Na The Beatles heeft ook Kraftwerk zijn (bijna) volledige oeuvre geremasterd: acht klassieke, vaak grensverleggende albums die niet alleen de elektronica, maar ook de pop/rock/hiphopscene sterk hebben beïnvloed. Snel, een trip!
Autobahn ****
‘Wir fahr’n fahr’n fahr’n auf der Autobahn’
Jaar: 1974
Bezetting: Ralf Hütter, Florian Schneider, Klaus Röder, Wolfgang Flür
Concept: In werkelijkheid is Autobahn niet het eerste, maar vierde album van Kraftwerk. De eerste drie waren meer krautrock dan elektronica en lang niet zo grensverleggend. Oprichter Florian Schneider noemt ze ‘archeologie’ en heeft zich altijd – met succes – verzet tegen een heruitgave. Wat hem betreft, is Autobahn het eerste officiële Kraftwerkalbum – een meesterlijke, toonaangevende synthesizerplaat met een 22 minuten durend titelnummer als muzikale equivalent van een rit op de A555 van Keulen naar Bonn. Funky snelweg.
Hoes: Geschilderd door Emil Schult, die ook aan de lyrics van Autobahn meeschreef – het is evenwel niet duidelijk welke van de acht zinnen van zijn hand zijn. Op de achterflap van de originele lp staat een foto van Hütter, Schneider, Röder en Flür. Het hoofd van die laatste was – nogal klungelig – op dat van Schult geplakt, omdat pas na het nemen van de foto duidelijk werd dat Flür een vast groepslid zou worden, en Pritt goedkoper was dan een nieuwe foto. Na zijn vertrek in ’87 beweerde Flür in een biografie dat niet Schneider, maar hij de roemruchte percussion pads van Kraftwerk had ontworpen. Drie keer raden wiens hoofd er niet meer op het artwork van de geremasterde versie staat?
Ontvangst: ‘We willen geen afbreuk doen aan Kraftwerk – ’t zijn ongetwijfeld fijne kerels – maar dit ist nicht so gut‘, schreef Rolling Stone, om vervolgens de rest van de recensie sarcastisch op te vullen met een autohandleiding. Billboard had het wél meteen begrepen: ‘Een van de weinige lp’s van deze soort die niet als een geforceerde gimmick klinkt.’ Ook het nu opgedoekte muziekblad Circus sloeg nagels met koppen: ‘Pink Floyd heeft er een te duchten concurrent bij.’
Charts: Zowel het album als de titeltrack werd onverwacht een hit – volgens kwatongen dankzij (de ouders van) peuters, die verzot waren op de ‘kinderlijke bliepjes’.
Radio-Activity ***
‘Radioactivity, discovered by Madame Curie’
Jaar: 1975
Bezetting: Hütter, Schneider, Karl Bartos, Flür
Concept: Na het succes van Autobahn, de komst van Karl Bartos, het ontslag van producer Conny Plank en de ingebruikname van hun roemruchte Kling Klang-studio, pakte Kraftwerk uit met een conceptalbum dat gedoemd was om verkeerd begrepen te worden. De vier zwoeren alle traditionele instrumenten af, kleedden hun elektronische composities volledig uit – heel wat tracks zijn meer geluidsexperiment dan song – en zongen over radioactiviteit, en activiteit op de radio, en pulsars en quasars.
Hoes: Signé Emil Schult: een illustratie van een Deutscher Kleinempfänger, een goedkoop radiotoestel uit de jaren 30 dat Joseph Goebbels had laten ontwerpen om propagandaberichten tot in de huiskamer van elke burger te krijgen. Op de reissue hangt er een karton met een nucleair symbool rond, omdat Kraftwerk intussen zelf ook meer met radioactiviteit dan met activiteit op de radio begaan is.
Ontvangst: Rolling Stone bleef consequent: ‘Songs als Geiger Counter, Intermission en News zijn ronduit dwaas, en er is op geen enkele track een spoor terug te vinden van de zin voor melodie/harmonie waarvan Autobahn doordrongen is.’ Gelukkig was er ook nu weer Billboard: ‘Hoewel de band bij momenten in herhaling valt, is deze plaat, uitgebouwd met monotone en spookachtige vocals, in zijn geheel toch verrassend meeslepend.’
Charts: In de VS en Engeland deed het album het minder goed dan Autobahn. De titeltrack opende wel nieuwe deuren op het Europese vasteland. In Frankrijk – het thuisland van Madame Curie – klom het nummer zelfs tot boven aan de hitlijsten.
Trans-Europe Express ****
‘We are showroom dummies’
Jaar: 1977
Bezetting: Hütter, Schneider, Bartos, Flür
Concept: Na een promotour door de VS waren de Kraftwerkleden er zich van bewust dat ze een zekere popstatus genoten. Trans-Europe Express klonk bijgevolg weer melodieuzer, maar tegelijk ridiculiseerde de band zijn imago met teksten als ‘ we are showroom dummies‘ of ‘ he fell in love with the image of himself and suddenly the picture was distorted‘. Op technisch vlak bleven ze grenzen verleggen door – nerd alert! – nieuwe sequencers te laten bouwen, zodat ze complexere synthesizercomposities in elkaar konden boksen. Ze namen ook treingeluiden op, maar stelden vast dat die ‘niet echt dansbaar’ waren.
Hoes: Van Trans-Europe Express bestaan verschillende hoezen, maar Ralf Hütter, die nu als enige originele lid overblijft en binnen de groep meestal de plak zwaaide, geeft de voorkeur aan een overdreven geretoucheerde en gemonteerde foto van J. Stara. Bedoeling was om er als etalagepoppen uit te zien – real not real. Doe overigens geen moeite om J. Stara te googelen. Het enige wat je te weten komt, is dat ook anderen meer over hem willen weten.
Ontvangst: Alsof het Kraftwerk tegen dan had opgegeven, is nergens op het web een vintage recensie van Rolling Stone te vinden. Wel was de Amerikaanse rockbijbel zo vriendelijk om de plaat in 2003 het nummer 253 toe te dichten in hun 500 Greatest Albums of All Time, vlak voor Whitney Houston. Wij herhalen: nummer 253, vlak voor Whitney Houston. Terwijl: als er één plaat bepalend is geweest voor hoe elektronica, hiphop – Afrika Bambaataa, tiens – en bij uitbreiding driekwart van de hedendaagse top 30 klinkt, is het wel Trans-Europe Express. Al moet gezegd dat het album ook in Europa erg lauw werd onthaald. De recensie in Der Spiegel was zelfs vernietigend: ‘ Futuristen-Kitsch‘, schreef een onverlaat.
Charts: De titeltrack scoorde de 67e plaats in de Amerikaanse single chart: beter werd het nergens. Tot in 1982: toen haalde Showroom Dummies in het Verenigd Koninkrijk de top 30. Met dank aan Afrika Bambaataa, die er de hiphopklassieker Planet Rock uit had gedistilleerd.
The Man-Machine ****
‘Ja tvoi Rabotnik’
Jaar: 1978
Bezetting: Hütter, Schneider, Bartos, Flür
Concept: Met The Robots, Neon Lights en The Model leunt Kraftwerk nog meer tegen (donkere) pop aan en be-invloedt de band een generatie synthpop en newwaveacts als The Human League en Gary Numan.
Hoes: Signé Ralf Hütter en gebaseerd op werk van de Russische avant-gardistische propagandakunstenaar El Lissitzky. Ook de rest van het artwork draagt diens visionaire stempel.
Ontvangst: Vier albums later wisten ze op de redactie van zowat elk muziekblad (lees: rockperiodiek) ter wereld nog steeds niet wat ze met Kraftwerk moesten aanvangen. De – niet eens zo negatieve – recensie in Rolling Stone spreekt weer boekdelen: ‘Met zijn efficiënte moderne speeltjes creëert Kraftwerk een geluid zo antisceptisch dat het microben zou kunnen doden. Kraftwerk lijkt machines te vereren – niet zoals Brian Eno, die op zijn briljante Before and after Science hun mogelijkheden verkent – maar misschien zijn de Duitsers wel geëngageerde humanisten die vastleggen hoe emotieloos de toekomst wordt. Misschien.’
Charts: Enkel Duitsland en de VS toonden aanvankelijk enige interesse. Vier jaar na de release werd The Model alsnog een hit, toen het in Groot-Brittannië als B-kant aan de single Computer Love (uit het album Computer World) werd toegevoegd. Radio’s speelden de B-kant vaker dan de A-kant, waarop platenlabel EMI – tegen de zin van de band – besloot om The Model opnieuw te promoten. Het nummer schoot zowel in Groot-Brittannië als in de rest van Europa naar nummer 1.
Computer World ****
‘I’m the operator with my pocket calculator’
Jaar: 1981
Bezetting: Hütter, Schneider, Bartos, Flür
Concept: Met songtitels als Computer Love, Home Computer, It’s More Fun To Compute en – nu, ja – Pocket Calculator mag het niet verbazen dat Computer World aan de wieg stond van house en techno. Technopionier Juan Atkins: ‘Het album is de hoeksteen van de techno. Alles aan de muziek was zo precies. Elk geluid telde.’ Er zat meer (elektronische) soul en funk in dan in hun vorige vier platen samen, en voor het eerst trok Kraftwerk er ook mee op tournee. De band liet daarvoor zijn studio zo verbouwen dat hij in een truck kon worden geladen.
Hoes: Computer World is, toepasselijk, het eerste album dat het zonder een foto van de (echte) band stelt. De hoes en het artwork maken gebruik van digitale tekeningen van de groep en ‘ the robots‘ (lees: vier naar de groepsleden gemodelleerde poppen). Alles werd ontworpen door Hütter, Schneider en Schult.
Ontvangst: In de VS werd de titelsong genomineerd voor een Grammy Award in de categorie – lachen verplicht – Best Rock Instrumental Performance. Het idee om een aparte categorie voor elektronische muziek te creëren was in de Amerikaanse muziekindustrie nog lang niet doorgedrongen, en ook de muziekpers bleef een probleem. De Pen van Rolling Stone: ‘Ik heb mezelf ooit voorgenomen om plezier te beleven aan Kraftwerk – als er al synthesizerrock moet bestaan, dan liever hun onbeschaamd nietige soort. En deze plaat is hun grappigste tot nu toe. Maar grappig en nietig maakt het nog niet funky, wie er ook op welk computerprogramma danst. Funk heeft bloed in zich.’
Charts: Bescheiden hitsingles Pocket Calculator en Computer Love worden overschaduwd door het succes van de reissue van The Model en een remix van Showroom Dummies. Het album glipt nog eens de Amerikaanse top 100 binnen, op nummer 72. In de meeste Europese landen haalt het de top 20.
Techno Pop **
‘Synthetic electronic sounds; industrial rhythms all around’
Jaar: 1986
Bezetting: Hütter, Schneider, Bartos, Flür
Concept: De lastigste bevalling: eerst liepen de opnames vertraging op door een ernstig fietsongeval van Ralf Hütter, vervolgens besloot de band de opnames weg te gooien omdat ze niet grensverleggend genoeg klonken. Toen het album in ’86 uiteindelijk als Electric Café in de winkel werd gelegd, klonk het lang niet zo geniaal als de voorafgaande platen. Er staan een paar aardige experimenten op, maar op de perfecte symbiose van de eerste drie nummers na zit er weinig structuur in.
Hoes: Op de bekendste – er zijn er een paar – hoes van Techno Pop/Electric Caféstaan de vier digitaal afgebeeld. Het artwork is een afgeleide van de toen baanbrekende videoclip voor Musique Non Stop van Rebecca Allen – een vroeg staaltje digitale animatie.
Ontvangst: De lange, problematische productie en de onverschillige kritieken deden Kraftwerk de das om. Sinds de release van Computer World hadden tientallen, zo niet honderden elektronicaproducers de band ingehaald. Karl Bartos kon synthpop en new wave enkele jaren voordien nogafdoen als ‘de dwaze Engelse popscene met dwaze lyrics’, maar voor het geluid dat in ’86 uit Detroit en Chicago kwam, moest Kraftwerk het hoofd buigen. Erger nog: Kraftwerk klonk plots erg hedendaags, terwijl technoproducers als Juan Atkins, Derrick May en Kevin Saunderson al de jaren 90 waren ingestapt – zowel in gedachten als op vlak van productietechnieken.
Charts: Musique Non Stop en The Telephone Call zijn de enige singles van Kraftwerk die ooit tot boven aan de Amerikaanse dance charts klommen. Helaas zijn die gebaseerd op airplay, niet op verkoop. Op dat vlak presteerden zowel de singles als het album ondermaats.
The Mix **
‘I program my home computer, beam myself into the future’
Jaar: 1991
Bezetting: Hütter, Schneider, Fritz Hilpert
Concept: Terwijl ze hun archieven van analoog naar digitaal aan het omzetten waren, kwam de band op het idee hun nummers gelijk ook digitaal te herwerken. Hadden ze meteen een nieuwe liveset én een nieuwe plaat: een soort greatest remixed hits of – zo u wil – remixed greatest hits. Ondanks het feit dat er een paar straffe dingen tussenzaten, was The Mix weinig meer dan een zoethoudertje – een reminder dat Kraftwerk niet op zijn lauweren aan het rusten was. Karl Bartos en Wolfgang Flür wisten echter beter. Ze stapten uit de groep omdat ‘Kraftwerk eind jaren 80 een verlamde reus was, met een structuur die geen nieuwe ideeën toeliet’ en omdat ze geen zin hadden om ‘de bestbetaalde huisbewaarder van ’s werelds bekendste geluidslab te worden’.
Hoes: Toen Kraftwerk begin jaren 90 op tournee ging, nam het enkele nieuwe speeltjes mee: vier telegeleide robotten. Het weinig ambitieuze artwork van The Mix is daar ook rond opgebouwd.
Ontvangst: De reacties waren verdeeld. De ene vond het gedurfd, zelfs revolutionair dat Kraftwerk geen klassieke best of had uitgebracht, de andere vroeg zich af of het – als het dan toch moest – niet beter was geweest dat ze dat wel hadden gedaan. Zelfs vriend aan huis Emil Schult was niet overtuigd:’Zou Leonardo Da Vinci de Mona Lisa overschilderd hebben? Ik denk het niet. Autobahn had geenKraftwerkremix nodig.’
Charts: De plaat deed het niet eens zo slecht: in de meeste Europese landen parkeerde The Mix zich in de top 20, en ook de nieuwe mixen van The Robots en Radioactivity haalden de hitlijsten.
Tour de France ***
‘Carbo-hydrat protein, A-B-C-D vitamin’
Jaar: 2003
Bezetting: Hütter, Schneider, Hilpert, Henning Schmitz
Concept: Wielerfanaat Ralf Hütter had in de jaren 80 zijn collega’s er al eens van proberen te overtuigen een volledige plaat op te bouwen rond wielrennen. Het bleef uiteindelijk bij een nummer: Tour de France. Oorspronkelijk had het op Techno Pop/Electric Cafémoeten staan, maar EMI was het wachten op die plaat beu en legde de song in de winkel. Met het album Tour de France zag Hütter zijn droom zes jaar geleden alsnog in vervulling gaan. Er staan verschillende knappe variaties op de titeltrack op, naast een aantal verrassend aangename nieuwe nummers over onder meer vitaminen.
Hoes: Vrijwel identiek aan het ontwerp dat Hütter in ’83 voor de gelijknamige single maakte, geïnspireerd op een – on ne rigole pas – Bulgaarse postzegel.
Ontvangst: Zeventien jaar na hun laatste album waren de verwachtingen belachelijk hooggespannen. De ‘schade’ viel uiteindelijk mee. Niemand herkende er een meesterwerk in, maar zelfs de ultrakritische muzieksite Pitchfork gaf toe dat het een ‘duidelijk innemende, verfijnde ervaring’ is. Rolling Stone stofte zijn idiote mechanicametaforen nog eens af: ‘Voor wie ervan overtuigd is dat er in de mens-machine een extravagante, ontembare en stijlvolle persoonlijkheid schuilt, is dit een vintage Kraftwerkplaat. Meer zelfs: het is er een met Porsche-onderdelen.’
Charts: De plaat moest voor de start van de Tour de France uitkomen, maar lag uiteindelijk pas in de winkel toen Armstrong reeds in het geel op de Champs-Élysées stond. De verkoopcijfers vielen – om het zacht uit te drukken – wat tegen.
12345678 The Catalogue Vanaf 16/11 uit bij EMI
Door Ben Van Alboom
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier