lidell: Ik was aan het shoppen in LA. Toen ik het sms’je kreeg, was ik erg in de war: het klonk zo onwezenlijk. Een paar minuten later passeerde een taxi waaruit keihard Beat It speelde op de radio, het nieuws verspreide zich als een vuurtje, in elke winkel waren mensen volop aan het speculeren. Een trieste dag. Michael Jackson was als The Beatles voor mijn generatie. Ik heb gehuild toen ik de film This Is It zag, die show was een mooi sluitstuk geweest van een groot artiest.

Enig idee hoe het met hem zo fout is kunnen lopen?

Lidell: Hoe zou ik kunnen weten hoe het voelt om Michael Jackson te zijn? Niemand kan zich dat inbeelden! Die mens moet onder een gigantische druk geleefd hebben, straffe kerel die daar niet aan ten onder gaat. Hoe zou jij je voelen als je de moonwalk had uitgevonden of Thriller had geschreven?

Over ‘Gypsy Blood’ heb je al gezegd dat daar je alter ego aan het woord is. Slaat de paranoia toe?

Lidell: Kijk, muziek is een prachtig medium. Een explosieve uitlaatklep die therapeutisch kan werken. In die track laat ik mijn schaduwzijde aan het woord. Er zit een demon in elk van ons, een destructieve kracht die de indianen Kali noemen. Een deel van mij vindt dat ik geen recht heb op positieve gevoelens of ervaringen, als een duiveltje dat alle goede dingen klein wil krijgen. Dáárover gaat Gypsy Blood. Een pijnlijke en trieste ervaring, maar wel eerlijk.

Compass

Nu uit bij Warp.

Door Jonas Boel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content