Het verhaal van de Sex Pistols is ook een beetje Trainspotting
Als Trainspotting-regisseur Danny Boyle zich met de Sex Pistols inlaat, dan krijg je de tv-serie Pistol: een wervelend en aanstekelijk rockend maar niet overdreven accuraat portret van de meest notoire punkgroep uit de geschiedenis. En dat is dik tegen de zin van hun voormalige frontman Johnny Rotten.
Het meest opmerkelijke aan de reeks – an sich is dit verhaal namelijk al zo vaak verteld – is de insteek. Bij de Sex Pistols denk je in de eerste plaats aan zanger Johnny Rotten en aan bassist Sid Vicious, een drugsverslaafd enfant terrible dat van moord op zijn vriendin Nancy Spungen werd verdacht en op zijn 21e door een overdosis stierf. Eventueel komt ook de naam van Malcolm McLaren in gedachten, de excentrieke manager die de groepsleden in en rond zijn Londense modeboetiek SEX rekruteerde als een soort boyband. Pistol voert hen allemaal op maar vertrekt verrassend vanuit Lonely Boy: Tales from a Sex Pistol, de autobiografie van gitarist Steve Jones. Minder notoir, maar wel een strijder van het allereerste uur én verantwoordelijk voor de onsterfelijke riffs van Anarchy in the UK en God Save the Queen – om nog maar te zwijgen over die geniale intro van Pretty Vacant.
Ik zou heel erg ontgoocheld geweest zijn als Johnny Rotten ons zijn zegen had gegeven. Door hem beledigd worden is een grote eer.
Volgens zijn boek was Jones een halve zwerver toen hij in het vizier van McLaren kwam. Werkloos, kleptomaan, aan de drank en de pillen en als kind misbruikt door zijn stiefvader. Behoorlijk heavy stuff die regisseur Danny Boyle in Pistol niet uit de weg gaat, maar net als bij zijn junkiefilm Trainspotting (1996) indertijd laat hij de ellende overstemmen door luide muziek en meer joie de vivre dan je voor mogelijk houdt. Scenarist Craig Pearce voegde daar een min of meer gefingeerde relatie aan toe tussen de gitarist en Chrissie Hynde, de latere frontvrouw van The Pretenders en in die dagen bediende in McLarens boetiek SEX. Het hoge entertainmentgehalte van het eindresultaat is omgekeerd evenredig met de geloofwaardigheid ervan en ontlokte John Lydon, zoals Johnny Rotten echt heet, de omschrijving dat Pistol ‘een middenklassefantasie is van wat de Pistols waren’. De ex-frontman, die vast ook niet blij was dat Jones zijn plaats in de spotlights had ingenomen, probeerde via de rechtbank het gebruik van de Sex Pistols-muziek in de reeks te verbieden. Toen dat mislukte, stuurde hij zijn venijn ten aanzien van Pistol, zijn ex-collega’s en ‘die a**hole Danny Boyle’ als vanouds de wereld in.
Die a**hole, geboren in 1956, is zelf opgegroeid in en rond Manchester, waar de Pistols op 4 juni 1976 een van de meest besproken concerten in de rockgeschiedenis speelden. Toekomstige leden van – hou u vast – Buzzcocks, The Fall, Joy Division, Simply Red en The Smiths stonden die avond in het publiek, maar was Danny er ook?
Danny Boyle: (lacht) Spijtig genoeg niet, nee. Ik studeerde in die periode aan de universiteit van Noord-Wales. In de weekends en vakanties draaide ik nachtdiensten in de fabrieken rond Manchester om mijn studies te betalen. De kans is dus groot dat ik op dat moment achter een reusachtige machine stond te zweten. Niet echt punk, maar ik moest eten.
Hoe heb je dan wel kennisgemaakt met de Pistols?
Boyle: Zoals iedereen, denk ik: via de muziekbladen. We kochten Melody Maker en vooral New Musical Express, want bij hen moest je zijn als je het graag luid en rebels had. Of beter: één iemand kocht die bladen en dan gaven we ze aan elkaar door. Een van de moeilijkste dingen om uit te leggen aan de castleden, die stuk voor stuk piepjong zijn, was dat je telkens een week moest wachten op nieuws over je favoriete bands. Dat was een stuk minder comfortabel dan nu, maar het maakte de dingen wel specialer: je had elke week iets om naar uit te kijken.
Hoe belangrijk was punk voor de jongeman van twintig die je toen was?
Boyle: Hoe belangrijk was de uitvinding van het wiel? (lacht) Voor iemand die in de jaren vijftig geboren is, kwam punk als een absolute bevrijding. We hadden geleerd om gezag te respecteren, braaf te zijn en de dingen te doen zoals onze ouders ze ons hadden voorgedaan. De Pistols vertelden ons dat het anders kon: het was óns leven, en niemand anders kon beslissen wat we ermee moesten doen. Zelfs als we ervoor kozen lui te zijn en onze talenten te verkwisten, zoals de Pistols in Pretty Vacant zongen, was dat alleen onze zaak. Daarnaast leerden ze ons ook de chaos te omarmen in onze georganiseerde leventjes. Die twee dingen maken voor mij de blijvende erfenis van punk uit.
De man achter die ideeën was Johnny Rotten, die niet opgezet was met een tv-reeks over zijn groep. Had je iets anders verwacht?
Boyle: Ik zou heel erg ontgoocheld geweest zijn als hij ons zijn zegen gegeven had. (lacht) John is een original, een dwars genie en de motor achter de legende van de Sex Pistols zoals we die vandaag kennen. Ik denk niet dat een van de andere leden mij daarin zou tegenspreken. Door hem beledigd worden is een grote eer.
Hij was in het bijzonder pissig dat Pistol gemaakt is in opdracht van Disney, een bedrijf waarmee hij zichzelf liever niet associeert. En het moet gezegd dat de reeks minder rauw is dan je van de Pistols en hun omgeving verwacht.
Boyle: Dit was een verhaal dat ik absoluut wilde vertellen, omdat het zo belangrijk geweest is – voor mijn vorming als artiest en voor de cultuur in het algemeen. Maar ik wist van bij de aanvang dat het niet makkelijk zou worden: de haat die ze oproepen, de moord op Nancy en de overdosis van Sid… Dus hebben we naar een manier gezocht om voor deze personages toch een zekere sympathie op te wekken, en dat kon door ons te concentreren op het ontstaan van de groep, en de glorie die daarmee gepaard gaat.
Zoals bij Alan Parkers The Commitments (1991), over Ierse jongeren uit een arbeiderswijk die een soulband uitbouwen?
Boyle: Ja. Als jonge mensen samenkomen om muziek te maken, gebeurt er iets magisch dat hen als individuen overstijgt. Dat wilde ik tonen. Vandaar dat ik er ook op stond dat de acteurs zelf hun instrument leerden te bespelen: de concertfragmenten moesten er koste wat het kost authentiek uitzien.
Jullie lijken voor het script niet alleen uit de autobiografie van Steve Jones te hebben geplukt, maar ook uit Chrissie Hyndes memoires Reckless: My Life as a Pretender. Was dat een bewuste zet, om het testosteron te counteren?
Boyle: Dat zou je aan Craig Pearce moeten vragen. Persoonlijk denk ik dat je de vrouwelijke invloed op de Pistols niet moet onderschatten – het was echt niet alleen een jongensclubje. Alle vrouwen in Pistol waren er echt, en ze hebben allemaal een steentje bijgedragen: Vivienne Westwood toonde de jongens hoe ze zich konden kleden, maar je had ook Chrissie, Siouxsie Sioux, Jordan…
Die laatste is in april van dit jaar overleden aan kanker. Was ze er nog op de hoogte van dat Maisie Williams, Arya Stark in Game of Thrones, haar in Pistol zou vertolken?
Boyle: Absoluut. We hadden haar uitgenodigd om zelf te komen kijken naar haar outfits en wat tips te geven aan Maisie en de andere acteurs. Ze is een keer of twee langs geweest, maar we hadden er geen idee van dat ze zo ziek was. Haar dood heeft de hele crew beroerd. Ook de treinreis die je haar in Pistol ziet maken, is echt: Jordan reisde elke dag twee uur met de trein van haar woonplaats Seaford naar Londen, met vaak niks meer dan een doorzichtige plasticfolie rond haar borsten. De brave pendelaars wisten niet waar ze het hadden. Hun vrouwen ook niet. (lacht)
Door dat liefdevolle portret van excentriekelingen en outcasts doet Pistol onvermijdelijk denken aan je doorbraakfilm Trainspotting. Wat trekt je aan in die mensen op de rand van de maatschappij?
Boyle: Hetzelfde als wat Malcolm McLaren aantrok toen hij Steve Jones rekruteerde, denk ik. Hij zag een halve zwerver en kleine crimineel, maar hij herkende de energie, de charme en de creativiteit die hij nodig had. Dit is wat ik onderweg geleerd heb: neem een underdog en gooi hem een uitdaging voor de voeten, en je hebt meteen al het drama dat je nodig hebt. Bovendien weet je dat het publiek zich betrokken zal voelen, want je geeft het iets om voor te supporteren.
Pistol
Vanaf woensdag 6/7 op Disney+.
Danny Boyle
Geboren in 1956 in de omgeving van Manchester als helft van een tweeling.
Overweegt een tijdlang naar het seminarie te gaan, tot een priester hem op zijn veertiende op andere gedachten brengt.
Debuteert als filmregisseur met Shallow Grave (1994). In 1996 breekt hij wereldwijd door met Trainspotting.
Zijn grootste succes is Slumdog Millionaire (2008). Hij regisseert ook onder meer The Beach (2000), 28 Days Later (2002), Sunshine (2008) en Yesterday (2019).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier